ECLI:NL:RBZUT:2002:AE2540
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot publicatie van verklaring inzake seksuele intimidatie door het LSOP
In deze zaak vordert eiser, een docent bij het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP), dat de voorzieningenrechter het LSOP zal veroordelen om een officiële verklaring te publiceren waarin wordt bevestigd dat er nooit een officiële klacht tegen hem is ingediend en dat hij nooit disciplinair is gestraft. Eiser is sinds april 1978 in dienst van de politie en heeft zich kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer op de Lijst Pim Fortuyn. Hij werd op 26 maart 2002 buiten functie gesteld vanwege vermeende strafbare feiten. Dit leidde tot een persbericht van het LSOP waarin zijn buitenfunctie stelling werd aangekondigd, wat resulteerde in negatieve publiciteit en schade aan zijn politieke carrière.
Eiser heeft het LSOP meerdere keren verzocht om een verklaring die de geruchten over seksuele intimidatie ontkracht, maar het LSOP heeft hieraan geen gehoor gegeven. Op 6 mei 2002 heeft het LSOP wel een verklaring afgegeven, maar eiser stelt dat deze te laat kwam en onvoldoende was om de schade te beperken. Het LSOP heeft aangevoerd dat het geen mededelingen aan de pers doet in dergelijke zaken en dat de verklaring die op 6 mei is afgegeven, voldoende was.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het LSOP in strijd heeft gehandeld met de goede werkgever- en werknemer verplichtingen door niet eerder een verklaring af te geven. De rechter oordeelt dat eiser recht heeft op de gevraagde verklaring, maar wijst de vordering tot publicatie in de kranten af, omdat het LSOP niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de berichtgeving in de media. De rechter legt een dwangsom op voor het niet voldoen aan de veroordeling om de verklaring aan het ANP te zenden en kent proceskosten toe aan eiser.