ECLI:NL:RBZUT:2002:AE7155

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
164646 HA 168-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst tussen Nuon en verweerder

In deze zaak heeft de N.V. Nuon verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerder, die werkzaam was als meteropnemer. Het verzoekschrift is ingediend op 17 juli 2002, waarna de verweerder zich in zijn verweerschrift primair op het standpunt heeft gesteld dat de kantonrechter te Zutphen niet bevoegd is om het verzoek te behandelen. De kantonrechter heeft dit verweer beoordeeld en geconcludeerd dat de kantonrechter te Zutphen niet de juiste bevoegdheid heeft, omdat de arbeidsovereenkomst tussen Nuon en de verweerder niet in Zutphen, maar in Amsterdam moet worden behandeld. De kantonrechter heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter bepalen. Nuon heeft betoogd dat zij een nevenvestiging in Zutphen heeft, maar de kantonrechter heeft deze redenering verworpen. De zaak is uiteindelijk door de kantonrechter verwezen naar de Rechtbank Amsterdam, Sector Kanton, voor verdere behandeling. De beslissing is genomen op 29 augustus 2002, waarbij de kantonrechter in tegenwoordigheid van de griffier de beschikking heeft uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Zutphen, Sector kanton, locatie Zutphen
Zaaknummer: 164646 HA 168-02
Beschikking d.d.: 29 augustus 2002
Afschrift aan:
Verzonden d.d.:
Beschikking in de zaak van:
verzoekster:
de naamloze vennootschap N.V. Nuon,
gevestigd te [Amsterdam] en medekantoorhoudende te Zutphen,
gemachtigde: mr. R.A.C.G. Martens, advocaat te Haarlem,
tegen
verweerder:
de heer [verweerder],
wonende te [woonplaats],
gemachtigde: mr. S.F. Yap, advocaat te [woonplaats],
Partijen worden hierna mede aangeduid als Nuon respectievelijk [verweerder].
1. Procesverloop:
Dit blijkt uit:
- een verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie op 17 juli 2002;
- een verweerschrift met producties;
- de faxbrief aan zijde Nuon d.d. 26 augustus 2002.
2. Motivering
2.1 Bij verzoekschrift heeft Nuon verzocht dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verweerder] zal ontbinden op de in het verzoekschrift geformuleerde gronden.
2.2 Bij verweerschrift heeft [verweerder] zich primair op het standpunt gesteld dat het verzoek niet-ontvankelijk is nu de kantonrechter te Zutphen niet bevoegd is.
2.3 Van niet-ontvankelijkheid is de kantonrechter niet gebleken. De kantonrechter verstaat het primaire verweer aldus dat [verweerder] zich op het standpunt stelt dat de kantonrechter relatief niet bevoegd is het onderhavige geschil te behandelen. Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
2.4 Ingevolge de artikelen 7:685 lid 3 BW jo. 262 Rv is relatief bevoegd (kort gezegd) de kantonrechter van de woonplaats van verzoeker, dan wel van gedaagde, dan wel van de plaats waar de werkzaamheden gewoonlijk worden verricht.
2.5 Tussen partijen is blijkens het verzoekschrift en het verweerschrift niet in geschil:
- dat de arbeidsovereenkomst bestaat tussen Nuon en [verweerder];
- dat Nuon statutair is gevestigd te [Amsterdam];
- dat [verweerder] woonachtig is in [woonplaats]
- dat [verweerder] zijn werkzaamheden als meteropnemer gewoonlijk in en vanuit [woonplaats] verricht.
Bijgevolg moet worden geconcludeerd dat niet de kantonrechter te Zutphen, maar die te [Amsterdam] bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
2.6 Weliswaar heeft Nuon in het verzoekschrift, alsmede in een naar aanleiding van het verweerschrift verzonden brief, nog betoogd dat zij een nevenvestiging/filiaal in Zutphen heeft, namelijk haar HR-afdeling Nuon Monitoring, zodat zij ingevolge artikel 1:14 BW aldaar mede woonplaats zou hebben, maar deze redenering kan niet worden gevolgd. Zelfs als wordt aangenomen dat deze HR-afdeling een kantoor of filiaal is in de zin van artikel 1:14 BW, ziet Nuon ten onrechte over het hoofd dat alsdan van een (competentiescheppende) woonplaats slechts sprake is voorzover het gaat om "aangelegenheden die dit kantoor of filiaal betreffen". Dat het - naar Nuon stelt - zou gaan om "een aangelegenheid die met name de afdeling HR betreft" is in het licht van het vorenoverwogene en mede gelet op het belang van een laagdrempelige toegang tot de rechter onvoldoende te kunnen concluderen tot toepasselijkheid van laatstgenoemde bepaling.
2.7 Er zijn termen de zaak conform art. 270 Rv te verwijzen als volgt.
3. Beslissing
De kantonrechter, beschikkende;
verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, naar de Rechtbank [Amsterdam], Sector Kanton, Locatie Amsterdam;
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 augustus 2002 door kantonrechter mr. J.A.M. Smulders, in tegenwoordigheid van de griffier.