ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9507

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/080133-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Mr. Van Beuge
  • Mr. Brandsma
  • Mr. Hemrica
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met gekopieerde betaalpassen en vals opgemaakte betaalpassen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 1 juli 2003, is de verdachte beschuldigd van diefstal door middel van valsheid in geschrifte en het gebruik van gekopieerde betaalpassen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich hebben voorgedaan tussen 5 en 11 februari 2003 in verschillende plaatsen in Nederland en Duitsland. De verdachte en zijn mededaders hebben met opzet geldbedragen, in totaal ongeveer 108.000 euro, weggenomen uit betaalautomaten door gebruik te maken van gekopieerde betaalpassen en pincodes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich toegang heeft verschaft tot de plaats delict door middel van een valse sleutel, en dat hij opzettelijk betaalpassen heeft vervalst met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 204 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook beslist over de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen die in verband staan met de strafbare feiten. De benadeelde partijen, waaronder Interpay Nederland B.V. en Sita Nederland B.V., zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat deze betrekking hadden op feiten die niet ten laste zijn gelegd. De rechtbank heeft de verdachte in zijn strafmaat rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en zijn rol in de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer : 06/080133-03
Datum uitspraak : 01 juli 2003
Tegenspraak - dip
VERKORT VONNIS
In de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum, plaats]
wonende te [adres, woonplaats]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 juni 2003.
Ter terechtzitting gegeven beslissing
Ter terechtzitting is de volgende beslissing gegeven:
-De door de officier van justitie gevorderde (eerste) wijziging tenlastelegging, waarin de namen van de rekeninghouders in feit 1 NIET uitgeschreven zijn, wordt afgewezen.
De gewijzigde tenlastelegging
Nadat op vordering van de officier van justitie de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd, wordt aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon tenlastegelegd dat:
1.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks 8 februari 2003 tot
en met 11 februari 2003 te Vianen, Tiel, Geldermalsen, Leerdam, Culemborg, in
elk geval in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit (een) betaalautoma(a)t(en) heeft weggenomen meerdere, althans een
geldbedrag(en) (totaal ongeveer 108.000 euro), in elk geval enig goed,
(telkens) geheel of ten dele toebehorende aan meerdere, althans een
rekeninghouder(s) conform bijgevoegde lijst: [diverse personen] en/of Interpay Nederland B.V. en/of meerdere, althans een bank(en),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten (een) gekopieerde pas(sen) met de daarbij behorende pincode(s)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks 5 februari 2003
tot en met 8 februari 2003 te Doetinchem, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk
(een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en), bedoeld voor het verrichten
van betalingen langs geautomatiseerde weg, valselijk heeft opgemaakt of
vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn (een) mededader(s) toen
daar (telkens) valselijk de gegevens die op de magneetstrip van meerdere,
althans een waardepas(sen) en/of betaalpas(sen) zijn vastgelegd, (door het
plaatsen van (een) printpla(a)t(en) in (een) betaalautoma(a)t(en)) gekopieerd
en/of (vervolgens) deze gegevens op meerdere, althans een andere pas(sen)
geplaatst, althans heeft/hebben hij en/of zijn (een) mededader(s) (telkens) de
gegevens op meerdere, althans een magneetstrip(pen) uitgelezen en/of
(vervolgens) deze gegevens op meerdere, althans een betaalpas(sen) geplaatst,
zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
art 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht
(De wijzigingen zijn cursief weergegeven)
Voor zover in de tenlastelegging taal- of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Bewijsoverwegingen
Interpay Nederland B.V. heeft de namen opgegeven van de rekeninghouders ten laste van wiens rekeningen door verdachte en diens mededaders geldbedragen zijn opgenomen. De officier van justitie heeft deze namen in het tenlastegelegde opgenomen. Verdachte heeft medegedeeld dat door hem en zijn mededaders meerdere betaalpassen zijn gekopieerd, alsmede dat met meerdere passen geldbedragen zijn opgenomen. Uit het dossier blijkt de rechtbank niet van onjuistheden in de door Interpay Nederland B.V. opgegeven lijst van namen. De verdediging, aan wie de vordering tot wijziging in de tenlastelegging door de officier van justitie voorafgaand aan het onderzoek ter terechtzitting is toegezonden, heeft naar aanleiding van de lijst van namen van genoemde rekeninghouders ter terechtzitting geen verweer gevoerd.
