ECLI:NL:RBZLY:2012:BX3753
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hypotheekfraudezaak door gebrek aan bewijs van opzet en valsheid in geschrifte
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is de verdachte beschuldigd van het valselijk opmaken van een hypotheekaanvraag en inkomensverklaring. De zaak kwam voor de rechtbank op 10 juli 2012, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.G.C. van Riet. De officier van justitie, mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, vorderde vrijspraak voor het eerste feit en een partiële vrijspraak voor het tweede feit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De verdachte had een hypotheekadviseur geraadpleegd op aanraden van zijn makelaar. Hij heeft verklaard dat hij de documenten blindelings heeft getekend zonder deze goed te lezen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk valse documenten had opgemaakt met het oogmerk deze als echt te gebruiken. De getuigenverklaring van de hypotheekadviseur en de makelaar ondersteunden de stelling van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van enige valsheid.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet kon worden vrijgesproken van het tenlastegelegde onder 1, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat hij de hypotheekaanvraag en inkomensverklaring valselijk had opgemaakt. Ook was er geen sprake van voorwaardelijk opzet. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlasteleggingen en oordeelde dat de handelingen van de verdachte niet als witwassen konden worden aangemerkt. De rechtbank handhaafde het beslag op de woning van de verdachte, omdat er een ontnemingsvordering was aangekondigd.