In de uitspraak van 31 juli 2012 in de zaak Van der V. tegen Nederland oordeelde het EHRM dat de rechter die terbeschikkingstelling met dwangverpleging oplegt, moet motiveren of het delict waarvoor de maatregel wordt opgelegd, een geweldsdelict is. Ontbreekt die motivering, dan moet ervan worden uitgegaan dat de maatregel niet is opgelegd voor een geweldsdelict. De duur van de maatregel is dan dus beperkt tot vier jaar. De rechter die oordeelt over de verdere verlenging van de terbeschikkingstelling, mag niet door een eigen interpretatie van de uitspraak waarbij de terbeschikkingstelling werd opgelegd, alsnog vaststellen of de maatregel al dan niet is opgelegd voor een geweldsdelict.
De rechtbank heeft in haar vonnis in 2007 er zich niet over uitgelaten of de veroordeling al dan niet een geweldsdelict betrof. De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een eigen interpretatie, als door het EHRM bedoeld, echter niet noodzakelijk is. Immers, uit de bewezenverklaring en de kwalificatie in het vonnis uit 2007 volgt dat de terbeschikkingstelling mede is opgelegd wegens brandstichting, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten was. Blijkens de wetsgeschiedenis behorende bij artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht wordt brandstichting, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten was, beschouwd als een delict waarvoor de maximumduur van de terbeschikkingstelling niet van toepassing is.
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat verlenging van de maatregel tot terbeschikkingstelling mogelijk is, zal zij de vraag dienen te beantwoorden of de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verdere verlenging van de maatregel eisen.
Uit het rapport van De Kijvelanden blijkt onder meer dat bij betrokkene een autistische stoornis, namelijk de stoornis van Asperger, is gediagnosticeerd, alsmede Gilles de la Tourette. De fascinatie van betrokkene voor vuur is vanuit de stoornis van Asperger te verklaren. Deze stoornis is niet te genezen, maar betrokkene is wel in staat vaardigheden te leren om met de beperkingen ten gevolge van deze aandoening om te gaan. Als gevolg van zijn ontwikkelingsstoornis heeft betrokkene beperkingen op diverse gebieden. Hij is niet in staat gebleken zelfstandig te wonen, zijn financiën te beheren en werk te behouden; op al deze gebieden zal begeleiding nodig blijven. Zijn fascinatie voor vuur zal aanwezig blijven. Externe structuur en duidelijke regels hebben een positief effect op zowel zijn gedachten aan brandstichten als zijn algemene functioneren.
Betrokkene zet zich actief in voor zijn behandeling door het volgen van therapie- en arbeidsblokken. Vanaf januari 2012 werkt betrokkene drie dagen in de week buiten de kliniek in de groenvoorziening en heeft hij onbegeleide verloven opgebouwd, richting onder andere zijn werk en de kerk in Almere.
Op basis van de risicotaxatie kan worden geconcludeerd dat het recidiverisico in toekomstig gewelddadig gedrag laag is, zolang het beoogde resocialisatietraject ingezet kan worden. Wordt de terbeschikkingstelling direct beëindigd, dan wordt het risico op recidive hoger ingeschat.
De kliniek beschikt over een machtiging om betrokkene extramuraal verlof te verlenen. Uit het rapport komt naar voren dat het de bedoeling was om betrokkene aan het einde van kwartaal 3 in 2012 (of begin kwartaal 4) te plaatsen binnen de beschermde woonvorm Kwintes. Gezien het feit dat de lengte van de wachtlijst bij Kwintes leek mee te vallen is besloten om betrokkene direct bij Kwintes te plaatsen en niet eerst bij het resocialisatiecentrum van De Kijvelanden, de Blink. Dit is voor betrokkene gunstig, omdat hij vanuit zijn stoornis van Asperger moeite heeft om zich aan te passen aan een nieuwe omgeving. Het extramuraal forensisch team zal Kwintes begeleiden en toezicht houden op het risicomanagement. De kliniek denkt aan een geleidelijke afbouw van het toezicht vanuit de kliniek, waarbij de reclassering een rol zal gaan spelen. Het is volgens de kliniek nog te vroeg om te beslissen of dit volgens een proefverlof met FPT moet of dat direct gedacht kan worden aan voorwaardelijke beëindiging met FPT. Één en ander hangt af van hoe betrokkene zal functioneren bij Kwintes. Daarbij is van belang dat hij zich langere tijd conformeert aan de regels en afspraken, iets wat in de stevige structuur van de klinische setting soms al moeizaam verloopt. Om deze reden acht de kliniek het van belang dat zij garant blijft staan voor de mogelijkheid tot een terugplaatsing of een time-out. Dit is ook een voorwaarde voor plaatsing. De kliniek acht het noodzakelijk de maatregel met een jaar te verlengen, zodat het huidige traject verder kan worden vormgegeven.