ECLI:NL:RBZUT:2002:AF1090

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
20 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060490-01 en 06/030213-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Oosten
  • A. van Beuge
  • J. Brandsma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Brandstichting en bedreiging in psychiatrisch ziekenhuis met gevolgen voor de behandeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 20 november 2002, stonden de verdachte en de tenlastegelegde feiten centraal, die zich voornamelijk afspeelden in het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten. De verdachte, die lijdend was aan een geestelijke stoornis, werd beschuldigd van meerdere brandstichtingen en bedreigingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk brand had gesticht in verschillende ruimtes van het ziekenhuis, waaronder een isoleercel, en daarbij gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen had veroorzaakt. De feiten vonden plaats tussen 2001 en 2002, waarbij de verdachte onder andere een deken en een laken in brand stak met een aansteker, wat leidde tot brand in de cel en bedreigingen aan het adres van medepatiënten.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet volledig toerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten, gezien zijn geestelijke toestand. De rechtbank nam de conclusies van de gedragsdeskundigen over, die aangaven dat de verdachte in een orthopedagogische setting beter geholpen zou zijn. De rechtbank besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden, met een proeftijd van drie jaar, en legde bijzondere voorwaarden op met betrekking tot zijn behandeling en verblijf in een psychiatrische instelling. De rechtbank benadrukte het belang van een passende behandelsetting voor de verdachte, gezien zijn problematiek en het negatieve effect van zijn gedrag op zijn behandeling.

De uitspraak bevatte ook een vrijspraak voor een van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte dit feit had gepleegd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, ondanks zijn geestelijke problemen, strafbaar was voor de bewezenverklaarde feiten en legde een straf op die in overeenstemming was met de ernst van de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer(s): 06/060490-01 en 06/030213-02
Uitspraak d.d.: 20 november 2002
ad informandum: 06/030213-01 en 06/030258-01
tegenspraak / dip / oip (06/060490-01) en dip (06/030213-02)
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres] (Psychiatrisch Ziekenhuis Veldwijk).
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 november 2003.
Ingevolge een tussenvonnis van deze rechtbank van 2 april 2002 is het onderzoek in deze zaak heropend teneinde te bezien wat de concrete mogelijkheden zijn voor behandeling van verdachte in een orthopedagogische setting (zoals bijvoorbeeld De Eefdese Tehuizen of Hoeve Boschoord) en op welke termijn deze gerealiseerd kunnen worden
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/060490-01 en 06/030213-02 tegen verdachte aangebrachte zaken.
De tenlastelegging
Aan verdachte is het volgende tenlastegelegd:
Inzake parketnummer 06/060490-01:
1.
hij op of omstreeks 14 december 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand
heeft gesticht in een (isoleer)cel (in het psychiatrisch ziekenhuis de
Meerkanten op de afdeling "[naam]"), immers heeft verdachte toen aldaar
opzettelijk een deken en/of (een) laken(s) en/of een kussensloop in brand
gestoken met een aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking
gebracht met die deken en/of die/dat laken(s) en/of die kussensloop, althans
met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die/dat deken en/of
laken(s) en/of kussensloop geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk
geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die/dat deken
en/of laken(s) en/of kussensloop en/of de inboedel in de cel en/of de cel
en/of het pand waarin die cel zich bevindt, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen en/of levensgevaar voor de personeelsleden en/of clienten, in elk
geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 14 december 2001 in de gemeente [plaats] [slachtoffer] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware
mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer]
dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je dood", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 28 juli 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand heeft
gesticht in een (isoleer)cel (in het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten op
de afdeling "[naam]"), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een
(brandende) aansteker in aanraking gebracht met een laken en/of een matras, in
elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare
stof(fen), ten gevolge waarvan dat laken en/of die matras en/of ander
beddegoed en/of die isoleercel geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk
geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die isoleercel
en/of het gebouw (waarin die isoleercel zich bevindt) en/of voor de zich in
dat gebouw bevindende goederen en/of de nabijstaande gebouwen in elk geval
gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de zich in dat gebouw
bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te
