ECLI:NL:RBZLY:2012:BX2192

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
19 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-653375-11
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie en skimming activiteiten

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 juni 2012 uitspraak gedaan in een zaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij skimming activiteiten. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk valselijk opmaken van betaalpassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte ontkende betrokkenheid bij de skimming incidenten, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn deelname aan een gestructureerd samenwerkingsverband met medeverdachten, gericht op het plegen van misdrijven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het onder 1, 2 primair, 3 primair en 5 ten laste gelegde, maar sprak hem vrij van het onder 4 ten laste gelegde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 42 maanden op, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van skimming als een ernstige vorm van criminaliteit die veel schade toebrengt aan financiële instellingen en het vertrouwen van consumenten in het betalingsverkeer ondermijnt.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07/653375-11(P)
Uitspraak: 19 juni 2012
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het openbaar ministerie
tegen
[Verdachte],
geboren op [geboortejaar],
wonende te [adres],
thans verblijvende in [adres].
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 juni 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort.
Als officier van justitie was aanwezig mr. B.C. van Haren.
TENLASTELEGGING
De verdachte is - na wijziging tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 11 november 2011 in de gemeente Deventer en/of in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen/bestaande uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of hem, verdachte, en/of één of meer andere (tot nu toe onbekend gebleven) natuurlijke en/of rechtspersonen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk te weten:
- het opzettelijk betaalpassen, waardekaarten, enig andere voor het publiek beschikbare kaarten of voor publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaken of vervalsen, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen als bedoeld in artikel 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht en/of
- het opzettelijk gebruik (laten) maken van de valse of vervalste passen of kaarten als ware deze echt en onvervalst dan wel het opzettelijk zodanige passen of kaarten afleveren, voorhanden hebben, ontvangen, zich verschaffen, vervoeren, verkopen of overdragen, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten ver[verbalisant 6]en dat de passen of kaarten bestemd zijn/waren voor zodanig gebruik als bedoeld in artikel 232 lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
- het vervaardigen, ontvangen, zich verschaffen, verkopen, overdragen en/of voorhanden hebben van stoffen, voorwerpen en/of gegevens waarvan hij en/of zijn medeverdachten we(e)t(en) dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 226, eerste lid, onder 2-5, artikel 231, eerste lid, en artikel 232, eerst lid omschreven misdrijf als bedoeld in artikel 234 Wetboek van Strafrecht en/of
- oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht en/of
- diefstal als bedoeld in artikelen 310 en/of 311 Wetboek van Strafrecht en/of
- het witwassen van geld en/of goederen, althans voorwerpen als bedoeld in
artikel 420bis Wetboek van Strafrecht;
(incidenten: 1, 3, 8, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19)
art 140 lid 1 wetboek van strafrecht
2.
hij op of omstreeks 10 en/of 11 november 2011 in de gemeente Deventer, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk een of meer betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpas(sen) (met bijbehorende pincodes), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, heeft/hebbende verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) (telkens):
- één of meermalen de winkel Castle Games gevestigd aan de [adres] ingelopen en/of
- een betaal-/pinapparaat bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer losgekoppeld en/of (vervolgens) vervangen door een ander betaal-/pinapparaat (dummy) en/of (vervolgens)
- (de volgende dag) getracht om een geprepareerde betaal-/pinapparaat, althans een samenstelsel van elektronica, met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door gebruikers van dat pinapparaat, althans een samenstelsel van elektronica, ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten van Castle Games op die betaalautomaat/pinautomaat ingevoerde en/of in te voeren pincodes, kond(en) worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer, terug te plaatsen in de winkel van Castle Games en/of
- vervolgens met die door manipulatie verkregen gegevens (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpassen, valselijk heeft/hebben opgemaakt of heeft/hebben vervalst
terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 1)
art 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Art 45 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 november 2011 in de gemeente Deventer, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel aan de [adres] heeft weggenomen een betaal-/pinautomaat ([merk]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Castle Games, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Art. 310 Wetboek van Strafrecht
Art. 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 23 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk een of meer betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgevens bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpas(sen) (met bijbehorende pincodes) valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, heeft/hebbende/zijnde verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) (telkens):
- een of meermalen bij het restaurant Mac Donalds gevestigd aan de [adres] ingelopen en/of
- een betaal-/pinapparaat bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer losgekoppeld en/of (vervolgens) vervangen voor een ander betaal-/pinapparaat (dummy), en/of
- (de volgende dag) getracht om een geprepareerd betaal-/pinapparaat, althans een samenstelsel van elektronica, met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door gebruikers van dat pinapparaat, althans een samenstelsel van elektronica, ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten van Mc Donalds op die betaalautomaat/pinautomaat ingevoerde en/of in te voeren pincodes, kond(en) worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer, terug te plaatsen in het restaurant van Mc Donalds en/of
- vervolgens met die door manipulatie verkregen gegevens (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpassen, valselijk opgemaakt en/of vervalst
terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 3)
Art 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Art 45 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant aan de [adres] heeft
weggenomen een betaal-/pinautomaat ([merk]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Mc Donalds, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(incident 3)
Art 310 Wetboek van Strafrecht
Art 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 11 november 2011 te Barneveld (Bakker Bart, incident 16) en/of Amersfoort (Bakker Bart, incident 17) en/of Ede (Bakker Bart, incident 18) en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpassen (met bijbehorende pincodes) valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst met behulp van skimapparatuur met het oogmerk zichzelf of (een) ander(en) te bevoordelen immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s), valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van originele betaalpassen gekopieerd (via een computer/netbook) naar één of meer betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, welke zijn voorzien van een magneetstrip, ten gevolge waarvan met die laatstgenoemde (valse of vervalste) betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, elektronische betalingen ten laste van de rechtmatige eigenaren van die originele betaalpassen mogelijk worden.
