ECLI:NL:RBZLY:2012:BY0142

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
25 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
607306 CV 12-2727
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een 15 jaar oude auto met verborgen gebreken

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 september 2012, staat de consumentenkoop van een 15 jaar oude auto centraal. De eiser, zonder gemachtigde, heeft een Suzuki Baleno gekocht van de gedaagde partij, die handelt in auto's. De auto, met een hoge kilometerstand van 303.688, vertoonde onmiddellijk na de levering mankementen. De eiser heeft de auto op 3 maart 2012 gekocht voor € 1.000,00, met de afspraak dat deze zonder garantiebepalingen werd verkocht. Na de aflevering op 7 maart 2012 bleek de motor oververhit te raken, wat leidde tot meerdere reparaties. De eiser heeft uiteindelijk de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen, maar de kantonrechter oordeelde dat de eiser te vroeg was met deze ontbinding. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij zijn verplichtingen nakwam door de auto te repareren, en dat de schade aan de koppakking en cilinderkop het gevolg was van het te lang doorrijden met een oververhitte motor door de eiser. De kantonrechter wees de vorderingen van de eiser af, inclusief de terugbetaling van de koopsom en de reparatiekosten, en oordeelde dat de gedaagde partij recht had op de afname van de auto, versterkt met een dwangsom. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat beide partijen deels in het gelijk waren gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
Zaaknr. : 607306 CV EXPL 12-2727
Datum : 25 september 2012
Vonnis in de zaak van:
[EISENDE PARTIJ],
wonende te [woonplaats],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
verder te noemen [eisende partij],
zonder gemachtigde procederend,
tegen
[GEDAAGDE PARTIJ], handelend onder de naam ‘[gedaagde partij]’,
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
verder te noemen [gedaagde partij],
gemachtigde mr. P.G.C. van Hemert.
De procedure in conventie en in reconventie
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- dagvaarding van 24 april 2012
- conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie
- brief van [eisende partij] van 7 juli 2012
- tussenvonnis van 17 juli 2012
- brief van [eisende partij] van 14 augustus 2012 (tevens antwoord in reconventie)
- proces-verbaal van de comparitie van 29 augustus 2012
- de brief van [eisende partij] van 1 september 2012
- de brief van [gedaagde partij] van 11 september 2012.
De beoordeling in conventie en in reconventie
1.
De vorderingen in conventie en in reconventie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zodat de kantonrechter die vorderingen gezamenlijk zal bespreken.
2.
Tussen partijen staat het volgende vast.
[gedaagde partij] handelt in auto's en heeft via het internet een auto, merk Suzuki, type Baleno, kenteken [kenteken] te koop aangeboden. De vraagprijs was € 1.250,00 inclusief APK en afle-veringsinspectiebeurt. De kilometerstand bedroeg 303.688. Het bouwjaar van de auto was 1997. De auto is voorzien van een LPG-G3 gastank.
[eisende partij] heeft de auto op 3 maart 2012 van [gedaagde partij] gekocht voor een prijs van € 1.000,00. De koopovereenkomst vermeldt als bijzondere afspraken: ‘nw. APK + vl.check + afl. inspectiebeurt gastanken’.
Op de factuur gedateerd 3 maart 2012, die door beide partijen is ondertekend, staat onder meer: ‘De door u aangekochte auto is gekocht zoals gezien, bereden en akkoord bevonden zonder garantiebepalingen. De klant gaat hiermee akkoord en tekent hiervoor’.
Op 7 maart 2012 heeft de aflevering van de auto plaatsgevonden. Tijdens de rit naar huis raakte de motor van de auto oververhit. [eisende partij] is meerdere keren gestopt, heeft de koelvloei-stof meerdere keren met water aangevuld en is uiteindelijk bij zijn woning gearriveerd.
Op 13 maart 2012 heeft [eisende partij] de auto naar [gedaagde partij] teruggebracht wegens de oververhitte motor.
De auto is op of omstreeks 29 maart 2012 door [gedaagde partij] gerepareerd en op 30 maart 2012 door [eisende partij] weer opgehaald. [eisende partij] heeft de reparatiekosten betaald.
Vervolgens is de motor meteen weer oververhit geraakt. [eisende partij] heeft de auto daarom op 31 maart 2012 teruggebracht en de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen.
[gedaagde partij] heeft de auto wederom, dit keer op eigen kosten, gerepareerd. Die reparatie, de vervanging van onder meer de radiator, was op of omstreeks 4 april 2012 gereed. De radiator was verstopt.
