ECLI:NL:RBZLY:2012:BX8550
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in arbeidsomstandighedenzaak na ongeval met dodelijke afloop
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 september 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een interieurbouwbedrijf, dat als werkgeefster wordt beschuldigd van het niet naleven van de Arbeidsomstandighedenwet. De verdachte werd verweten dat zij een werknemer, [slachtoffer], in een gevaarlijke situatie had gebracht door hem te laten werken aan een kaststelling, waarbij een ongeval plaatsvond dat leidde tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer op 31 maart 2009 werkzaamheden verrichtte in de loods van de verdachte, waar hij een uitsparing in de vloer van de kaststelling moest maken. Tijdens deze werkzaamheden vielen er deuren om, wat resulteerde in een fatale situatie.
De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting van 6 september 2012 gevoerd, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. C.A. Jonkers. De officier van justitie, mr. P. de Jong, heeft de vordering ingediend. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie vastgesteld. De verdediging heeft betoogd dat de kaststelling niet onveilig was en dat de verdachte niet kon weten dat het niet-borgen van de deuren een gevaarlijke situatie zou opleveren.
Na beoordeling van de bewijsstukken, waaronder een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, concludeerde de rechtbank dat de kaststelling in principe stabiel was en dat de werkzaamheden van het slachtoffer niet de oorzaak waren van het ongeval. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte wist of had kunnen weten dat er een gevaarlijke situatie bestond. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet had gehandeld.