ECLI:NL:RBZLY:2012:BX3717

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
17 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.680015-12
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraken met diefstal en vrijspraak van enkele ten laste gelegde feiten

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 juli 2012, is de verdachte beschuldigd van meerdere woninginbraken die plaatsvonden op 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle. De tenlastelegging omvatte diefstal van een laptop, sieraden, een schroevendraaierset en een portemonnee met contant geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting heeft het openbaar ministerie de veroordeling van de verdachte gevorderd, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor de meeste ten laste gelegde feiten.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het derde feit, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Echter, de rechtbank achtte de verdachte wel schuldig aan de feiten 1 primair en 2 primair, waarbij de verdachte samen met anderen de woning is binnengekomen door middel van braak. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft bepaald dat het breekijzer dat bij de inbraak is gebruikt, onttrokken wordt aan het verkeer. Tevens zijn er beslissingen genomen over de teruggave van gestolen goederen aan de slachtoffers en de niet-ontvankelijkheid van de vorderingen van benadeelde partijen, die hun schadevergoeding bij de burgerlijke rechter kunnen indienen.

De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met de geldende oriëntatiepunten voor woninginbraken en heeft de verdachte zwaar aangerekend dat hij, uitsluitend voor financieel gewin, de emotionele schade van de slachtoffers heeft genegeerd. De rechtbank heeft de wettelijke voorschriften en de artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen bij het opleggen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.680015-12 (P)
Uitspraak: 17 juli 2012
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het openbaar ministerie
tegen
[Verdachte],
geboren op [geboortejaar],
wonende te [adres],
thans verblijvende in [adres],
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C.S.P.M. de Kock, advocaat te Zwolle.
Als officier van justitie was aanwezig mr. J.P. Scheffer.
TENLASTELEGGING
De verdachte is – na een wijziging van de tenlastelegging d.d. 3 juli 2012 – ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop (merk Apple) en/of een hoeveelheid Zwitserse Franken en/of een kussensloop en/of een of meer sieraden en/of een digitale camera, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een laptop en/of een kussensloop en/of een of meer sieraden en/of een digitale camera heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
2.
hij op of omstreeks 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een kussensloop en/of een of meer sieraden en/of een schroevendraaiersetje en/of zwarte portemonnee met briefje van 50 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan nog onbekend, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een kussensloop en/of een of meer sieraden en/of een schroevendraaierset en/of zwarte portemonnee met briefje van 50 euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een sieradendoosje en/of een of meer sieraden en/of een of meer manchetknopen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Ten gevolge van een kennelijke vergissing staat in de tenlastelegging bij feit 2 primair in de vierde regel en bij feit 2 subsidiair in de derde regel "en/of zwarte portemonnee met briefje van 50 euro" in plaats van "en/of een zwarte portemonnee met een briefje van 50 euro". De rechtbank herstelt deze vergissing door telkens het laatste te lezen voor het eerste. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting wordt de verdachte daardoor in de verdediging niet geschaad.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging een kennelijke schrijffout verbeterd. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSMOTIVERING
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd verdachte te veroordelen ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ter zake van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte dient van het onder 3 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de andere ten laste gelegde feiten, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen , het navolgende.
