ECLI:NL:RBZUT:2001:AB1135
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. de Visser
- J. van Harreveld
- M. Vierveijzer
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van afpersing en diefstal met geweld
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zutphen, is de verdachte T, geboren op 22 september 1977, veroordeeld voor het medeplegen van afpersing en diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op 4 december 2000, toen de verdachte samen met anderen een juwelier in Elburg overviel. De overval werd gekenmerkt door het dragen van bivakmutsen en/of nylonkousen, waarbij de eigenaresse onder bedreiging met een dolkmes werd gedwongen om de sleutels van een vitrinekast af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, die zijn gekwalificeerd als misdrijven volgens de artikelen 317 juncto 47 en 312 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen omstandigheden zijn gebleken die zijn strafbaarheid uitsluiten. Bij de straftoemeting heeft de rechtbank rekening gehouden met de recidive van de verdachte op het gebied van gekwalificeerde vermogensdelicten en de impact van dergelijke delicten op de slachtoffers, die vaak leiden tot langdurige angstgevoelens en een gevoel van onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank heeft ook de teruggave van een in beslag genomen pandbrief aan de verdachte gelast. De uitspraak vond plaats op 18 april 2001, na een onderzoek ter terechtzitting op 4 april 2001.