3.
[eisende partij] voert, kort samengevat, het volgende aan.
Tijdens de rit naar huis op 7 maart 2012, nadat [eisende partij] ongeveer 40 km had afgelegd, heeft hij geconstateerd, dat de temperatuur van de motor van de auto hoog opliep. Hij is gestopt en heeft de radiator bijgevuld met water. De radiator begon ‘te koken’. Nadat [eisende partij] vervolgens ongeveer 25 km had afgelegd, deed zich hetzelfde euvel voor. [eisende partij] is ‘na enkele keren bijvullen’ van de radiator in [gemeente] bij zijn woning gearriveerd, en hij heeft toen [gedaagde partij] direct geïnformeerd.
Ter zake van de daaropvolgende reparatie (koppakking vervangen en vlakken cilinderkop) heeft [eisende partij] op 30 maart 2012 een bedrag van € 516,82 aan [gedaagde partij] betaald.
Vervolgens bleek het euvel, nadat [eisende partij] op 30 maart 2012 circa 40 km met de auto had gereden, nog niet te zijn verholpen. Opnieuw is de auto naar [gedaagde partij] terugge-bracht. [eisende partij] heeft toen de koopovereenkomst ongedaan gemaakt wegens het terugke-rend mankement aan de auto. De auto beantwoordde niet aan de koopovereenkomst. De auto-sleutels en de auto zijn bij [gedaagde partij] achtergelaten.
[eisende partij] vordert thans terugbetaling van de koopsom en van de reparatiekosten, vermeer-derd met schadevergoeding wegens, kort samengevat, de kosten van de autoritten [gemeente]-[gemeente], huur van een aanhanger, vervangend vervoer, deels met bijrijder (€ 669,38), huur van een vervangende auto (€ 571,20), nog steeds oplopende kosten motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremie, juridisch advies, correspondentie, telefoon, porto, deurwaarder, griffierecht (€ 546,45 + PM) en, tot slot, een aan hem opgelegde geldboete wegens het onverzekerd zijn van de auto (€ 396,00).
4.
[gedaagde partij] voert, kort samengevat, het volgende aan.
De oorzaak van de problemen met de koeling van de motor bleek uiteindelijk een verstopte radiator te zijn. Dat mankement is lastig te ontdekken. Onder meer de radiator is, nadat [eisende partij] de auto op 30 maart 2012 had teruggebracht, op kosten van [gedaagde partij] vervangen. De auto is thans geheel in orde en staat ter beschikking van [eisende partij]. Nu [eisende partij] de auto niet opgehaald heeft, maakt [gedaagde partij] aanspraak op stallingkosten van € 5,95 per dag inclusief btw vanaf 1 mei 2012. Voorts vordert [gedaagde partij] dat [eisende partij] de auto komt ophalen, versterkt met een dwangsom.
De schade aan de koppakking en het cilinderblok is ontstaan doordat [eisende partij] (te lang) met een oververhitte motor is doorgereden. Indien [eisende partij] tijdig was gestopt en niet was doorgereden, was de koppakking niet beschadigd en de cilinderkop niet vervormd. Ter zake van het herstel van deze schade hebben partijen een reparatieovereenkomst gesloten, krachtens wel-ke overeenkomst [eisende partij] de kosten van de reparatie was verschuldigd. Overigens heeft [gedaagde partij] een deel van die reparatiekosten voor eigen rekening genomen. De kosten van de tweede reparatie zijn geheel voor rekening van [gedaagde partij] gebleven. [eisende partij] heeft pas recht op ontbinding van de koopovereenkomst indien herstel niet haalbaar is.
5.
De kantonrechter oordeelt als volgt.
[eisende partij] heeft in de dagvaarding onder meer verwezen naar artikel 6:228 BW (dwaling), maar die verwijzing niet met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd die, eenmaal vast-staand, tot vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling kunnen leiden. Indien en voor zover [eisende partij] heeft bedoeld de vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling in te roepen, slaagt hij daarin niet.
6.
Partijen zijn het er over eens dat de tussen hen gesloten koopovereenkomst een zogeheten con-sumentenkoop is, zodat de wetsbepalingen inzake consumentenkoop van toepassing zijn. De in dezen relevante wetsbepalingen (de artikelen 7:21 en 7:22 BW) komen, kort samengevat, op het volgende neer.