Ten aanzien van feit 1 en feit 2:
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende :
Op 17 maart 2012 (…) omstreeks 20.35 uur reden wij, verbalisanten, op de [adres] richting de [adres] en zag vervolgens drie jongens hard wegfietsen die uit de richting van de [adres] kwamen. Wij zagen dat zij alle drie een donker getinte huidskleur hadden en bomberjacks droegen. Wij zagen dat ze (…) constant achterom keken. (...) Halverwege de [adres] gingen wij een van de drie voorbij. (...) Deze man draaide vervolgens zijn fiets en ging er weer vandoor richting [adres]. Wij zijn vervolgens verder gereden de [adres] in en rechtsaf de [adres] weer opgegaan om achter de twee andere personen aan te gaan. Hier werden wij door voorbijgangers geseind. Wij zagen dat zij in de richting van het fietsgang wezen die uitkomt op de [adres]. Wij zijn vervolgens door deze fietsgang gereden. Wij zagen dat beide jongens de [adres] in fietsten. Ik, verbalisant [verbalisant 1], zag dat een van de jongens, later bleek verdachte [verdachte], op de hoek van de [adres] en de [adres] een zilverkleurige laptop van zich afgooide terwijl hij op dat moment op de stoep aldaar reed. In de [adres] ter hoogte van nummer [nummers] reden wij de persoon, verdachte [verdachte], klem op het moment dat hij de stoep af wilde rijden. Wij zagen dat hij zijn fiets van zich afgooide waar hij op gereden had. Hij gooide zijn fiets op de grond op de [adres] te Zwolle ter hoogte van perceel [nummers]. De andere verdachte was gelijk al de steeg ingereden met zijn fiets. Ik, verbalisant [verbalisant 2], ben uit de auto gegaan en ben achter de verdachte aangerend. Ik zag dat hij een steeg van de [adres] in ging. (...) Ik zag dat deze man een schutting overging ter hoogte van perceel nummer [nummers]. Ik ben hier blijven staan. Ik zag toen dat de verdachte op de fiets verder de steeg in ging en halverwege de fiets van zich afgooide. Ik zag dat hij verder rende en aan het eind van de steeg uit het zicht verdween. Ik ben hier in eerste instantie achteraan gegaan, maar heb ondertussen de schutting, waar de eerste verdachte overheen was geklommen, in de gaten gehouden. Vervolgens kwam de hondengeleider. (...) Op het moment dat de hondengeleider zei: “Ik haal de hond er bij” hoorde ik een persoon zeggen “Ik zit hier, ik kom al” of woorden van gelijke strekking. (...) Ik zag dat dit de verdachte was die de fiets van zich af had gegooid en was weggerend. (…) Ik, verbalisant [verbalisant 1], ben bij de fiets gebleven die de eerste verdachte, naar later bleek verdachte [verdachte], van zich had gegooid ter hoogte van perceel [nummers] op de [adres]. Ik zag dat er een wit snoer en een schroevendraaier uit de fietstassen van de fiets waren gevallen. Ik zag dat er een kussensloop in een van de fietstassen zat. Ik zag dat de laptop op het trottoir op de hoek van de [adres] en de [adres] lag. Ik, verbalisant [verbalisant 1], heb deze veiliggesteld. Ik, verbalisant [verbalisant 1], heb de fiets steeds in het zicht gehouden waarna de fiets later overgebracht werd naar het hoofdbureau van politie te Zwolle. Vervolgens werd in de steeg (...) de tweede verdachte aangetroffen.
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende :
Op 18 maart 2012, omstreeks 22.20 uur kregen wij, verbalisanten, de opdracht (…) te gaan naar de [adres] te Zwolle, aldaar zou door de melder een plastic zak zijn gevonden met daarin een rood breekijzer. (…) Wij, verbalisanten, zagen dat in de plastic tas een rood breekijzer lag. Deze tas lag op de stoep aan de [adres], dichtbij de hoek met de [adres] te Zwolle. (…) Op de bovenste foto is te zien dat de [adres] parallel loopt aan de [adres] te Zwolle.
In het proces-verbaal van relaas staat onder meer het volgende :
De grijze laptop die verdachte [verdachte] van zich afgooide bleek diezelfde avond gestolen te zijn bij een woninginbraak aan de [adres] Zwolle. (..) Na zijn overbrenging werd verdachte [verdachte] bij zijn insluiting gefouilleerd. Bij deze fouillering werden ondermeer een Casio digitaal fototoestel, een schroevendraaiersetje en een zwarte portemonnee met inhoud aangetroffen. Het Casio fototoestel bleek eveneens diezelfde avond gestolen te zijn bij de woninginbraak aan de [adres] Zwolle. Het schroevendraaiersetje en de zwarte portemonnee bleken diezelfde avond gestolen te zijn aan de [adres] te Zwolle. (..) In de fietstassen van de door verdachte [verdachte] weggegooide fiets werden twee kussenslopen vol met sieraden aangetroffen. De ene kussensloop met sieraden bleek bij de [adres] te zijn weggenomen. De andere kussensloop met sieraden bleek bij de [adres] te zijn weggenomen.
