ECLI:NL:RBZUT:2002:AE1661
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- G. Vrieze
- Rechtspraak.nl
Vordering tot inzage van financiële gegevens in kort geding tussen een eiser en een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. A.M. van Dusseldorp, gedaagden, bestaande uit de besloten vennootschap HET POSTHUIS II B.V. en haar bestuurders, gedagvaard in een kort geding. De eiser vorderde inzage in financiële gegevens van de BV, omdat hij een vordering had op de BV die voortvloeide uit een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De BV, vertegenwoordigd door mr. L. Paulus, voerde verweer en stelde dat zij niet in staat was om aan de vordering van eiser te voldoen vanwege een negatief eigen vermogen en andere financiële verplichtingen. Tijdens de zitting op 3 april 2002 werden de standpunten van beide partijen toegelicht en werd de zaak aangehouden voor vonnis.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de feiten in deze zaak, zoals de oprichting van de BV en de arbeidsrelatie tussen eiser en de BV, onomstreden zijn. De rechter oordeelde dat de BV onvoldoende bewijs had geleverd voor haar betalingsonmacht en dat de bestuurders persoonlijk aansprakelijk konden worden gesteld voor het niet verstrekken van de gevraagde informatie. De rechter baseerde zijn oordeel op eerdere jurisprudentie, waaronder het arrest Van Waning/Van der Vliet en het arrest Steins/Textile, waarin werd gesteld dat bestuurders van een vennootschap verplicht zijn om informatie te verstrekken aan schuldeisers.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van eiser toegewezen en gedaagden hoofdelijk veroordeeld om binnen zes weken de gevraagde financiële gegevens te verstrekken, op straffe van een dwangsom. De kosten van de procedure werden eveneens aan gedaagden opgelegd. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiser direct uitvoering kan vragen van de uitspraak, ongeacht een eventueel hoger beroep.