Indien de afgeleverde zaak niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, dan kan de koper her-stel van de afgeleverde zaak vorderen. De daaraan verbonden kosten kunnen niet aan de koper in rekening worden gebracht. Het herstel van de afgeleverde zaak dient binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de koper plaats te vinden, waarbij moet worden gelet op de aard van de zaak en op het bijzondere gebruik van de zaak dat bij de overeenkomst is voor-zien. De koper heeft ook de bevoegdheid de koopovereenkomst te ontbinden indien de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, maar die bevoegdheid ontstaat pas als herstel onmogelijk is of van de verkoper niet gevorderd kan worden, dan wel de verkoper tekort is geschoten in zijn verplichting tot herstel.
7.
De auto beantwoordde niet aan de koopovereenkomst. Ook al betrof het een oude auto met een hoge kilometerstand en was de koopsom navenant laag, [eisende partij] mocht in elk geval ver-wachten dat de auto gedurende enige tijd naar behoren zou functioneren. Al zeer kort na de aflevering, op weg naar huis, bleek de koeling niet in orde te zijn. De motor raakte immers oververhit. Dat behoefde [eisende partij] niet te verwachten, althans niet direct na de aflevering. Dit betekent dat [gedaagde partij] als verkoper op eigen kosten tot herstel van de auto was ver-plicht. Aangezien het om dwingendrechtelijke wetsbepalingen gaat, is niet relevant dat partijen zijn overeengekomen dat [eisende partij] de reparatiekosten zal betalen. De kosten verbonden aan de reparatie (koppakking en cilinderkop) komen dan ook voor rekening van [gedaagde par-tij], tenzij in rechte komt vast te staan dat de stelling van [gedaagde partij] juist is, dat de schade is veroorzaakt doordat [eisende partij] (te) lang met de auto is doorgereden nadat de motor (te) heet was geworden. In dat geval was weliswaar de verstopte radiator de oorzaak van de over-verhitting, maar is de schade daardoor niet ontstaan, maar doordat [eisende partij] (te) lang met de auto is doorgereden nadat hij de oververhitting had vastgesteld.
8.
Tijdens de comparitie van partijen heeft [eisende partij] desgevraagd verklaard dat de koppak-king ten tijde van de aflevering niet stuk was, voor zover hij dat als leek kon beoordelen. Op grond hiervan en op grond van hetgeen [eisende partij] zelf over zijn rit naar huis op 7 maart 2012 heeft gesteld, is voldoende aannemelijk dat de schade aan de koppakking en de cilinder-kop door het (te lang) rijden met de oververhitte motor is ontstaan. Uit de dagvaarding blijkt dat [eisende partij] na enkele keren de radiator te hebben bijgevuld, zijn woning heeft bereikt. Een andere schadeoorzaak is gesteld noch gebleken, en kan redelijkerwijze uitgesloten worden ge-acht, ervan uitgaande dat de koppakking en cilinderkop ten tijde van de aflevering in orde wa-ren. Het herstel van de schade aan koppakking en cilinderkop is daarom terecht bij [eisende partij] in rekening gebracht, immers geen gevolg van een tekortkoming van [gedaagde partij]. De vordering tot terugbetaling van de reparatiekosten ad € 561,82 moet worden afgewezen.
9.
Uit het vorenstaande vloeit tevens voort, dat [eisende partij] te vroeg de ontbinding van de koopovereenkomst heeft ingeroepen. Het herstel van de eerste schade hield immers geen ver-band met non-conformiteit. De tweede reparatie, de vervanging van onder meer de radiator, hield wel verband met non-conformiteit, omdat niet in debat is dat de radiator ten tijde van de aflevering op 7 maart 2012 reeds verstopt was, al wisten partijen dat niet. Gesteld noch gebleken is dat die reparatie, indien [eisende partij] daarmee akkoord was gegaan, niet binnen een redelij-ke termijn en zonder ernstige overlast voor [eisende partij] had kunnen plaatsvinden. [gedaagde partij] heeft onweersproken aangevoerd dat hij [eisende partij] op 31 maart 2012, toen [eisende partij] de auto voor de tweede keer teruggebracht, heeft meegedeeld de auto kosteloos te zullen repareren. Bij brief van 7 april 2012 is aan [eisende partij] onder meer meegedeeld dat de auto inmiddels was gerepareerd. Onweersproken heeft [gedaagde partij] gesteld dat de reparatie op of omstreeks 4 april 2012 gereed was. De reparatieduur was dus kort.
