ECLI:NL:RBZLY:2012:BX5486
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Verzet
- C.J. Hofman-Wels
- Rechtspraak.nl
Bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van een faillissement en onrechtmatige daad
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, gaat het om een vordering tot bestuurdersaansprakelijkheid. Eisers, [A] en de besloten vennootschap [B], hebben [C] aangesproken op grond van onrechtmatige daad, omdat hij als bestuurder van In Charge B.V. niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht. De procedure begon met een verstekvonnis van 3 november 2010, waarin de vordering van [A en B] integraal werd toegewezen. [C] heeft hiertegen verzet aangetekend, stellende dat hij geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt voor het niet nakomen van de verplichtingen door In Charge.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [C] als bestuurder van In Charge B.V. verantwoordelijk was voor het voeren van een deugdelijke administratie. Uit het faillissementsverslag van In Charge bleek dat de administratie over de jaren 2007, 2008 en 2009 niet was opgemaakt, wat leidde tot de conclusie dat [C] zijn taak als bestuurder onbehoorlijk had vervuld. De rechtbank oordeelde dat [C] wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat In Charge niet aan haar verplichtingen jegens [B] kon voldoen, en dat hij door het aangaan van de overeenkomst met [B] in strijd handelde met zijn zorgplicht.
De rechtbank vernietigde het eerdere verstekvonnis voor zover het de vordering jegens [A] betrof, maar bekrachtigde de vordering van [B] tegen [C]. [C] werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die door de rechtbank zijn begroot op EUR 1.233,81. Dit vonnis is op 29 februari 2012 uitgesproken door mr. C.J. Hofman-Wels.