(incidenten 16, 17 en 18)
Art 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 11 november 2011 in Deventer en/of Amsterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk skimapparatuur, te weten één of meer:
- bluetooth modules en/of
- betaalautomaten/pinautomaten (merk: [merk]) en/of
- onderdelen van betaalautomaten (merk: [merk]) en/of
- connectoren en/of
- (mobiele)telefoons en/of
- toetsenborden en/of
- printplaten en/of
- chipknip/simkaarten en/of
- passen en/of
- laptops en/of
- antennes en/of
- gegevens/pincodes,
althans samenstelsel(s) van elektronica en/of gegevens en/of stoffen en/of voorwerpen (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op bij pin- en/of betaalautomaten ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen), heeft vervaardigd en/of ontvangen en/of zich verschaft , althans voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die samenstelsel(s) van elektronica, en/of gegevens en/of stoffen en/of voorwerpen bestemd was/waren tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, artikel 226 eerste lid onder 2-3 en artikel 231, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf/misdrijven;
art 234 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft geconstateerd dat de ter terechtzitting overlegde vordering aanpassing omschrijving tenlastelegging niet geheel overeenkomstig is aan het concept dat de officier van justitie op voorhand aan alle betrokkenen heeft doen toekomen. De definitieve versie wijkt op onderdelen af van het concept. Nu de verdediging geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze definitieve versie en de verschillen met het concept slechts van tekstuele aard zijn, is de rechtbank van oordeel dat verdachte door het toelaten van deze definitieve wijziging niet in zijn verdediging wordt geschaad.
In de tenlastelegging wordt gebruik gemaakt van zowel de termen betaal-/pinapparaat als betaal-/pinautomaat. De rechtbank verstaat dat met deze omschrijving dezelfde apparaten worden bedoeld.
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSMOTIVERING
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft veroordeling van verdachte gevorderd ter zake het onder 1, 2 primair, 3 primair, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is dat het verdachte is geweest die de betreffende pinterminal geprepareerd heeft zoals in het dossier beschreven staat. Daarnaast kan de betrokkenheid van verdachte bij het vervalsen van bankpassen niet enkel volgen uit zijn betrokkenheid bij de diefstal van de betreffende pinterminal. In de zaak van verdachte dient te worden geconcludeerd dat het stelen van een pinterminal zodanig ver af staat van het vervalsen van betaalpassen, zodat geen sprake is van een begin van uitvoering.
Met betrekking tot het onder 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor betrokkenheid van verdachte bij de daar bedoelde skimincidenten - te weten het daadwerkelijk vervalsen van betaalpassen - met als gevolg dat verdachte moet worden vrijgesproken. Een actieve verbinding tussen de in de pinterminals aangetroffen bluetoothmodules met de computer van het merk Acer wil immers nog niet zeggen dat er daadwerkelijk dataoverdracht heeft plaatsgevonden.
Voorts heeft de verdediging vrijspraak bepleit ter zake het onder 5 ten laste gelegde. Verdachte ontkent dat hij de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad. Het is niet vast te stellen dat de betreffende goederen daadwerkelijk in het appartement aanwezig waren op het moment dat verdachte er verbleef.
Gelet op voorgaande verweren is onvoldoende bewijs voorhanden om tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde te komen. Uit het dossier kan niet volgen dat er sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband met gemeenschappelijke regels en doelstellingen waarbij druk kan worden uitgeoefend op individuele leden van de organisatie. Er bestaan geen relevante aanwijzingen op grond waarvan gedestilleerd kan worden dat verdachte langere tijd heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen , het navolgende.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
Op vrijdag 11 november 2011 omstreeks 16:36 uur stelden de verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] een onderzoek in na de volgende melding:
“Mldr is van een bedrijf die appartementen verhuurd, Skyreach Relocation. Bij de schoonmaak van het appartement zag de schoonmaker rare spullen, soldeerbout, batterijen, snoertjes ed. Mldr heeft hier foto’s van gemaakt. Bij de eindcontrole waren deze spullen weg en 1 van de personen was bij de eindcontrole aanwezig en die wist niks van de genoemde spullen en schoof het af op 1 van de anderen personen, waren daar met 3 Canadezen. Mldr heeft ook kopieën van de paspoorten. (…)”
Op 11 november 2011 te 23:36 uur heeft [getuige 1] als getuige onder meer het volgende verklaard:
“(…) Vandaag 11 november 2011 omstreeks 13:30 uur was ik in appartement nummer [adres]. (…) Ik kreeg een melding van de schoonmaakdienst. De persoon van de schoonmaakdienst, [persoon 1], en de salesmanager, [persoon 2], waren in het appartement geweest. (…) [persoon 1] en [persoon 2] zijn een stukje door het appartement heengelopen. Ze zagen daar op een tafeltje iets raars liggen, schroevendraaiers en ze vonden het eruit zien alsof er door deze personen iets in elkaar geflanst zou worden. (…) Ik liep samen met een parttime collega van me het appartement binnen. (…) Ik zag dat er veel op het tafeltje lag: verschillende schroevendraaiers, rubber plakband, een soldeerbout, er lag lijm op de tafel alsof het al gebruikt was, een schaar, een tang, een lichtblauwe tandenborstel waarvan de haartjes uiteen stonden, een pincet, een aansteker, twee stickerblaadjes waarin gaatjes zaten, deze waren eruit gehaald, iets groter dan een gat van een perforator. (…) Op de tafel lag ook een blokbatterij met een draadje aan de beide uiteinden eraan dat samenkwam en met tape om de batterij heen geplakt zat. (…) Op de grond naast het tafeltje stonden twee verschillende machines met knopjes. Het was een vierkant kastje waar die zachte drukknopjes op zaten. Op alle drie de knopjes stonden met romeinse cijfers de getallen een tot en met drie. Het andere kastje was grijs en leek op een digitale tijdklok. Er zaten allerlei snoeren aan die leken te zijn verbonden naar iets op dat tafeltje.(…)”
