ECLI:NL:RBZUT:2003:AF6678

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
24 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/037446-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitzetting van knobbelzwanen door vereniging in strijd met Flora- en faunawet

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zutphen, stond de vereniging Arent thoe Boecop terecht voor het uitzetten van zes knobbelzwanen in de stadsgracht van Elburg op 10 juli 2002. Dit gebeurde zonder de benodigde ontheffing, wat in strijd is met artikel 14 lid 1 van de Flora- en faunawet. De vereniging had aangekondigd deze actie te ondernemen, maar werd door verbalisanten gewaarschuwd dat dit verboden was. Ondanks deze waarschuwing heeft de gemeente Elburg, die de zwanen had aangeschaft en het transport had geregeld, de zwanen ter beschikking gesteld aan de vereniging voor de uitzetting.

Tijdens de zitting op 10 maart 2003 werd duidelijk dat de gemeente Elburg en de vereniging gezamenlijk optraden in deze kwestie. De economische politierechter, M. Lok, oordeelde dat de gemeente Elburg niet minder verantwoordelijk was voor de overtreding dan de vereniging, ondanks het feit dat de bestuurders van de gemeente niet aanwezig waren bij de uitzetting. De rechter concludeerde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard in zijn strafvervolging tegen de vereniging, omdat zij de gemeente Elburg niet had gedagvaard, wat in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.

Het vonnis werd uitgesproken op 24 maart 2003, waarbij de rechter de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in deze zaak verwierp. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van gelijke behandeling in strafzaken en de verantwoordelijkheden van zowel particuliere als publieke rechtspersonen in milieuzaken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Samenvatting:
Elburgse Knobbelzwanen
Economische politierechter
Parketnummer: 06/037446-02
Uitspraak d.d.: 24 maart 2003
Tegenspraak / dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
de vereniging Arent thoe Boecop,
gevestigd te 8084 AM 't Harde, Damweg 4.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 maart 2003.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 10 juli 2002, in de gemeente Elburg al dan niet opzettelijk één of meer dieren, te weten 6, althans een aantal knobbelzwanen, in de vrije natuur heeft uitgezet;
art 14 lid 1 Flora- en faunawet
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De vertegenwoordiger van verdachte heeft zich ter zitting beklaagd over het feit dat de vereniging wel doch de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Elburg niet wordt vervolgd en zich heeft verbaasd over het feit dat die rechtspersoon in het strafrechtelijk onderzoek in het geheel niet is gehoord.
Met betrekking tot dit beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt het volgende overwogen.
De economisch politierechter gaat daarbij uit van de volgende feiten.
Op 8 juli 2002 stond in locale kranten een bericht waarin werd aangekondigd dat de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop het voornemen had op 10 juli 2002 om
16.00 uur zes knobbelzwanen uit te zetten in de stadsgracht van Elburg, zulks ter herstel van toestand zoals die in vroegere dagen gedurende lange tijd heeft bestaan.
Verbalisanten hebben daarop contact opgenomen met zowel de gemeente Elburg als met de vereniging en hen meegedeeld dat het uitzetten van zes knobbelzwanen in de stadsgracht
van Elburg (zonder ontheffing) verboden is op grond van artikel 14 van de Flora- en faunawet, waarin is bepaald dat het verboden is dieren in de vrije natuur uit te zetten.
Bij dat contact is verbalisanten gebleken dat het ging om een gezamenlijke actie van de gemeente Elburg en de vereniging Arent thoe Boecop.
Ter zitting is gebleken dat de gemeente Elburg de knobbelzwanen heeft gekocht en betaald, het transport naar Elburg heeft geregeld en de zwanen op 10 juli 2002, ondanks de waarschuwing van verbalisanten, ter beschikking van de vereniging heeft gesteld opdat deze zouden worden uitgezet in de stadsgracht, eigendom van de gemeente Elburg.
De enkele omstandigheid dat bestuurders van de gemeente Elburg bij de uitzetting, anders dan aanvankelijk de bedoeling was, niet zijn verschenen brengt onder de gegeven omstandigheden niet met zich dat ten aanzien van die rechtspersoon een minder ernstige verdenking ter zake overtreding van artikel 14 van de Flora- en faunawet bestaat dan ten aanzien van de vereniging, terwijl de ernst van het feit ten opzichte van de gemeente zeker niet minder is dan ten opzichte van de vereniging.
Onder deze omstandigheden in de economisch politierechter van oordeel dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel doel treft en het openbaar ministerie niet ontvankelijk moet worden verklaard, nu zij de vereniging (en haar vice-voorzitter als leidinggever) wel en de gemeente Elburg niet heeft gedagvaard.
Beslissing
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Dit vonnis is gewezen mr. Lok, economische politierechter, in tegenwoordigheid
van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank
van 24 maart 2003.