ECLI:NL:RBZUT:2002:AE1668
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke handhaving van bestemmingsplan en permanente bewoning van recreatiewoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen geoordeeld over de handhaving van een bestemmingsplan met betrekking tot de permanente bewoning van een recreatiewoning. Eiseres, die de recreatiewoning begin 1999 permanent bewoonde, ontving op 3 augustus 2000 een aanschrijving van het college van burgemeester en wethouders om deze permanente bewoning te staken. Dit besluit werd gevolgd door een bezwaarschrift van eiseres, dat op 27 maart 2001 ongegrond werd verklaard. Eiseres stelde beroep in bij de rechtbank, bijgestaan door haar advocaat, mr. M. Kuiper.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestemmingsplanregeling, die het gebruik van de recreatiewoning voor permanente bewoning verbiedt, rechtmatig is. Eiseres kon niet worden gevolgd in haar betoog dat deze regeling in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank oordeelde dat de beperkingen die het bestemmingsplan oplegt, noodzakelijk zijn voor het algemeen belang en dat er geen zicht was op legalisering van de permanente bewoning.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van 27 maart 2001 vernietigd voor zover het betrekking heeft op de periode vanaf 15 november 2000, omdat de gewraakte overtreding per die datum was geëindigd. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die in verband met de behandeling van het beroep zijn gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de voorwaarden waaronder permanente bewoning van recreatiewoningen is toegestaan.