De rechtbank acht daarom bewezen dat ten laste van de rekeningen van de in de tenlastelegging genoemde rekeninghouders geldbedragen zijn opgenomen.
De meest kenmerkende handeling van de aan verdachte verweten gedraging betreft het "vullen" van de (Airmiles-)pasjes met de van de betaalpassen van derden gekopieerde gegevens, waarmee verdachte en zijn mededaders vervolgens met behulp van onrechtmatig verkregen pincodes geldbedragen hebben opgenomen. Gelet hierop acht de rechtbank het valselijk opmaken van betaalpassen bewezen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de volgende feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen omstreeks 8 februari 2003 tot en met 11 februari 2003
te Vianen, Tiel, Geldermalsen, Leerdam, Culemborg en Duitsland,
tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
uit betaalautomaten heeft weggenomen meerdere geldbedragen toebehorende aan meerdere
rekeninghouders conform bijgevoegde lijst: [diverse personen]
waarbij verdachte en zijn mededaders zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten gekopieerde passen met de daarbij behorende pincodes.
2.
hij op tijdstippen omstreeks 5 februari 2003 tot en met 8 februari 2003
in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk
betaalpassen, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg, valselijk heeft opgemaakt, immers hebben verdachte en zijn mededaders toen daar telkens valselijk de gegevens die op de magneetstrip van betaalpassen zijn vastgelegd, door het plaatsen van een printplaat in een betaalautomaat gekopieerd en vervolgens deze gegevens op andere passen geplaatst, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1:Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Feit 2:Voortgezette handeling van opzettelijk een betaalpas bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu er geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat in aanmerking genomen dat verdachte er puur uit winstbejag actief aan heeft meegewerkt dat in een relatief korte periode op grote schaal is gefraudeerd met passen en pincodes. Door zijn handelwijze is het vertrouwen van de maatschappij in het elektronische betalingsverkeer geschaad.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij een ondergeschikte rol in het geheel heeft gespeeld en na zijn aanhouding direct openheid van zaken heeft gegeven bij de politie.
Voorts heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens een op zijn naam gesteld uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 31 maart 2003, eerder voor vermogensdelicten met politie en justitie in aanraking is gekomen.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met name het feit dat hij nu naar eigen zeggen gemotiveerd is om zijn leven een andere wending te geven en volgens zijn verklaring ter zitting vooruitzichten heeft op werk, vindt de rechtbank aanleiding te bepalen dat een vrijheidsstraf zal worden opgelegd gelijk aan de duur van het voorarrest.
Verder acht de rechtbank een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank is van oordeel dat daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd voor de duur van zes maanden, enerzijds teneinde de ernst van de onderhavige feiten te benadrukken en anderzijds om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst weer strafbare feiten te plegen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 key card(vermeld onder nummer 6 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 clubcard(vermeld onder nummer 23 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 diskette(vermeld onder nummer 52 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen),
volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het bewezenverklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan of voorbereid.
Bij deze beslissing heeft de rechtbank gelet op de draagkracht van verdachte.
Benadeelde partijen
De benadeelde partij Sita Nederland B.V., gevestigd te Arnhem, heeft zich door middel van een formulier, als bedoeld in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering, in het strafproces gevoegd met een vordering van € 10.162,61 euro, ter zake van geleden schade.
De rechtbank zal deze benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu deze vordering betrekking heeft op een feit dat niet ten laste is gelegd. De benadeelde partij kan haar vordering alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij [personen Y en Z], wonende te [plaats], heeft zich door middel van een formulier, als bedoeld in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering, in het strafproces gevoegd met een vordering van € 700, als gevolg van het onder 1/2 tenlastegelegde.
De rechtbank zal deze benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn/haar vordering, nu deze vordering door het ontbreken van een onderbouwing, niet zo eenvoudig van aard is, dat zij zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan zijn/haar vordering alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Interpay Nederland B.V., gevestigd te Utrecht, heeft een formulier, als bedoeld in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering, ingebracht het strafproces gevoegd met een vordering van € 108.831,13 euro als gevolg van het onder 1 tenlastegelegde.
