ECLI:NL:RBZUT:2002:AE4013
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezag en omgangsregeling na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 12 juni 2002, is een verzoek ingediend door de man, wonende te Doetinchem, om het gezamenlijk gezag over zijn minderjarige zoon, geboren op 9 november 1987, te verkrijgen. De man en de vrouw, die in 1990 zijn gescheiden, hebben een langdurige en problematische communicatie over de opvoeding van hun zoon, die zowel geestelijk als lichamelijk gehandicapt is. De man verzoekt de rechtbank om de eerdere beschikking van de rechtbank Arnhem te wijzigen, zodat hij en de vrouw gezamenlijk het gezag over hun zoon kunnen uitoefenen en de omgangsregeling kan worden aangepast. De vrouw verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat zij al lange tijd de zorg voor hun zoon op zich neemt en dat de man niet in staat is om de zorg voor hem adequaat te delen.
De rechtbank overweegt dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek, maar dat de huidige situatie, waarin de vrouw alleen het gezag uitoefent, in het belang van de zoon is. De rechtbank wijst het verzoek van de man af, omdat het gezamenlijk gezag waarschijnlijk zou leiden tot verdere conflicten tussen de ouders, wat schadelijk zou zijn voor de zoon. De rechtbank wijst echter het verzoek van de man tot aanpassing van de omgangsregeling toe, waarbij de zoon elke zondag bij de man zal verblijven, met de mogelijkheid van een vervangende zaterdag indien de zondag niet mogelijk is. De rechtbank benadrukt dat de huidige zorgstructuur voor de zoon, die door de vrouw wordt geboden, stabiliteit en structuur biedt, wat cruciaal is voor zijn welzijn.
De beschikking is gegeven door mr. R. Krijger en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De man en de vrouw hebben het recht om binnen drie maanden hoger beroep aan te tekenen bij het Gerechtshof te Arnhem.