ECLI:NL:RBZUT:2003:AF6833
Rechtbank Zutphen
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen bestuursrechtelijke uitspraak inzake ziekengeld
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 27 maart 2003 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de directeur van een werkgever, die optrad namens een werkneemster, A, die geen recht had op ziekengeld na haar ziekmelding. De rechtbank had eerder op 23 januari 2003 het beroep van A tegen een besluit van het UWV niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een eerdere beslissing van het UWV op 21 augustus 2002, waarin werd vastgesteld dat A geen recht had op ziekengeld omdat zij recht had op loondoorbetaling door haar werkgever.
De rechtbank oordeelde dat de directeur van de werkgever, X, niet als belanghebbende kon worden aangemerkt in deze procedure, omdat hij niet tijdig beroep had ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 13 november 2002. De rechtbank concludeerde dat het verzet, dat was ingesteld naar analogie van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), niet-ontvankelijk was. De rechtbank merkte op dat het de werkgever redelijkerwijs kon worden verweten dat zij geen bezwaar had gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit van 21 augustus 2002, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die dit nalaten konden rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het verzet van de werkgever dan ook afgewezen en verklaarde het niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. N.C. van Lookeren Campagne, en de beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.