Naar aanleiding van de melding van mevrouw [getuige 1] heeft op 11 november 2011 onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking plaatsgevonden in het appartement aan het [adres] te Amsterdam. Verbalisant [verbalisant 4] heeft beschreven welke goederen in beslag genomen zijn, onder andere de volgende goederen:
1.) Rode tas
(…)
- computerchips type T9JRN41-1 (2x)
- Pinautomaat intact van het merk [merk], type SC 5000 (2x)
- (…)
- Simkaarten (4x) (…)
- Pinautomaat onderdelen (19x)
- (…)
2. Zwarte Nike tas
- Pinautomaat onderdelen (33x)
- (…)
- Chips klein (39x)
- Chips groot (1x)
- Pinautomaat frontje (9x)
- (…)
- Pinautomaat van het merk [merk], type SC 5000 (8x) (…)
3. Blauwe tas van het merk ‘[merk]
- (…)
- Pinautomaat onderdelen (4x)
- (…)
4. Zwarte tas van het merk ‘[merk]’
- (…)
- Wit bakje met nummertoets borden van de pinautomaat (15x)
- Pinautomaat onderdelen (15x)
- Pinautomaat compleet (3x) (…)
- Doorzichtig voorraadbus van Hema met daarin beeldschermen van pinautomaat (5x)
(…)
6. Zwarte [merk] tas met daarin een schoudertas van het merk ‘[merk]’
- Samsung telefoon (…)
- Vodafone telefoon (…)
- (…)
7. Witte [merk] tas
- (…)
- Pinpas Rabobank (…)
- (…)
- Computer van het merk [merk] (…)
- (…)
- Simkaarten (2)
8. Koffer met kleding
- aan de koffer zit een adreslabel ter name van: [verdachte]. (…)
- (…)
- Pasjes overige (16x)
- (…)
- RBC Royal Bank Visa Card t.n.v. [medeverdachte 1] (…)
- CIBC Bank Visa Card t.n.v. [medeverdachte 1] (…)
- Visa Infinite RBC Bank t.n.v. [medeverdachte 1] (…)
- Ziekenhuispas t.n.v. [verdachte]
- ID kaart t.n.v. [verdachte]
- (…)
- Verzekeringspas t.n.v. [verdachte]
- Canadese pas t.n.v. [verdachte]
- Pas t.n.v. [verdachte]
(…)
11. Zwarte koffer van het merk “[merk]”
- aan de koffer zit een adres label t.n.v. [verdachte].
- Pinautomaat van het merk [merk], type SC 5000
- (…)
- Blackberry
- (…)
- Laptop van het merk [merk]
- Laptop van het merk [merk]
- (…)
12. Bruine plastic tas (politie tas)
- Pinautomaat intact van het merk [merk], type SC 5000.
(…)
Van alle goederen is omschreven wat het is en waarvoor het gebruikt wordt, bijvoorbeeld de omschrijving van de volgende goederen:
- 49 membrane keypads, merk ‘[merk]’, deze worden in de geprepareerde geldautomaat onder het pinpad gelegd teneinde de pincode vast te leggen ;
- 29 connectoren, deze worden gebruikt om de kabel van de Membrane keyboard aan te sluiten op het printplaatje.
- 21 bluetooth modules, deze worden in een geprepareerde geldautomaat gebouwd zodat geskimde gegevens digitaal kunnen worden verzonden naar een externe bron als bv een laptop. Alle blue tooth modules zijn voorzien van een zogenaamd Mac adress.
- Betaalautomaat van het merk [merk], type SC5000. Te zien is dat de verzegeling van de schroeven zijn verwijderd. Ook is te zien dat de beveiliging van de [merk] is doorverbonden.
- Diverse onderdelen van een [merk] SC 5000, te weten toetsenbordjes in de Nederlandse en Engelse taal, terwijl in Nederland alleen de Nederlandse gebruikt worden. Ook bij de displayvensters is een verschil te zien tussen Nederlandse en vensterdisplays uit een ander land. De Nederlandse displays zijn altijd voorzien van de opdruk ‘CCV’ (Computer Centrum van der Velden). Verder werden er diverse houders, leeskoppen, printplaten en achterklepjes van de [merk] SC 5000 aangetroffen.
- Antenne, de stekker is voorzien van een USB-aansluiting. Mogelijk wordt deze aan een laptop aangesloten zodat men signalen van een bluetooth van verderaf kan bereiken.
Uit de bevestiging van Booking.com blijkt dat het appartement aan het [adres] te Amsterdam door medeverdachte [medeverdachte 1], afkomstig uit [adres], is gehuurd met als aankomstdatum 11 oktober 2011 en als vertrekdatum 25 oktober 2011.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in het appartement aan het [adres] te Amsterdam hebben verbleven.
Naar aanleiding van een melding van een poging tot skimming op 10 november 2011 en na onderzoek op vrijdag 11 november 2011 in Deventer is onder verdachte en de medeverdachten een tas in beslag genomen. In deze tas werd een pinapparaat aangetroffen dat was voorzien van de unieke code [nummer]. Blijkens informatie van CCV (Computer Centrum van der Velde) is dit pinapparaat met deze code in gebruik in de winkel van Castle Games aan [adres] te Deventer. De tas waarin het pinapparaat is aangetroffen, een rood/zwarte sporttas met het opschrift Aero, bleek te zijn geprepareerd door middel van een ritssluiting over de volle lengte van de bodem van de tas.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 5 ten laste gelegde. De verdediging heeft betoogd dat de in het appartement aan het [adres] te Amsterdam aangetroffen goederen niet van verdachte waren en dat verdachte überhaupt niet op de hoogte was van de aanwezigheid van deze goederen. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
De verdachte heeft geen redengevende of zelfs maar enigszins geloofwaardige verklaring gegeven voor zijn gebrek aan wetenschap omtrent de grote hoeveelheid aangetroffen goederen in het appartement aan het [adres] te Amsterdam alwaar verdachte en zijn medeverdachten gedurende een periode van enkele weken hebben verbleven. In het appartement zijn zeer veel goederen gevonden en in beslag genomen die te herleiden zijn naar diverse skimincidenten, dan wel pogingen daartoe, in Nederland. Zo is er een koffer gevonden, gelabeld met de naam van verdachte met daarin onder meer een laptop van het merk Acer. Op deze laptop is een grote hoeveelheid MAC-adressen aangetroffen. Deze MAC-adressen zijn terug te voeren naar skimincidenten. Tevens is in de laptop een tekststring aangetroffen die overeenkwam met de data van track 2 van een magneetstrip van een bankpas. De gegevens bleken afkomstig van een bankpas op naam van verdachte.
