ECLI:NL:RBZUT:2003:AF6681
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van knobbelzwanen in de stadsgracht van Elburg en de rol van de gemeente
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 24 maart 2003, stond de vereniging Arent Thoe Boecop terecht voor het uitzetten van zes knobbelzwanen in de stadsgracht van Elburg op 10 juli 2002. De vereniging had het voornemen om deze dieren uit te zetten ter herstel van een vroegere situatie, maar dit gebeurde zonder de benodigde ontheffing, wat in strijd is met artikel 14 van de Flora- en faunawet. De gemeente Elburg was betrokken bij deze actie, aangezien zij de zwanen had aangeschaft en het transport had geregeld. Ondanks een waarschuwing van verbalisanten dat het uitzetten van de zwanen verboden was, ging de uitzetting door.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de gemeente Elburg, hoewel zij de zwanen had gefinancierd en de actie had georganiseerd, niet werd vervolgd. De verdachte, vice-voorzitter van de vereniging, beklaagde zich hierover en stelde dat het gelijkheidsbeginsel in het geding was. De economisch politierechter oordeelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard in zijn strafvervolging, omdat de gemeente Elburg niet was gedagvaard, terwijl de vereniging en haar vice-voorzitter wel werden vervolgd. De rechter vond dat de ernst van de overtreding voor zowel de gemeente als de vereniging gelijk was en dat het niet vervolgen van de gemeente een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling zou betekenen.
Het vonnis werd uitgesproken door mr. M. Lok, in aanwezigheid van griffier Jansen, en het openbaar ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn strafvervolging. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van gelijke behandeling in het strafrecht en de verantwoordelijkheden van zowel rechtspersonen als natuurlijke personen in milieuzaken.