ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9007

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
54939 / KG ZA 03-159
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot ontruiming van gekraakte woningen aan de Pastorieweg te Vorden door Stichting De Stiepel

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 1 juli 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting De Stiepel en de krakers van woningen aan de Pastorieweg te Vorden. De Stiepel, eigenaar van vier seniorenwoningen, vorderde ontruiming van de woningen die door de krakers waren gekraakt. De vordering werd afgewezen omdat de voorzieningenrechter oordeelde dat De Stiepel geen spoedeisend belang had bij de ontruiming. De rechtbank had eerder bepaald dat de huurovereenkomst met de bewoners beëindigd moest worden, maar dit was afhankelijk van het verkrijgen van een onherroepelijke bouwvergunning, die nog niet was verkregen.

De Stiepel had de woningen eerder opgezegd voor eigen gebruik en had een sloopvergunning aangevraagd, maar de krakers waren niet bereid om de woningen vrijwillig te verlaten. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel De Stiepel belang had bij beëindiging van de onrechtmatige situatie, er geen spoedeisend belang was voor de gevorderde ontruiming. De rechtbank oordeelde dat de krakers onrechtmatig handelden, maar dat dit niet leidde tot een onmiddellijke noodzaak voor ontruiming.

De vordering van De Stiepel werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van het spoedeisend belang in kort geding procedures en de voorwaarden waaronder ontruiming kan worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
SECTOR CIVIEL
VOORZIENINGENRECHTER
Kort-gedingnummer: 54939 / KG ZA 03-159
vonnis van : 1 juli 2003
Vonnis in kort geding in de zaak van:
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting
STICHTING DE STIEPEL,
zetelend te Zelhem,
eiseres bij dagvaarding van 17 juni 2003,
procureur: mr. H. Witteveen,
tegen:
1[gedaagde 1]
wonende te Vorden, Pastorieweg , en
2. [gedaagde 2]
wonende te Vorden, Pastorieweg,
gedaagden,
procureur: mr. A.J.H. Ozinga,
advocaat: mr. E.Th. Hummels te Zeist.
Partijen worden hierna mede De Stiepel en de krakers genoemd.
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De Stiepel heeft onder overlegging van producties de krakers gedagvaard tegen de openbare zitting van 24 juni 2003.
Ter zitting hebben de krakers geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van De Stiepel in de proceskosten.
Partijen hebben hun standpunten aan de hand van pleitnota's mondeling toegelicht, waarna zij vonnis hebben gevraagd.
2. VASTSTAANDE FEITEN
De volgende feiten zullen in dit kort geding als tussen partijen voorlopig vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen, voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn
erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.1 De Stiepel is eigenaar/verhuurder van vier blokjes van vier seniorenwoningen aan de Pastorieweg te Vorden, genummerd 1 tot en met 31 oneven. De woningen met de huisnummers 1, 5, 11, 13, 23 en 29 worden bewoond door huurders.
2.2 Bij deurwaardersexploot van 29 januari 2001 heeft De Stiepel aan de bewoners van de verhuurde woningen de huur opgezegd op grond van dringend nodig hebben voor eigen gebruik.
2.3 Door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vorden is bij besluit van 2 maart 2001 aan De Stiepel vergunning verleend voor het geheel slopen van de vier blokjes van vier seniorenwoningen. Dit besluit is inmiddels onherroepelijk geworden.
2.4 Bij besluit van 26 februari 2003 is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vorden aan De Stiepel een bouwvergunning verleend voor het vergroten van het woonzorgcomplex "De Wehme", gelegen te Vorden aan de Pastorieweg 1 tot en met 83 oneven.
Op het tegen dit besluit ingediende bezwaar is nog niet beslist.
2.5 Bij vonnis van 14 mei 2003 heeft de rechtbank in hoger beroep - voor zover hier van belang -het volgende beslist:
"(…)
bepaalt, dat de huurovereenkomst, onder verband van de door De Stiepel gedane toezeggingen als verwoord onder rechtsoverwegingen 2.10, 2.11 en 2.13, tussen De Stiepel als verhuurder en (…) als huurder van de woonruimte aan de Pastorieweg (…) te Vorden zal eindigen twee maanden vóór de datum van de aanvang van de op een onherroepelijke vergunning gegronde sloop- en bouwwerkzaamheden en beveelt de ontruiming op dat tijdstip.
(…)".
2.6 Op 30 mei 2003 zijn de woningen te Vorden aan de Pastorieweg, genummerd 9 en 15, gekraakt door Assen respectievelijk Conventhon.
3. DE VORDERING, DE GRONDEN EN HET VERWEER
3.1 De Stiepel vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. zal bepalen dat de gekraakte woningen aan de Pastorieweg 9 en 15 te Vorden binnen
vierentwintig uur na betekening van dit vonnis, althans op uiterlijk een door de
voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum en tijdstip van ontruiming,
dienen te worden ontruimd;
2. de krakers zal veroordelen om de gekraakte woningen aan de Pastorieweg 9 en 15 te
Vorden met al degenen die en al hetgeen zich daarin of daarop van hunnerwege bevinden
respectievelijk bevindt, voor of uiterlijk op het vastgestelde tijdstip van ontruiming
behoorlijk te verlaten en te ontruimen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
zulks met machtiging van De Stiepel bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze
verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd te houden zelf te
bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van de politie en justitie en op kosten van
de krakers;