Inleidende bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde
Het onderhavige dossier bevat een beschrijving van een groot aantal skimincidenten of pogingen daartoe. De daarbij (telkens) omschreven werkwijze wordt de ’Canadese methode’ genoemd. Deze methode houdt, gelet op het relaas van verbalisant [verbalisant 5] van de regiopolitie Limburg-Noord, Unit boven regionale recherche, werkzaam bij het Interregionaal Bureau Geld- en Waardeverkeer Zuid-Nederland, het volgende in.
In Nederland wordt op korte termijn het gebruik van de magneetstrip op bankpassen uitgesloten. Echter, nog niet alle Nederlandse betaalautomaten zijn aangepast waardoor er nog steeds betaalautomaten in werking zijn waarbij men gebruik maakt van de magneetstrip op de bankpas. Verdachten die zich bezig houden met skimmen zijn op zoek naar deze betaalautomaten. Vaak is het een betaalautomaat van het type [merk]. Verdachten gaan vervolgens meestal in kleine groepjes van circa 3 personen, tegen sluitingstijd naar de winkel waar zo’n apparaat eerder is gevonden. Ze zijn dan in het bezit van een geprepareerde tas met een rits op de bodem van de tas. In de tas zit dan een zogenaamde ‘dummy’ die geheel overeenstemt met de betaalautomaat van de bezochte winkel. Twee personen houden vervolgens de medewerkers van de winkel bezig waardoor een derde verdachte gelegenheid heeft de betaalautomaat om te wisselen voor de dummy. Hij doet dit door de geprepareerde tas over de betaalautomaat te zetten en deze in de tas te verwisselen voor de dummy. De verdachten bezoeken de winkel tegen sluitingstijd waardoor de kans zeer klein is dat de winkelier de omwisseling opmerkt. De tijd tussen sluiting van de winkel tot de volgende opening van de winkel wordt door verdachten gebruikt om de weggenomen betaalautomaat te prepareren zodat de gegevens van de magneetstrip gekopieerd kunnen worden. Bij opening van de winkel gaan de verdachten de winkel in en verwisselen de dummy met de geprepareerde betaalautomaat waarbij ze op een zelfde wijze te werk gaan als bij het wegnemen van de betaalautomaat. In de geprepareerde betaalautomaat is een kaartlezer geplaatst die de magneetstripgegevens van de bankpas leest. Onder het toetsenbord wordt een dunne folie geplaatst dat de toetsaanslagen (pincode) leest. Deze gegevens worden opgeslagen op een printplaatje dat voorzien is van een bluetooth zendapparaatje. De betaalautomaat wordt losgeschroefd om het te kunnen prepareren. De schroefjes onderop de betaalautomaat zijn normaal gesproken voorzien van een verzegeling met de opdruk ‘do not remove’ of ‘CCV’ (Computer Centrum van der Velde) die bij geprepareerde betaalautomaten ontbreekt. De verdachten positioneren zich met een laptop in de buurt van de geprepareerde betaalautomaat en maken via bluetooth verbinding met de automaat waarna ze de geskimde gegevens binnentrekken op hun laptop .
De rechtbank ziet geen reden te twijfelen aan de juistheid van deze omschrijving van de ‘Canadese methode’ door de verbalisant. Niet kan er voorts aan voorbij gegaan worden dat verdachte en zijn medeverdachten uit Canada afkomstig zijn.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Op 10 november 2011 omstreeks 23:00 uur kreeg verbalisant [verbalisant 6] samen met haar collega het verzoek contact op te nemen met melder [melder] waarna zij telefonisch contact hebben gehad met de melder. Melder vertelde dat hij bedrijfsleider was van de winkel Castle Games en dat hij het vermoeden had dat zijn pinapparaat die dag was meegenomen door drie mannen welke vervolgens het apparaat gereed zouden maken om ermee te skimmen. Melder verwachtte dat de pinautomaat de volgende dag, 11 november 2011, teruggeplaatst zou worden.
Melder [melder] heeft op 11 november 2011 hierover onder meer het volgende verklaard:
“(…) Ik ben werkzaam als bedrijfsleider bij de winkel Castle Games aan [adres]te Deventer. Gisteravond, donderdag 10 november 2011, was er koopavond in Deventer. (…) Omstreeks 20:50 uur liep ik via de winkel naar buiten. Ik zag toen drie mannen in de winkel. (…) De drie mannen waren de laatste klanten die de winkel verlieten. (…) Toen onze pinautomaat een foutmelding gaf heb ik de pinautomaten bekeken en zag ik dat een van de automaten op de toonbank verbroken zegels had. (…) We hebben beveiligingscamera’s in de winkel. Op de beelden die met deze camera gemaakt zijn is te zien dat twee mannen druk in de weer zijn met mijn collega’s en dat de derde man de tas over de pinautomaat heeft gezet en in de tas aan het rommelen is. (…) Ik heb gisteravond contact opgenomen met CCV. (…) Ik gaf het serienummer door van de pinautomaat die volgens mij niet van ons was. Dit bleek ook te kloppen. We hadden één automaat met een nummer die niet aan ons gekoppeld was. (…) Vanmorgen voordat ik de winkel opende kwamen twee in burger geklede politiemannen in de zaak. (…) Toen ik buiten stond zag ik de drie mannen waarover ik net verklaard heb weer aan komen lopen. Ze hadden twee tassen bij zich waarvan 1 dezelfde als die ze gisteravond over de pinautomaat hadden gezet. (…) Ze hadden weer de tas over de pinautomaat gezet en ze hadden de automaat die ze gisteren blijkbaar hadden geplaatst alweer losgekoppeld. Vanmorgen zat deze nog gewoon aangekoppeld. Zij waren de eerste klanten vandaag. (…)”
Op 12 november 2011 heeft verbalisant [verbalisant 7] de camerabeelden bekeken welke opgenomen zijn in de winkel van Castle Games aan [adres] te Deventer waarover hij het volgende over relateert:
“Beelden donderdag 10-11-2011:
Omstreeks 20:30 uur komen drie mannen de winkel in. Ik herken deze mannen. Het zijn de op 11-11-2011 aangehouden verdachten [medeverdachte 1]., [medeverdachte 2] en [verdachte].. Zij spreken het personeel aan, kijken wat rond en verlaten vervolgens de winkel weer;
- 20:41 uur: de genoemde drie mannen komen de winkel weer in; Zij spreken met twee achter de toonbank staande personeelsleden. [verdachte] draagt een grote zwart/rode tas;
- 20:44 uur: Op de toonbank staan twee pinautomaten. Deze staan ongeveer twee meter uit elkaar. [verdachte] zet de genoemde tas op de linker pinautomaat. Een medewerker pakt de tas direct weer van het apparaat af en zet deze op de grond naast de toonbank. (…).