duchten was;
(gevoegd: parketnummer 030213-01: incident 1)
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 augustus 2001
tot en met 13 augustus 2001 in de gemeente [plaats] (telkens) opzettelijk brand
heeft gesticht op de/een (eerste) verdieping van afdeling "de [naam]" in
het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten, immers heeft verdachte toen aldaar
(telkens) opzettelijk een kussensloop in brand gestoken, in elk geval
opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen),
ten gevolge waarvan dat kussensloop (telkens) geheel of gedeeltelijk is/zijn
verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
dat gebouw (waarin zich voormelde afdeling bevindt) en/of de zich in dat
gebouw/op die afdeling bevindende goederen en/of de nabij staande gebouwen, in
elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de zich in dat
gebouw bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of
anderen, te duchten was;
(gevoegd: parketnummer: 030213-01: incident 2)
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 03 september 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand
heeft gesticht in een badkamer (in het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten
op de afdeling "[naam]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk
de (inhoud van de) wasmand in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open)
vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan
de (inhoud van die) wasmand geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk
geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die badkamer en/of
en/of de zich in die badkamer bevindende goederen en/of het gebouw (waarin die
badkamer zich bevindt) en/of de nabij staande gebouwen, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de zich in dat gebouw bevindende
personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
(gevoegd: parketnummer 030213-01: incident 6)
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 13 augustus 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk
mishandelend [slachteroffer B] (met kracht) heeft vastgepakt en/of heeft geslagen
en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
(gevoegd: parketnummer 030213-01: incident 5)
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Inzake parketnummer 06/030213-02:
hij op of omstreeks 20 juni 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand heeft
gesticht in het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk/De Meerkanten (op de
afdeling "[naam]"), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk de
vlam van een aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking
gebracht een hoeslaken en/of linnengoed, althans met (een) brandbare
stof(fen), ten gevolge waarvan dat laken en/of linnengoed en/of geheel of
gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor voornoemd gebouw (waarin zich voormelde afdeling bevindt)
en/of voor de zich in dat gebouw/op die afdeling bevindende goederen en/of
nabijstaande gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in dat
gebouw/op die afdeling bevindende personen, in elk geval levensgevaar en/of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het inzake parketnummer 06/060490-01 onder 5 tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het inzake parketnummer 06/060490-01 onder 1, 2, 3, 4 en 6 en het inzake parketnummer 06/030213-02 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Inzake parketnummer 06/060490-01:
1.
hij op 14 december 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand
heeft gesticht in een (isoleer)cel (in het psychiatrisch ziekenhuis de
Meerkanten op de afdeling "[naam]"), immers heeft verdachte toen aldaar
opzettelijk een deken en laken(s) en/of een kussensloop in brand
gestoken met een aansteker ten gevolge waarvan die deken en
lakens en kussensloop geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel in de cel en de cel en het pand waarin die cel zich bevindt, en levensgevaar voor de personeelsleden en/of cliënten te duchten was;
2.
hij op 14 december 2001 in de gemeente [plaats] [slachtoffer] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer]
dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je dood;
3.
hij op 28 juli 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand heeft
gesticht in een (isoleer)cel (in het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een
(brandende) aansteker in aanraking gebracht met een laken, ten gevolge waarvan dat laken en ander
beddegoed en die isoleercel geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand terwijl daarvan gemeen gevaar voor die isoleercel en het gebouw (waarin die isoleercel zich bevindt) en voor de zich in
dat gebouw bevindende goederen te duchten was;
4.
hij op tijdstippen op 12 augustus 2001 in de gemeente [plaats] (telkens) opzettelijk brand
heeft gesticht op de afdeling "de [naam]" in het psychiatrisch ziekenhuis de Meerkanten, immers heeft verdachte toen aldaar (telkens) opzettelijk een kussensloop in brand gestoken,
ten gevolge waarvan dat kussensloop (telkens) gedeeltelijk is
verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat gebouw (waarin zich voormelde afdeling bevindt) en de zich in dat
gebouw/op die afdeling bevindende goederen en levensgevaar voor de zich in dat
gebouw bevindende personen te duchten was;
6.