Gesteld noch gebleken is, dat [gedaagde partij] de verstopping van de radiator ten tijde van de eerste reparatie had kunnen en behoren te ontdekken, nog afgezien van de omstandigheid dat vanwege de ouderdom en de kilometerstand van de auto van [eisende partij] meer geduld mag worden gevergd dan van de koper van een nieuwe(re) auto.
10.
Nu [eisende partij] geen recht had op ontbinding van de koopovereenkomst en [gedaagde partij] zijn verplichtingen uit hoofde van die overeenkomst is nagekomen, te weten het herstel van de auto, dient ook de vordering tot terugbetaling van de koopsom te worden afgewezen.
11.
De vordering tot vergoeding van de gevolgschade (huur vervangende auto) moet eveneens wor-den afgewezen.
Gedurende de eerste reparatieperiode (reparatie koppakking en cilinderkop) vloeide die gevolg-schade voort uit het (te) lang doorrijden met een oververhitte motor. Daarvoor is [gedaagde partij] niet aansprakelijk.
De gevolgschade ontstaan nadat de motor weer oververhit was geraakt, is (vooral) het gevolg van de door [eisende partij] ten onrechte ingeroepen ontbinding van de koopovereenkomst. Indien [eisende partij] [gedaagde partij] in de gelegenheid had gesteld de auto te repareren, dan was met die reparatie, naar mag worden aangenomen, niet meer tijd gemoeid dan het geval is, namelijk 2 à 3 werkdagen (auto retour gebracht op zaterdag 31 maart 2012 en reparatie gereed op woensdag 4 april 2012). Voorts is hier van belang dat [gedaagde partij] onweersproken heeft aangevoerd dat [eisende partij] van hem een leenauto had kunnen krijgen. Indien [eisende partij] [gedaagde partij] de auto had laten repareren, had hij dus geen kosten van een vervangende auto hoeven te maken. Ook deze gevolgschade is niet toewijsbaar.
De gevolgschade bestaande uit verzekeringspremie, motorrijtuigenbelasting en boete omdat de auto niet verzekerd was, blijft ook voor rekening van [eisende partij]. Nu [eisende partij] ten onrechte de ontbinding van de koopovereenkomst heeft ingeroepen, bleef hij als kentekenhou-der de motorrijtuigenbelasting verschuldigd en had hij de auto verzekerd moeten houden dan wel het kenteken moeten schorsen.
12.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt, dat de koopovereenkomst in stand is gebleven. Hoe-wel de wet de koper niet verplicht de gekochte zaak in ontvangst te nemen, moet in dit geval die verplichting wel worden aangenomen. [gedaagde partij] heeft er een in rechte te respecteren belang bij dat de auto van [eisende partij] van zijn bedrijfsterrein wordt verwijderd, al was het maar omdat die auto op zijn terrein ruimte inneemt. De tegenvordering strekkende tot afname van de auto, versterkt met een dwangsom, is toewijsbaar.
13.
De vordering tot betaling van stallingkosten is bestreden. De kantonrechter acht niet aanneme-lijk dat [gedaagde partij] ten gevolge van de stalling van de auto op zijn terrein daadwerkelijk een schade van € 5,00 per dag (exclusief btw) heeft geleden. Gesteld noch gebleken is, dat [gedaagde partij] tegen betaling auto's op zijn terrein stalt of elders stallingruimte heeft moeten huren omdat de auto van [eisende partij] in de weg stond.
14.
In reconventie zal de kantonrechter de proceskosten compenseren, omdat beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld.
De beslissingen in conventie en in reconventie
De kantonrechter:
in conventie
1.
wijst de vorderingen af;
2.
veroordeelt [eisende partij] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde partij] begroot op € 350,00 wegens salaris gemachtigde ( 2 punten à €175,00);
in reconventie
3.
veroordeelt [eisende partij] de auto, een Suzuki Baleno, kenteken [kenteken], binnen 10 da-gen na de dag van betekening van dit vonnis bij het bedrijf van [gedaagde partij] in [woon-plaats] op te halen, op straffe van betaling van een dwangsom van € 25,00 per dag of gedeel-te van een dag gedurende welke [eisende partij] hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 1.000,00;
4.
compenseert de proceskosten in die zin dat beide partijen hun eigen kosten dragen;
5.
verklaart het vonnis in de reconventie uitvoerbaar bij voorraad;
6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier uitgesproken in de openbare terechtzitting van 25 september 2012.