Aangezien Interpay Nederland B.V. optreedt namens de gezamenlijke banken die de rekeninghouders schadeloos hebben gesteld, kan zij niet worden aangemerkt als degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, als bedoeld in artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering. Interpay is derhalve niet bevoegd zich als benadeelde partij in dit strafproces te voegen. De rechtbank zal Interpay Nederland B.V. niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. Interpay Nederland B.V. kan haar vordering alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 56, 57, 232, 310 en 311 van het Wetboek van Straf-recht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en 2 meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Feit 2: Voortgezette handeling van opzettelijk een betaalpas bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 204 dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf groot 180 dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde
gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
- een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 key card(vermeld onder nummer 6 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 clubcard(vermeld onder nummer 23 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 diskette(vermeld onder nummer 52 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
Gelast de teruggave aan de verdachte van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen te weten:
- 1 Cartier horloge(vermeld onder nummer 1 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 zakagenda(vermeld onder nummer 2 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 DHB bankafschriften(vermeld onder nummer 3 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 10 ABN-AMRO bankafschriften(vermeld onder nummer 4 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 kassabon(vermeld onder nummer 7 op de lijst van inbeslaggenomen
voorwerpen);
- 1 kwitantie(vermeld onder nummer 8 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 rekening(vermeld onder nummer 9 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 Libertel pukcode(vermeld onder nummer 10 op de lijst van inbeslaggenomen
voorwerpen);
- 1 Dutchtone pukcode(vermeld onder nummer 11 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 7 brieven/foto's(vermeld onder nummer 12 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 ABN-AMRO bankafschriften(vermeld onder nummer 13 op de lijst van inbeslaggenomen
voorwerpen);
- 1 bekeuring(vermeld onder nummer 14 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 3 brieven(vermeld onder nummer 15 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 ABN-AMRO spaarpas(vermeld onder nummer 17 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 Gepu-pas(vermeld onder nummer 18 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 agenda's(vermeld onder nummers 19 en 20 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 6 telefoons(vermeld onder nummers 24 en 55-60 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 15 bankafschriften(vermeld onder nummer 25 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 giro storingsbon(vermeld onder nummer 42 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 brieven(vermeld onder nummers 43 en 46 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 enveloppe(vermeld onder nummer 44 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 3 CD's(vermeld onder nummers 47-49 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 diskettes(vermeld onder nummers 50 en 51 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 2 simkaarten(vermeld onder nummers 53 en 54 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 systeemkast PC(vermeld onder nummer 61 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 horloge(vermeld onder nummer 62 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 damesring(vermeld onder nummer 63 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- geldbedragen(3200 euro en 80 Eng.Pond) (vermeld onder nummer 65 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
Gelast de teruggave aan [persoon X] van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen te weten:
- 1 RABO bankpas(vermeld onder nummer 37 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
Gelast de teruggave aan echtgenote van verdachte van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen te weten:
- 1 agenda/telefoonboek(vermeld onder nummer 21 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
Gelast de teruggave aan [persoon W] van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen te weten:
- 1 map(vermeld onder nummer 38 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 kentekenbewijs(vermeld onder nummer 39 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 verzekeringsbewijs(vermeld onder nummer 40 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 ANWB-pas(vermeld onder nummer 41 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
- 1 personenauto BMW, voorzien van kenteken SN-NN-91(vermeld onder nummer 45 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen);
Verklaart de navolgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen:
- Interpay Nederland B.V., gevestigd te Utrecht en
- [personen Y en Z], wonende te [plaats] en
- Sita Nederland Holding B.V., gevestigd te Arnhem,
Heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is aldus gewezen door:
Mr. Van Beuge, voorzitter,
mrs.Brandsma en Hemrica, rechters,
in tegenwoordigheid van Beers-de Badts, grif-fier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 01 juli 2003.
Mr. Brandsma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Proces-verbaal van de uitspraak van de meervoudige strafkamer op dinsdag 01 juli 2003 te 13.30 uur.
Tegenwoordig:
mr(s). __________________________________ rechter(s),
mr. __________________________________ officier van justitie,
en __________________________________ griffier.
Betrokkene:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum, plaats]
wonende te (adres , woonplaats)
is wel / niet verschenen.
De raadsman mr. Smeets/Utrecht is wel / niet verschenen.
De voorzitter/rechter spreekt de beslissing uit.
De voorzitter/rechter wijst op de mogelijkheid van hoger beroep binnen 14 dagen na uitspraak van het vonnis
Opmerkingen:
Waarvan proces-verbaal,
De griffier,