- 20:51 uur: [verdachte] pakt de genoemde tas weer en zet deze op de linker pinautomaat. Hij opent de tas en rommelt met beide handen in deze tas. De andere twee mannen blijven met het personeel praten en staan in eerste instantie links en rechts van [verdachte]. Vervolgens gaan deze twee mannen naar rechts en blijven met het personeel in gesprek. (…) [verdachte] blijft bij de linker pinautomaat staan. [verdachte] heeft de grote tas steeds bij zich;
- 21:02 uur: de drie mannen verlaten de winkel.
Beelden vrijdag 11-11-2011:
10:00 uur: de genoemde drie mannen komen de winkel weer in. [verdachte] draagt een rugtas. [medeverdachte 2] draagt dezelfde grote zwarte/rode tas. Ze lopen direct naar de toonbank en [medeverdachte 2] zet de grote tas direct op de linker pinautomaat. [verdachte] gaat naast hem staan en zet de rugtas die hij bij binnenkomst droeg naast de grote tas. [medeverdachte 2] rommelt in de tas. [verdachte] rommelt aan het apparaat.
10:01 uur: de winkel aanwezige politiemensen komen in beeld en houden verdachte aan. (…)”
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op 10 november 2011 en op 11 november 2011 in de winkel Castle Games aan [adres]te Deventer is geweest.
Op 11 november 2011 is onder de verdachte en zijn medeverdachten een tas in beslaggenomen waarin een pinapparaat is aangetroffen dat blijkens onderzoek van de CCV het pinapparaat is dat in gebruik is in de winkel van Castle Games aan [adres]te Deventer . De tas, een rood/ zwarte sporttas met het opschrift Aero, bleek te zijn geprepareerd. In de bodem van deze tas bevond zich over de gehele lengte een ritssluiting.
Op 8 december 2011 werd door verbalisant [verbalisant 8], inspecteur politie, Bureau Digitale Expertise, onderzoek verricht naar de onder verdachte in beslag genomen terminal en relateert hier onder meer het volgende over:
“(…)
Omschrijving: betaalterminal met skimapparatuur.
Merk: [merk] SC 5000.
(…)
Onderzoek resultaat:
(…) Nadat ik de terminal had geopend zag ik dat daarin skimapparatuur was toegevoegd. Ik zag namelijk onder andere dat:
- tussen het keypad van het moederbord van de terminal en de toetsen een tussenlaag van een membrane keypad was aangebracht. Hierdoor kunnen ingedrukte toetsaanslagen op het originele keyboard bij een betaaltransactie geregistreerd en vastgelegd worden.
- Op de contacten van alle drie de sporen van de originele leeskop van de terminal waren draadjes gesoldeerd. Hierdoor kan de data die door de leeskop van de terminal wordt gelezen bij een betaaltransactie worden verwerkt en vastgelegd in het geheugen van de skimapparatuur.
- De beveiligingen tegen het aanpassen van de terminal waren onklaar gemaakt.
- De extra keypad en de extra bedrading vanaf de leeskop van de terminal waren aangesloten op een printplaat van ongeveer 38 x 19 millimeter.
- Op dit printplaatje waren onder andere de volgende componenten gemonteerd:
- een bluetoothmodule; [nummer] waarvan het stickertje met het unieke bluetooth -MAC-adres was verwijderd.
