ECLI:NL:RBZUT:2002:AF2603

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
51005 FA RK 02 2307
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag en hoofdverblijfplaats van een minderjarige na verhuizing van de moeder

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 18 december 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vader en de moeder van een minderjarige dochter. De vader verzocht de rechtbank om het gezamenlijk gezag te wijzigen, zodat hij alleen het gezag over de minderjarige zou uitoefenen. Hij stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden, omdat de moeder voornemens was te verhuizen naar een andere plaats, wat het contact tussen hem en de minderjarige zou bemoeilijken. De vader benadrukte dat hij actief betrokken was bij het leven van de minderjarige en dat haar ontwikkelingsachterstand in gevaar zou komen door de verhuizing.

De moeder daarentegen verzocht de rechtbank om het verzoek van de vader af te wijzen. Zij betoogde dat de verhuizing naar de nieuwe woonplaats in het belang van de minderjarige was, omdat zij daar een goede structuur en zorg kon bieden. De moeder stelde dat de minderjarige een goede band had met haar nieuwe partner en dat de verhuizing juist een positieve ontwikkeling zou zijn voor zowel haar als de minderjarige. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verhuizing van de moeder ingrijpend was, een wijziging van de hoofdverblijfplaats en het gezag naar de vader nog ingrijpender zou zijn. De rechtbank concludeerde dat de moeder voldoende maatregelen had getroffen om de veranderingen voor de minderjarige zo goed mogelijk te ondervangen. Daarom werd het verzoek van de vader afgewezen en werd bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de moeder zou blijven. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Zesde enkelvoudige kamer
Beschikking: 18 december 2002
Zaaknummer: 51005 FA RK 02 2307
Beschikking in de zaak van:
[eiser],
verder te noemen de vader,
wonende te [plaats],
procureur: mr. E. Jonker,
e n
[verweerder],
verder te noemen de moeder,
wonende te [plaats]
procureur: mr. M.A. Kale.
Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 20 november 2002;
- de brief met bijlagen van mr. Jonker, ingekomen op 27 november 2002;
- het verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 10 december 2002;
- het aanvullend verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, ingekomen op 17 december 2002;
- het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting op 18 december 2002.
De vaststaande feiten
Partijen oefenen - ingevolge de beschikking van deze rechtbank van 19 juli 2001 - gezamenlijk het gezag uit over het navolgende minderjarige kind:
[dochter], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [plaats].
Het verzoek
De vader verzoekt dat de rechtbank voormelde beschikking van 19 juli 2001 zal wijzigen en zal bepalen dat hij alleen het gezag over voornoemde minderjarigen zal uitoefenen.
Hij stelt dat een wijziging van omstandigheden is opgetreden en dat een wijziging van het gezag in het belang van de minderjarige is. De vader heeft vernomen dat de moeder, bij wie de minderjarige haar hoofdverblijfplaats heeft, voornemens is om te gaan verhuizen naar [plaats]. Het intensieve en regelmatige contact dat hij na de echtscheiding altijd heeft gehad met de minderjarige komt hierdoor in gevaar. Doordat partijen thans bij elkaar in de buurt wonen is de vader in staat de minderjarige op te vangen wanneer dat nodig is. Hij brengt haar ook naar volksdansen en is actief op de school van de minderjarige. Daarnaast is er bij de minderjarige sprake van een ontwikkelingsachterstand. Zij heeft de neiging om in haar eigen wereldje weg te zakken en heeft moeite met nieuwe situaties. De vader acht het in het belang van de minderjarige dat zij haar huidige school blijft bezoeken. Daar in het verleden enkele belangrijke veranderingen, waaronder het overlijden van de andere dochter van partijen en het overlijden van de nieuwe partner van de vader, hebben plaatsgehad, vreest de vader dat de ontwikkelingsachterstand van de minderjarige groter zal worden als gevolg van de verhuizing naar [plaats].
De vader acht het in het belang van de minderjarige dat zij in [plaats] blijft. De minderjarige kan bij hem wonen en hij is bereid en in staat zijn werktijden hierop aan te passen.
Het verweer tevens zelfstandig verzoek