hij op 13 augustus 2001 in de gemeente [plaats] opzettelijk
mishandelend [slachteroffer B] (met kracht) heeft vastgepakt en heeft geslagen
, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
Inzake parketnummer 06/030213-02:
hij op 20 juni 2002 in de gemeente [plaats] opzettelijk brand heeft
gesticht in het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk/De Meerkanten (op de
afdeling "[naam]"), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk de
vlam van een aansteker in aanraking
gebracht een hoeslaken en/of linnengoed, ten gevolge waarvan dat laken en/of linnengoed geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor voornoemd gebouw (waarin zich voormelde afdeling bevindt) en voor de zich in dat gebouw/op die afdeling bevindende goederen en levensgevaar voor de zich in dat
gebouw/op die afdeling bevindende personen, te duchten was.
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Inzake parketnummer 06/060490-01:
1. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is;
2. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
3. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
4. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
6. mishandeling;
Inzake parketnummer 06/030213-02:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een multidisciplinaire rapportage uitgebracht, bestaande uit een rapport gedateerd 14 maart 2002 - in samenhang met een eerder rapport van 12 december 2001 -van drs. Lodewegens, psychiater, en een rapport gedateerd12 maart 2002 van drs. Brookhuis, psychologe.
Met de conclusie van rapporteurs, te weten dat betrokkene ten tijde van de tenlastegelegde feiten lijdende was aan een zodanige ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens (met als hoofddiagnose zwakzinnigheid) dat de tenlastegelegde feiten - indien bewezen - hem slechts in sterk verminderde mate kunnen worden toegerekend, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Gelet op het algehele beeld dat door de gedragsdeskundigen van verdachte wordt gegeven is de rechtbank van oordeel dat dezelfde mate van toerekenbaarheid ook bestond ten tijde van het begaan van het feit dat ten laste is gelegd onder parketnummer 06/030213-02
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich - binnen de psychiatrische setting waarin hij reeds gedurende jaren verblijft - in toenemende mate schuldig maakt aan het plegen van brandstichtingen en grensoverschrijdend- en acting-out gedrag.
Het begeleidings- en behandelingstraject van betrokkene wordt daardoor negatief beïnvloed en de effectiviteit daarvan ernstig aangetast.
Verdachte is naar het inzicht van de rapporteurs Lodewegens en Brookhuis gezien zijn stoornis niet op zijn plaats in de huidige opvang maar zou wel gebaat zijn bij een orthopedagogische behandelsetting met de mogelijkheid van psychiatrische consultatie. Uit de rapporten van de Stichting Reclassering Nederland van 12 juni 2002 en 18 oktober 2002 blijkt dat vooralsnog geen reële inschatting kan worden gemaakt of, en zo ja, binnen welke behandelingssetting betrokkene kan worden geplaatst.
De rechtbank komt het standpunt van beide voornoemde deskundigen plausibel voor en zal, nu verdachte kennelijk detentie ongeschikt is, thans volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan verbonden een bijzondere voorwaarde.
In de persoon van verdachte en de tijd die gemoeid zal zijn met het zoeken naar en plaatsen van verdachte in een meer passende behandelsetting ziet de rechtbank aanleiding om aan die bijzondere voorwaarde een proeftijd te verbinden van drie jaren.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming ge-voegde zaken, bekend onder de parketnummers 06/030213-01 en 06/030258-01, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 157, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het inzake parketnummer 06/060490-01 onder 5 tenlastegeleg-de heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het inzake parketnummer 06/060490-01 onder 1, 2, 3, 4 en 6 en het inzake parketnummer 06/030213-02 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven
Inzake parketnummer 06/060490-01:
1. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is;
2. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
3. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
4. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
6. mishandeling;
Inzake parketnummer 06/030213-02:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor een ander te duchten is.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoerge-legd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- de veroordeelde gedurende de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich geduren-de de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voor-schriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens
de leiding van het psychiatrisch ziekenhuis waar hij thans verblijft, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zal worden overgeplaatst naar een andere kliniek/zorginstelling, waarna veroordeelde zich naar de aanwijzingen en voorschriften van die kliniek/zorginstelling dient te gedragen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlo-pige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van Oosten, voorzitter, Van Beuge en Brandsma, rech-ters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van 20 november 2002.
Mr. Brandsma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.