3. de krakers zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2 De krakers hebben gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna zo nodig zal worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING
4.1 Tussen partijen staat vast, dat de krakers de woningen aan de Pastorieweg 9 en 15 zonder recht of titel bewonen, zodat zij aldus onrechtmatig handelen jegens De Stiepel. Daarmee staat tevens vast, dat De Stiepel belang heeft bij het beëindigen van deze onrechtmatige situatie door ontruiming van de woningen door de krakers. Voor het toewijzen van een vordering tot ontruiming in kort geding is echter noodzakelijk, dat sprake is van een spoedeisende zaak waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening is vereist.
4.2 De Stiepel heeft dienaangaande onder meer gesteld, dat de rechtbank te Zutphen bij het hiervoor onder 2.5 vermelde vonnis in hoger beroep heeft beslist dat zij de woningen dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Dit eigen gebruik bestaat uit het slopen van de woningen ten behoeve van de realisatie van de uitbreidingsplannen van Zorgcentrum De Wehme.
4.3 De hiervoor onder 2.3 bedoelde sloopvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vorden is verleend onder voorwaarden, welke - voor zover hier van belang - luiden als volgt:
"(..…)
1.1 De start van de sloopwerkzaamheden moet minimaal 48 uur van te voren worden gemeld
bij de sector grondgebied.
(…)
1.5 In verband met de stabiliteit, de vochtwerendheid en de isolatie van nog in een
woningblok aanwezige bewoonde woningen, mag de sloop van een woningblok eerst
plaatsvinden, na beëindiging van de bewoning van het gehele woningblok.
(…...)".
4.4 Tussen partijen staat vast, dat de huurders van de seniorenwoningen niet bereid zijn die woningen vrijwillig te verlaten en hebben aangekondigd alle procesrechtelijke mogelijkheden te willen benutten. Dientengevolge is thans volstrekt niet voorzienbaar of en zo ja, wanneer, aan De Stiepel een onherroepelijke bouwvergunning zal worden verstrekt, hetgeen ingevolge het vonnis van de rechtbank te Zutphen van 14 mei 2003 een vereiste is voor de beëindiging van de huurovereenkomst met en de bevolen ontruiming van de woningen door de huurders.
Voorts staat vast, dat de beide door de krakers bewoonde woningen deel uitmaken van een blok van vier woningen, waarvan de beide andere woningen bewoond worden door huurders, zodat De Stiepel thans nog geen gebruik kan maken van de verleende sloopvergunning ingevolge de daaraan verbonden voorwaarden.
4.5 Het vorenstaande kan derhalve niet tot de conclusie leiden, dat De Stiepel een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde ontruiming.
4.6 De omstandigheid dat de rechtbank te Zutphen bij het vonnis van 14 mei 2003 heeft uitgesproken, dat De Stiepel de onderhavige woningen dringend nodig heeft voor eigen gebruik maakt dit niet anders. De rechtbank heeft bij dat vonnis immers weliswaar geoordeeld dat na afweging van de wederzijdse belangen de huurovereenkomsten met de bewoners op deze grondslag dienen te worden beëindigd doch daaraan tevens de voorwaarde verbonden van het verkrijgen van een onherroepelijke bouwvergunning door De Stiepel. Aan deze voorwaarde is, zoals hiervoor overwogen, tot op heden niet voldaan en evenmin is te voorzien wanneer aan die voorwaarde zal zijn voldaan.
4.7 De stelling van De Stiepel, dat de huurders van de overige seniorenwoningen door de kraakactie in hun verzet tegen de ontruiming worden gesterkt, is - wat daar ook van zij - rechtens niet relevant. Ook als dit in rechte al zou komen vast te staan, kan dat immers niet leiden tot de conclusie dat De Stiepel een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening.
4.8 Tenslotte heeft De Stiepel nog aangevoerd, dat zij het niet kan verantwoorden naar de bewoners die vrijwillig hun woningen hebben ontruimd, dat hun woningen weer in gebruik zijn genomen door personen die nimmer voor een dergelijke woning in aanmerking zouden zijn gekomen en zelfs zonder dat er een huursom wordt betaald.
Een morele verantwoording als door De Stiepel bedoeld en de omstandigheid dat de onderhavige seniorenwoningen thans worden bewoond door personen die niet behorende tot de doelgroep waarvoor die woningen zijn bestemd, geven op zich geen spoedeisend belang bij een voorziening tot ontruiming. Dit zou anders zijn als door de onrechtmatige bewoning De Stiepel in haar economische belangen zou worden getroffen. Door De Stiepel is evenwel
nadrukkelijk verklaard, dat zij noch met de krakers noch met andere woningzoekenden een (tijdelijke) huurovereenkomst wenst te sluiten, zodat De Stiepel door de kraakactie geen economische schade lijdt.
4.9 Op grond van het vorenstaande moet de vordering van De Stiepel wegens het ontbreken van het vereiste spoedeisende belang bij de ontruiming worden afgewezen.
4.10 De Stiepel zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
5. BESLISSING
De voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding:
1. wijst de vordering af;
2. veroordeelt De Stiepel in de kosten van het geding die voor zover gevallen aan de zijde van de krakers tot op deze uitspraak worden begroot op euro 205,00 wegens verschotten en euro 703,36 wegens salaris procureur, te voldoen als volgt:
aan de griffier van deze rechtbank door storting op bankrekeningnummer 19.23.25.922 ten name van DS 547 Arrondissement Zutphen, Postbus 9008, 7200 GJ Zutphen terzake van:
1. in debet gesteld griffierecht euro 153,75
2. salaris procureur euro 703,36
aan de krakers
niet in debet gesteld griffierecht euro 51,25
3. verklaart dit vonnis met betrekking tot de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2003 in tegenwoordigheid van Chr.D.W. van Meurs, griffier.
cm/vr