De moeder verzoekt het verzoek inzake het verlenen van het eenhoofdig gezag aan de vader af te wijzen, zij verzoekt de rechtbank te bepalen dat minderjarige [dochter] de woonplaats van de moeder zal volgen; alsmede deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Zij betwist, hoewel zij niet ontkent dat er negatieve kanten aan de verhuizing zitten, dat de verhuizing naar [plaats] tegen het belang van de minderjarige ingaat. De nieuwe partner van de moeder woont in [plaats] en de minderjarige heeft een goed contact met hem. Gezien haar ontwikkelingsachterstand heeft de minderjarige structuur nodig die de moeder kan bieden. De moeder is niet werkzaam en kan op de tijden dat de minderjarige niet op school is voor haar zorgen, dit in tegenstelling tot de vader die daar vanwege zijn werkzaamheden geen of minder gelegenheid toe heeft. Het samenwonen met de partner van de moeder biedt stabilisering voor de minderjarige. Daarbij zou een nieuwe start in een nieuwe omgeving juist een goede ontwikkeling voor zowel de moeder als de minderjarige inhouden. Zulks wordt volgens de moeder ook beaamd door de heer [deskundige], als maatschappelijk werker verbonden aan stichting Meerkanten. De moeder heeft in de omgeving [plaats] een school gevonden die de minderjarige soortgelijk onderwijs biedt als geboden wordt door haar huidige school.
Tenslotte acht de moeder het niet in het belang van de minderjarige dat de vader de dagelijkse verzorging en opvoeding op zich neemt. Hij is woonachtig in een caravan en heeft psychische klachten. Een verbreking van de - sterke - band met haar moeder zou voor de minderjarige bovendien grotere nadelige consequenties met zich meebrengen dan de thans op handen zijnde verhuizing.
De moeder benadrukt dat zij geenszins voornemens is het contact tussen de vader en de minderjarige te beperken.
Het nader standpunt van de vader
De vader betwist de stelling van de moeder dat hij woonachtig zou zijn in een caravan. Hij woont tijdelijk in een chalet op een vakantiepark, maar is in staat om, wanneer de minderjarige bij hem zou komen wonen, op zeer korte termijn een huurwoning te betrekken.
De vader verzoekt de rechtbank het zelfstandig verzoek van de moeder af te wijzen.
Het advies
De Raad voor de Kinderbescherming heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hoewel een verhuizing ingrijpend is voor de minderjarige, meent de Raad dat een wijziging van gezag en verblijfplaats nog grotere gevolgen voor de minderjarige oplevert. De Raad biedt aan om enkele bemiddelingsgesprekken te laten plaatsvinden nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan
De beoordeling
Een verzoek om het toekennen van het gezag aan een ouder, terwijl er sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag, kan slechts worden toegewezen indien zulks is in het belang van de minderjarige. Een verhuizing van een - mede- met het ouderlijk gezag belaste ouder levert een wijziging van omstandigheden op die in beginsel, in samenhang met andere relevante omstandigheden van het geval, kan leiden tot een wijziging in de gezagsvoorziening in die zin dat een ouder kan worden belast met het ouderlijk gezag.
Hoewel het de rechtbank gebleken is dat de verhuizing, mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige, een ingrijpende verandering teweeg zal brengen, zal een wijziging van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige en het verlenen van het eenhoofdig gezag aan de vader een nog ingrijpendere verandering teweeg brengen.
De moeder heeft in casu op respectabele gronden voor de verhuizing gekozen. Zij verhuist bovendien binnen Nederland.
Het is de rechtbank, zonder de angsten van de vader te bagatelliseren, niet gebleken dat een verhuizing in een zodanig ernstige mate tegen de belangen van de minderjarige ingaat dat thans een wijziging van het gezag en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige gerechtvaardigd is. De moeder heeft bovendien voldoende maatregelen getroffen om de veranderingen voor de minderjarige zo goed mogelijk te ondervangen, althans tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
De rechtbank zal in het belang van de minderjarige, de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bepalen bij de moeder.
De moeder heeft ter terechtzitting benadrukt dat de rol die de vader in het leven van de minderjarige vervult, mede in het licht van de gebeurtenissen in het verleden, in stand blijft. Het is aan de ouders om over de praktische uitoefening hiervan in overleg te treden teneinde hieraan zo goed mogelijk invulling te geven.
Omdat de vader en de moeder elkaars echtgenoten zijn geweest zal de rechtbank de proceskosten als volgt compenseren.
De beslissing
De rechtbank:
Wijst af het verzoek van de vader hem te belasten met het ouderlijk gezag over de minderjarige [dochter].
Bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [dochter], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [plaats], bij de moeder zal zijn.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Compenseert de proceskosten tussen partijen aldus, dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Krijger en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.