Ten aanzien van feit 1:
Op 18 maart 2012 heeft aangever [slachtoffer 1] onder meer het volgende verklaard :
Op vrijdagmiddag 16 maart 2012 rond 15:15 uur heb ik samen met mijn vrouw de woning aan de [adres] verlaten. (…) Op zondag 18 maart 2012 rond 12:00 uur zijn wij weer thuis gekomen. Op het moment dat wij de woonkamer binnen kwamen zagen we gelijk dat er was ingebroken. (…) Het keukenraam stond open en de luxaflex die er voor hangen zijn helemaal verbogen. Op het aanrecht voor het raam waardoor ze zijn binnengekomen staat een grijze Apple laptop. Deze is meegenomen. (…) Uit mijn werkkamer ontbrak een aantal Zwitserse Franken. Ik denk dat dit ongeveer 100 Zwitserse Franken waren. Op de slaapkamer van mij en mijn vrouw mist een kussensloop. Alle sieraden die in een laatje lagen zijn weg. (…) Verder missen wij nog een digitale camera.
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende :
Op maandag 19 maart 2012 ben ik, verbalisant [verbalisant 3], naar de bewoonster van de [adres] gegaan. De bewoonster, [slachtoffer 3], heb ik een kussensloop met sieraden getoond. Deze sieraden herkende zij als haar eigendom. In de kussensloop zat tevens een briefje met Zwitserse Franken. [slachtoffer 3] gaf aan dat haar man in een zwart potje op zijn bureau Zwitserse Franken had. De kussensloop met de sieraden had een zwart labeltje van het merk Damai Organics. [slachtoffer 3] liet mij, verbalisant [verbalisant 3], een zelfde kussensloop zien. Ik, verbalisant [verbalisant 3], liet haar tevens een digitale fotocamera zien. [slachtoffer 3] herkende deze als eigendom van haar man. Op de foto’s van deze digitale camera herkende [slachtoffer 3] haar man.
In het proces-verbaal sporenonderzoek staat onder meer het volgende :
Het onderzoek is verricht in een woning aan de [adres], Zwolle. (…) Een raam van de keuken aan de achterkant van de woning was opengebroken. (…) In het door de bewoner aangewezen raam van de keuken zag ik beschadigingen van een gebruikt breekwerktuig. Gezien het formaat van de beschadiging vermoed ik dat er een breekijzer is gebruikt. (…) In enkele beschadigingen zag ik rode verf welke vermoedelijk afkomstig was van het gebruikte breekwerktuig. (…) Op het werkblad van het keukenblok direct voor het inklimraam, zag ik twee fragmenten van schoensporen. Deze schoensporen waren verschillend van profiel. Ik heb deze sporen veiliggesteld.(…) Schoensporen; Spoor [nummer]; (…) Spoor [nummer].
In het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek staat onder meer het volgende :
Mij werd aangeboden: [1] een paar schoenen, merk Nike, maat [maat], kleur zwart/blauw, door mij gewaarmerkt [nummer], in beslag genomen bij [verdachte], geboren op [geboortejaar]; [2] een paar schoenen, merk Emerica, maat [maat], kleur blauw, door mij gewaarmerkt [nummer], in beslag genomen bij [medeverdachte 1], geboren op [geboortejaar]. Door mij is een vergelijkend schoensporenonderzoek ingesteld. Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de aangeboden schoenen en de daarvoor in aanmerking komende schoensporen, opgeslagen in de regionale schoensporenverzameling, zijn overeenkomstige schoensporen waargenomen. Met de schoenen [1] werd uit het sporenbestand een schoenspoor gewaarmerkt [nummer] [3], geselecteerd en met de schoenen [2] werd uit het sporenbestand een schoenspoor gewaarmerkt [nummer] [4], geselecteerd. (…) Het profiel en de maat van het schoenspoor [3] vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de schoenen [1] van verdachte [verdachte]. (…) Het profiel en de maat van het schoenspoor [4] vertoont overeenkomst met het profiel en de maat van de schoenen [2] van verdachte [medeverdachte 1].
