Uitspraak
VONNIS
1.De procedure
2.De feiten
Verder wil ik opmerken dat de laatste vier weken veel bij mij bekend is
Rechtbank Zwolle-Lelystad
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 4 juli 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser, werkzaam bij Education International, en de besloten vennootschap [gedaagde] Bedrijfsrecherche B.V. De eiser vorderde schadevergoeding van [gedaagde] wegens onrechtmatige verwerking van zijn persoonsgegevens. De achtergrond van de zaak betreft een onderzoek dat door [gedaagde] werd uitgevoerd naar de herkomst van een anoniem e-mailbericht dat tijdens een congres was verzonden. Eiser had zijn laptop ingeleverd voor dit onderzoek, maar stelde dat hij niet had ingestemd met het doorzoeken van zijn persoonlijke bestanden, waaronder zijn dagboeknotities.
De rechtbank oordeelde dat de eiser niet op ondubbelzinnige wijze toestemming had gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens, zoals vereist door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De rechtbank stelde vast dat [gedaagde] de volledige inhoud van de harde schijf van de laptop van eiser had gekopieerd en onderzocht, en deze informatie had gedeeld met de werkgever van eiser, zonder dat hiervoor expliciete toestemming was verkregen. Dit werd als onrechtmatig beschouwd.
De rechtbank verklaarde [gedaagde] aansprakelijk voor de schade die eiser had geleden als gevolg van deze onrechtmatige handelingen. Eiser had gesteld dat hij schade had geleden in de vorm van een lagere salariëring en psychische klachten als gevolg van de gebeurtenissen. De rechtbank oordeelde dat de mogelijkheid van schade aannemelijk was en wees de vorderingen van eiser toe, inclusief de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor particuliere onderzoeksbureaus om zich aan de regels van de Wbp te houden en om expliciete toestemming te verkrijgen van betrokkenen voordat zij persoonsgegevens verwerken.