- Microcontrollerd Atmega [nummer]merk Atmel
- Geheugenchip Atmel [nummer]
- Chip Phillips [nummer]
- Chip mp [nummer]
Het printplaatje was voor voeding aangesloten op contacten de kabelaansluiting van het moederbord van de terminal. De hierboven vermelde onderdelen behoren niet standaard tot de configuratie van de [merk] sc 5000 betaalterminal. Ambtshalve is mij bekend dat deze onderdelen worden gebruikt voor het zogenaamde skimmen. Deze methode wordt de “Canadese Methode” genoemd. (…)”
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Op woensdag 26 oktober 2011 heeft [aangever 1] aangifte gedaan namens de McDonalds aan de [adres] te Apeldoorn en hij heeft hier onder meer het volgende over verklaard:
“(…) Op zondag 23 oktober 2011 na 22:00 uur bleek dat er een storing in onze pinautomaat zat. Wij hebben CCV gebeld, dat is de eigenaar van de automaat en deze heeft maandag 24 oktober 2011 een monteur gestuurd. Hierbij bleek dat de pinautomaat die bij ons aanwezig was niet de automaat was die door CCV geplaatst was en dus ook niet van ons was. (…) De monteur kon ook zien dat bij deze pinautomaat geen verzegeling aanwezig was zodat kon worden vastgesteld dat hiermee geknoeid was. (…) Ze konden via de beeldopnames van de camera aanwezig in onze vestiging zien dat, op zondag 23 oktober 2011 tussen 21:45 uur en 21:55 uur een drietal personen in onze zaak aanwezig waren. Twee van deze personen hebben op dat moment iets besteld terwijl de 3e persoon bij de genoemde pinbetaalautomaat stond. Naast deze automaat stond een grote blauw/witte AH tas om het zicht te belemmeren. Terwijl ons personeel bezig was met de twee andere klanten was te zien de dat 2e man met een voorwerp bij de automaat bezig was. Men kon zien dat deze man onze pinbetaalautomaat verwisselde voor een automaat die hij uit de AH tas haalde en onze automaat in de AH tas deed. (…) Het personeel bemerkte daarna dat onze pinbetaalautomaat een storing gaf. (…)”
Van de opgenomen camerabeelden zijn aan verbalisant [verbalisant 7], brigadier regiopolitie IJsselland, printen ter hand gesteld en na het bekijken ervan relateert hij onder meer:
“(…) Op vrijdag 11 november 2011 werden te Deventer aangehouden:
[verdachte], [geboren], wonende te [adres]
[medeverdachte 1], [geboren], wonende te [adres] en
[medeverdachte 2], [geboren], wonende te [adres]. (…)
Op deze beelden is te zien dat drie mannen die klaarblijkelijk bij elkaar horen, de MacDonalds binnenkomen. Door 1 van deze mannen wordt een op de balie staande pinbetaalautomaat weggenomen en vervangen door een ander apparaat. (…) Ik herken de genoemde drie personen als zijnde in dit proces-verbaal genoemde verdachten [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. [verdachte] is degene die het apparaat verwisseld. (…)”
In het appartement aan het [adres] te Amsterdam zijn goederen in beslag genomen. Onder de in beslaggenomen goederen werden 5 SAM kaarten aangetroffen. Een van de vijf in beslaggenomen SAM-kaarten betreft de SAM-kaart (Security Access Module)-kaart met het nummer [nummer] en is afkomstig uit de terminal (de rechtbank begrijpt: het pinapparaat) van de McDonald’s aan de [adres] te Apeldoorn.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
De geconstateerde handelingen en gedragingen van verdachte en zijn twee medeverdachten bij de winkel Castle Games te Deventer en bij de McDonald’s te Apeldoorn zoals in de bewijsmiddelen omschreven, komen overeen, hetgeen eveneens geldt voor de beschreven handelingen en gedragingen in twee van de zich in het dossier bevindende andere zaken . Elk van de verdachten heeft telkens een zichtbare rol, waarbij de rolverdeling inwisselbaar en niet bij ieder incident hetzelfde is. Verdachte en zijn twee medeverdachten zijn steeds met z’n drieën op pad en gelet op - onder meer - de verklaring van getuige [melder] , de beschrijvingen en de printen van de verschillende camerabeelden is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een gezamenlijke opzet tot het wegnemen van pin-/betaalautomaten en het vervolgens geprepareerd retourneren. Verdachte en zijn twee medeverdachten gaan telkens op gelijke wijze aan de slag. Een werkwijze die naadloos past in de hiervoor omschreven ‘Canadese methode’.
De gedragingen van de verdachte en zijn medeverdachten moeten naar uiterlijke verschijningsvormen dan ook worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het in artikel 232, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf. Het voornemen van de verdachte en zijn medeverdachten om door middel van skimmen betaalpassen valselijk op te maken heeft zich in de vastgestelde gedragingen geopenbaard. De handelingen en gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten zijn essentieel en een volstrekt onmisbaar onderdeel van het totale skimproces, immers zonder deze handelingen kan het uiteindelijke doel niet worden gerealiseerd.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
De rechtbank acht onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten actief betrokken zijn geweest bij of wetenschap hebben gehad van het dupliceren van de gegevens waarmee via de betaalautomaat bij de Bakker Bart te Amersfoort geldopnames zijn gedaan in het buitenland. De verklaring van [persoon 3] is onvoldoende om betrokkenheid van verdachte en zijn medeverdachten te bewijzen. Voorts acht de rechtbank de aanwezigheid van het MAC-adres van de pinautomaat van de winkel Bakker Bart te Amersfoort op de in beslag genomen laptop van verdachte daarvoor eveneens ontoereikend.
Daarnaast bevindt zich in het dossier onvoldoende bewijs voor geldopnames gedaan door middel van gegevens verkregen via de betaalautomaat bij de Bakkers Bart te Ede en Barneveld. De rechtbank zal verdachte dan ook integraal vrijspreken van het onder 4 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De laatste jaren worden in West-Europa veel skimmingincidenten geconstateerd, zo heeft verbalisant [verbalisant 9], brigadier-rechercheur van de regiopolitie Limburg-Noord, Unit Regionale Recherche, werkzaam bij het Interregionale Bureau Geld- en Waardeverkeer Zuid-Nederland, tevens verbonden aan het Landelijk Skimmingpoint in een proces-verbaal gerelateerd. Hij heeft hierin onder meer het volgende verklaard:
“(…) Uit alle binnen- en buitenlandse skim-onderzoeken is duidelijk geworden dat het skimmen voornamelijk gepleegd wordt door georganiseerde groeperingen. De organisatie, welke tijdens hun verblijf in Nederland altijd bestaat uit 4 tot 6 personen, is in het bezit van een laptop of computer, waarop men de mogelijkheid heeft om de opgeslagen skimgegevens op te slaan en per email door te zenden naar het buitenland voor het cashen. In het buitenland bevindt zich veelal een ander onderdeel van de groepering, die de mogelijkheid heeft om via aan laptop en kaartlezer de ontvangen pasgegevens te overschrijven naar een blanco card en vervolgens ter plaatse te pinnen middels geldautomaten. Uit alle verkregen informatie van skim-onderzoeken in binnen- en buitenland is gebleken dat één persoon niet in staat is tot alle handelingen, zoals die zijn omschreven. (…)”
De hiervoor bewezenverklaarde feiten, bezien in samenhang met de zich in het onderhavige dossier bevindende incidenten, waarvan enkele genoemd in de tenlastelegging (feit 1), dienen als bewijsmiddelen voor het bestaan van een criminele organisatie in de ten laste gelegde periode, te weten:
? Incident 8. Sola Winkel Leeuwarden. Op 27 oktober 2011 heeft [aangever 2] aangifte gedaan en hierin staat beschreven op welke wijze verdachten te werk zijn gegaan. Op camerabeelden van de winkel herkent verbalisant de verdachte en zijn medeverdachten.