Ten aanzien van feit 2:
Op 17 maart 2012 heeft aangeefster [slachtoffer 4] onder meer het volgende verklaard :
Op zaterdag 17 maart 2012, omstreeks 17.00 uur zijn mijn man en ik vertrokken uit onze woning. Wij zijn woonachtig aan de [adres] te Zwolle. (...) Omstreeks 22.00 uur kwamen mijn man en ik weer thuis. (…) Toen ik de woonkamer in liep zag ik dat alle laatjes en deurtjes van de kasten in onze woonkamer openstonden. Deze waren nog dicht toen we weggingen. Ik had toen gelijk het vermoeden dat er was ingebroken. (…) Toen we in de keuken kwamen zagen we een raampje openstaan. (…) Dit raampje is door middel van een breekvoorwerp geforceerd. (…) Ook missen we een zwarte leren portemonnee met daarin een briefje van 50 euro.
Op 19 maart 2012 heeft getuige [getuige 1] onder meer het volgende verklaard :
Ik zie hier een kussensloop met verschillende sieraden, ik herken deze sieraden als de sieraden die thuis zijn weggenomen. (…) Het kussensloop waarin de sieraden zitten herken ik ook. Ik heb een zelfde kussensloop nog thuis liggen. Ook het setje schroevendraaiers herken ik als de mijne.
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende :
Op 17 maart 2012 te 20:45 uur werd [verdachte] op heterdaad aangehouden. (…) Alvorens [verdachte] in ons dienstvoertuig plaats nam, vroeg ik, verbalisant [verbalisant 4], of hij scherpe voorwerpen bij zich droeg. Op dat moment zagen wij, verbalisanten, dat verdachte [verdachte] een schroevendraaiersetje uit zijn jaszak haalde. (…) Gedurende de intake bij de arrestantenzorg zagen wij, verbalisanten, dat verdachte [verdachte] onder andere een digitale fotocamera en een zwarte portemonnee uit zijn jaszakken haalde. In de zwarte portemonnee zaten 2 briefjes van 50 en wat kleingeld.
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende :
De verdachte [verdachte] is tijdens zijn insluiting aan het politiebureau (…) gefouilleerd. In zijn fouillering zat een zwarte heren portemonnee. Verder had hij 2 biljetten van 50 euro bij zich alsmede verschillende munten met kleingeld. In deze zwarte heren portemonnee zat een stikker aan de binnenkant met de tekst [getuige 1], [adres], [postcode] Zwolle, Holland.
In het proces-verbaal sporenonderzoek staat onder meer het volgende :
Het onderzoek is verricht in een woning aan de [adres], [postcode] Zwolle. (…) Een raam van de keuken, welke aan de achterkant van de woning was gelegen, was opengebroken. (…) In het door de bewoner aangewezen raam, zag ik enkele beschadigingen. Deze waren kennelijk afkomstig van een door de dader(s) gebruikt breekwerktuig. (…) In de beschadigingen zag ik rode verf welke mogelijk afkomstig was van het gebruikte breekwerktuig.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte niet consistent is in zijn verklaringen over hoe hij aan de camera, de portemonnee en het schroevendraaiersetje is gekomen. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij iets zag vallen op straat, dat hij dacht dat het de telefoon van zijn vriend was, dat hij het heeft opgeraapt en dat het een fototoestelletje bleek te zijn. Ten aanzien van het schroevendraaiersetje heeft verdachte (aanvankelijk) bij de politie verklaard dat hij dit altijd bij zich had en nadat hij er in zijn verhoor op 19 maart 2012 mee is geconfronteerd dat het schroevendraaiersetje van een inbraak afkomstig was heeft verdachte verklaard dat hij het schroevendraaiersetje sinds vrijdag (de rechtbank begrijpt: vrijdag 16 maart 2012) had. Ten aanzien van de portemonnee heeft verdachte in een later stadium verklaard dat hij die waarschijnlijk ook van de grond heeft gepakt. De rechtbank acht de verklaring van verdachte zoals hij die ter terechtzitting heeft gegeven, te weten dat hij het fototoestel, het schroevendraaiersetje en de portemonnee van de grond heeft gepakt niet geloofwaardig.
