ECLI:NL:RBZUT:2003:AG0215
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Lok
- Rechtspraak.nl
Weigering reguliere bouwvergunning na intrekking aanvraag lichte bouwvergunning
In deze zaak heeft verzoeker, een inwoner van Ermelo, op 9 maart 2003 verzocht om de behandeling van zijn aanvraag voor een lichte bouwvergunning voort te zetten als een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning. Dit verzoek volgde op een eerdere aanvraag voor een lichte bouwvergunning die op 17 januari 2003 was ingediend voor het vergroten van een garage en het plaatsen van dakkapellen en luifels. De gemeente Ermelo, als verweerder, heeft de gevraagde vergunning echter geweigerd. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hij stelde dat de gemeente ten onrechte niet binnen de beslistermijn van zes weken had beslist op zijn aanvraag voor de lichte bouwvergunning, en dat er daarom een vergunning van rechtswege was verleend.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoeker zijn aanvankelijke keuze om een lichte bouwvergunning aan te vragen op 9 maart 2003 heeft ingetrokken door te verzoeken om een reguliere bouwvergunning. Hierdoor kon er geen sprake zijn van een vergunning van rechtswege, en was er ook geen grond voor de gevraagde voorlopige voorziening. De rechter benadrukte dat het aan de belanghebbende is om te bepalen welk type aanvraag hij indient, en dat verzoeker zijn aanvraag voor de lichte bouwvergunning had ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Lok op 10 juni 2003, en de beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening, en dat de gemeente terecht had geweigerd de vergunning te verlenen.