? Incident 9. Verhage Fastfood Rotterdam. Op 25 oktober 2011 heeft [aangever 3] aangifte gedaan en hierin staat beschreven op welke wijze verdachten te werk zijn gegaan. Op de camerabeelden van de winkel herkent verbalisant de verdachte en zijn medeverdachten.
Naar het oordeel van de rechtbank verzet overigens geen rechtsregel zich ertegen om de niet als afzonderlijke feiten ten laste gelegde incidenten wel voor het bewijs van het onder 1 ten laste gelegde feit te gebruiken.
Voorts zijn op de laptop die is aangetroffen in de koffer van medeverdachte [verdachte] MAC-adressen aangetroffen welke te herleiden zijn naar de volgende incidenten:
- incident 12: Bakker Bart te Veldhoven ;
- incident 13: Burger King te Rotterdam ;
- incident 14: Footlocker te Rotterdam ;
- incident 15: Mc Donalds te Scheveningen ;
- incident 16: Bakker Bart te Barneveld ;
- incident 17: Bakker Bart te Amersfoort ;
- incident 18: Bakker Bart te Ede ;
- incident 19: Bakker Bart te Krimpen aan de IJssel .
Er is nader onderzoek verricht naar de inbeslaggenomen voorwerpen zoals naar de laptop Acer Aspire. Uit het onderzoek bleek onder andere het volgende waarover verbalisant [verbalisant 8], inspecteur politie, digitaal rechercheur, relateert:
“(…) Op verzoek van [verbalisant 5] voornoemd is door mij in het register van het Windows besturingssysteem gezocht naar gegevens MAC adressen van apparaten die middels bluetooth een verbinding hadden gehad met de betreffende laptop. (…) Het was mij ambtshalve bekend dat in het onderwerpelijke onderzoek door de dader(s) gebruik werd gemaakt van de zogenaamde “Canadese skimmethode” en dat als onderdeel van de toegepaste skimapparatuur bluetoothmodules van Roving Networks waren gebruikt. De OUI die is toegekend aan Roving Networks is 00:06:66. In het register van het windows besturingssysteem trof ik een grote hoeveelheid MAC adressen met de OUI 00:06:66 aan. (…)”
Ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen incidenten 16 (Bakker Bart te Barneveld), 17 (Bakker Bart te Amersfoort) en 18 (Bakker Bart te Ede) is de rechtbank van oordeel dat weliswaar onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om het onder feit 4 ten laste gelegde valselijk opmaken van betaalpassen bewezen te verklaren, maar dat de aanwezigheid van de MAC-adressen van de pinautomaten van deze winkels van Bakker Bart op de in beslag genomen laptop van verdachte wel bewijs voor de betrokkenheid van verdachte en zijn medeverdachten bij deze incidenten en daardoor ook voor de in het onder 1. tenlastegelegde genoemde strafbare feiten oplevert.
Bij de inbeslaggenomen voorwerpen is een telefoon Blackberry aangetroffen waarnaar onderzoek is verricht en alle zich daarop bevindende foto’s zijn veiliggesteld. Verbalisant [verbalisant 5], heeft enkele van belang zijnde foto’s beschreven in een proces-verbaal en komt tot de volgende conclusie:
“(…) Er van uitgaande dat de datum van het toestel waarmee de foto’s genomen zijn goed ingesteld stond is de verdachte [verdachte] in april, mei en juni ook al in Nederland geweest. Er vanuit gaande dat de datum van het toestel waarmee de foto’s genomen zijn goed ingesteld stond is de verdachte [medeverdachte 2] in mei ook al in Nederland geweest. De verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] staan op 11-10-2011 op een foto waarbij ze meerdere koffers en tassen bij zich hebben zoals deze later in Amsterdam in beslag werden genomen. (…)” De rechtbank acht deze gegevens van belang als bewijs voor de in de tenlastelegging opgenomen periode.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten de hen ten laste gelegde strafbare handelingen en de zich in het dossier bevindende incidenten in georganiseerd verband zoals bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht hebben gepleegd. De rechtbank overweegt hiertoe dat gelet op de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk is geworden dat er tussen verdachte en zijn medeverdachten sprake is geweest van een duurzame onderlinge samenwerking en een gestructureerd samenwerkingsverband. Immers, vastgesteld kan worden dat verdachte en zijn medeverdachten het appartement aan het [adres] te Amsterdam voor een periode van meerdere weken hebben gehuurd en aldaar hebben verbleven en dat zij steeds in elkaars gezelschap hebben verkeerd. Ook de aanzienlijke hoeveelheid inbeslaggenomen passen/kaarten en de technische professionaliteit van de in het appartement en in de tas aangetroffen en inbeslaggenomen skimapparatuur wijst naar het oordeel van de rechtbank op een langdurige en gestructureerde samenwerking tussen personen.
De verdediging heeft betoogd dat bij een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, dit nog niet betekent dat de verdachten deel uitmaken van een criminele organisatie. Deze stelling mist feitelijke grondslag gezien de in het dossier vastgestelde bevindingen in onderlinge samenhang bezien met betrekking tot de activiteiten in de winkels, het onder 2 en 3 ten laste gelegde en de aangetroffen skimapparatuur, hetgeen er in zijn totaliteit op ziet dat verdachte en zijn medeverdachten op diverse vlakken volkomen onmisbare schakels in het skimproces vormen.
De rechtbank is gelet op voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde.