De door de raadsman van verdachte aangedragen suggestie dat sprake is geweest van een persoonsverwisseling is naar het oordeel van de rechtbank niet meer dan een suggestie, die niet wordt onderbouwd door bewijsmiddelen. De rechtbank ziet geen reden te twijfelen aan de verklaring van verbalisanten dat verdachte een laptop en even later een fiets met fietstassen met gestolen waar van zich af had gegooid.
BEWEZENVERKLARING
De verdachte dient van het onder 3 ten laste gelegde te worden vrijgesproken. De rechtbank acht dit niet wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en 2 primair ten laste is gelegd, met dien verstande dat
1 primair.
hij op 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop (merk Apple) en een hoeveelheid Zwitserse Franken en een kussensloop en sieraden en een digitale camera, toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak;
2 primair.
hij op 17 maart 2012 in de gemeente Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een kussensloop en sieraden en een schroevendraaiersetje en een zwarte portemonnee met een briefje van 50 euro, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak.
Van het onder 1 primair en 2 primair meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
DE STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Het bewezene levert op:
Feit 1 primair, feit 2 primair, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Dit levert de genoemde strafbare feiten op.
DE STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is derhalve strafbaar.
OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ter zake van het ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden
waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte,
zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de
na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij - uitsluitend met het oog op geldelijk gewin - samen met een ander of anderen twee woninginbraken heeft gepleegd, waarbij hij zich op geen enkele wijze rekenschap heeft gegeven van de daarbij veroorzaakte schade en van de (emotionele) gevolgen van een woninginbraak voor de benadeelden.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 20 maart 2012.
De rechtbank heeft bij bepaling van de hoogte van de op te leggen straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) als uitgangspunt genomen. Als richtlijn geldt voor een woninginbraak wanneer – zoals in het onderhavige geval - sprake is van recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslag
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde breekijzer dient te worden onttrokken aan het verkeer, omdat met behulp van dit voorwerp het feit is begaan of voorbereid en van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan [slachtoffer 4] gelasten van de aan haar toebehorende en op de beslaglijst vermelde portemonnee en van een gedeelte van het op de beslaglijst vermelde geld, te weten een bedrag van €80,00 dat haar blijkens haar aangifte toebehoort.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het resterende deel van het op de beslaglijst vermelde geld, te weten een bedrag van € 24,30, aangezien dit geld niet vatbaar is voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De behandeling van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op. Op de vordering staat enerzijds dat er schade is geleden ten bedrage van 265 euro in verband met het verbuigen van de luxaflex, maar afsluitend staat er vermeld dat de schade “nihil” is. Nu niet duidelijk is of de benadeelde partij (thans nog) schade heeft en deze vergoed zou willen zien van de verdachte wordt de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij [slachtoffer 1] kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde.
BESLISSING
Ten aanzien van de tenlastelegging
Het onder 3 ten laste gelegde is niet bewezen en de rechtbank spreekt verdachte daarvan vrij.
Het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 1 primair en 2 primair meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de rechtbank spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Beslag
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer het breekijzer.
De rechtbank gelast de teruggave van de portemonnee en een geldbedrag van € 80,00 aan [slachtoffer 4].
De rechtbank gelast de teruggave van een geldbedrag van € 24,30 aan verdachte.
Schadevergoeding [slachtoffer 1]
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Schadevergoeding [slachtoffer 2]
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. F.E.J. Goffin, voorzitter, mrs. G.A. Versteeg en A.M. van der Pal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 juli 2012.