BEWEZENVERKLARING
De verdachte dient van het onder 4 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 primair, 3 primair en 5 ten laste is gelegd, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 1 april 2011 tot en met 11 november 2011 in de gemeente Deventer en/of in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband bestaande uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of hem, verdachte, en/of één of meer andere (tot nu toe onbekend gebleven) natuurlijke en/of rechtspersonen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- het opzettelijk betaalpassen, waardekaarten, enig andere voor het publiek beschikbare kaarten of voor publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaken of vervalsen, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen als bedoeld in artikel 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht en/of
- het opzettelijk gebruik (laten) maken van de valse of vervalste passen of kaarten als ware deze echt en onvervalst dan wel het opzettelijk zodanige passen of kaarten afleveren, voorhanden hebben, ontvangen, zich verschaffen, vervoeren, verkopen of overdragen, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat de passen of kaarten bestemd zijn/waren voor zodanig gebruik als bedoeld in artikel 232 lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
- het vervaardigen, ontvangen, zich verschaffen, verkopen, overdragen en/of voorhanden hebben van stoffen, voorwerpen en/of gegevens waarvan hij en/of zijn medeverdachten we(e)t(en) dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 226, eerste lid, onder 2-5, artikel 231, eerste lid, en artikel 232, eerst lid omschreven misdrijf als bedoeld in artikel 234 Wetboek van Strafrecht en/of
- oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht en/of
- diefstal als bedoeld in artikelen 310 en/of 311 Wetboek van Strafrecht en/of
- het witwassen van geld en/of goederen, althans voorwerpen als bedoeld in
artikel 420bis Wetboek van Strafrecht;
(incidenten: 1, 3, 8, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19)
2.
hij op 10 en/of 11 november 2011 in de gemeente Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk een of meer betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpas(sen) (met bijbehorende pincodes), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, hebbende verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) telkens:
- meermalen de winkel Castle Games gevestigd aan [adres] ingelopen en/of
- een betaal-/pinapparaat bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer losgekoppeld en/of vervolgens vervangen door een ander betaal-/pinapparaat (dummy) en/of vervolgens
- de volgende dag getracht om een geprepareerde betaal-/pinapparaat, met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door gebruikers van dat pinapparaat, althans een samenstelsel van elektronica, ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten van Castle Games op die betaalautomaat/pinautomaat ingevoerde en/of in te voeren pincodes, konden worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer, terug te plaatsen in de winkel van Castle Games
terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 1)
3.
hij op 23 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk een of meer betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgevens bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten betaalpas(sen) (met bijbehorende pincodes) valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, hebbende/zijnde verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) telkens:
- bij het restaurant Mc Donalds gevestigd aan de [adres] ingelopen en/of
- een betaal-/pinapparaat bestemd voor het elektronisch betalingsverkeer losgekoppeld en/of vervolgens vervangen voor een ander betaal-/pinapparaat (dummy), en/of
terwijl de (verdere) uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 3)
5.
hij in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 11 november 2011 in Deventer en/of Amsterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk skimapparatuur, te weten één of meer:
- bluetooth modules en/of
- betaalautomaten/pinautomaten (merk: [merk]) en/of
- onderdelen van betaalautomaten (merk: [merk]) en/of
- connectoren en/of
- (mobiele)telefoons en/of
- toetsenborden en/of
- printplaten en/of
- chipknip/simkaarten en/of
- passen en/of
- laptops en/of
- antennes en/of
althans samenstelsel(s) van elektronica en/of stoffen en/of voorwerpen (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op bij pin- en/of betaalautomaten ingevoerde en/of in te voeren bankpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of door klanten in te voeren pincodes, kunnen worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen), voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die samenstelsel(s) van elektronica, en/of stoffen en/of voorwerpen bestemd was/waren tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, artikel 226 eerste lid onder 2-3 en artikel 231, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijven.
Van het 1, 2 primair, 3 primair en 5 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
DE STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Het bewezen verklaarde levert op:
1.
Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, strafbaar gesteld bij artikel 140 van de Wetboek van Strafrecht.
2 primair.
Medeplegen van een poging tot het opzettelijk valselijk opmaken van betaalpassen, waardekaarten, enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, strafbaar gesteld bij de artikelen 232 juncto artikel 47 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht.
3 primair.
Medeplegen van een poging tot het opzettelijk valselijk opmaken van betaalpassen, waardekaarten, enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, strafbaar gesteld bij de artikelen 232 juncto artikel 47 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht.
5.
Medeplegen van het voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, artikel 226, eerste lid onder 2-3 en artikel 231, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, strafbaar gesteld bij de artikelen 234 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Dit levert de genoemde strafbare feiten op.
DE STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er zijn ook geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is derhalve strafbaar.
OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar.
Het standpunt van de verdediging
Met betrekking tot de strafmaat heeft de raadsman betoogd dat de voorlopige hechtenis per direct moet worden opgeheven nu er enkel voldoende bewijs is voor de diefstal van een tweetal pinterminals.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. De rechtbank heeft daarbij de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) als uitgangspunt genomen.
De verdachte heeft zich tezamen met anderen door middel van het plaatsen van skimapparatuur dan wel pogingen daartoe schuldig gemaakt aan verscheidene pogingen tot het vervaardigen van valse betaalpassen. Voorts hadden verdachten een grote hoeveelheid skimapparatuur voorhanden en maakten zij deel uit van een criminele organisatie die zich bezig houdt met skimmen. Het skimmen is een ernstige vorm van criminaliteit die veel schade aanricht aan financiële instellingen en gebruikers van bancaire producten en heeft een grote impact op het betalingsverkeer. Het vertrouwen van de consument in het betaalnetwerk en in het gebruik van de pinpas wordt op deze wijze ernstig ondermijnd. De schade aan financiële instellingen blijft niet beperkt tot de directe schade als gevolg van frauduleuze geldopnames. De gevolgen van skimming zijn veel groter. In de meeste gevallen is er sprake van andersoortige schades, hierbij valt te denken aan onder andere het blokkeren en vervangen van alle passen die binnen de skimperiode op de betreffende betaalautomaat werden gebruikt en de imagoschade voor het elektronisch betalen in het algemeen en het product PIN in het bijzonder. Ook voor de betrokken winkels brengt het omzetverlies en imagoschade met zich mee.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 27 januari 2012 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in Nederland is veroordeeld.
BESLISSING
Ten aanzien van de tenlastelegging
Het onder 4 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 1, 2 primair, 3 primair en 5 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 1, 2 primair, 3 primair en 5 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. G.A. Versteeg, voorzitter, mrs. L.J. Bosch en A.M. van der Pal, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2012.