ECLI:NL:RBZLY:2012:BW7298
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling voor werkzaamheden aan een auto
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde voor betaling van werkzaamheden die aan een auto zijn verricht. De rechtbank heeft op 28 maart 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die is geregistreerd onder zaaknummer 172217 / HZ ZA 10-775. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.C.L. van de Corput, stelt dat hij diverse onderdelen heeft geleverd en 150 uur arbeid heeft verricht aan de auto van gedaagde, die werd vertegenwoordigd door advocaat mr. J.S. Staijen. Gedaagde heeft echter betwist dat hij opdracht heeft gegeven voor deze werkzaamheden en heeft geen bewijs geleverd om zijn stelling te onderbouwen.
De procedure omvatte meerdere getuigenverhoren, waarbij gedaagde aanvankelijk geen getuigen kon laten verschijnen. Uiteindelijk zijn er getuigen gehoord die de stellingen van eiser ondersteunden. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde niet in staat is geweest om het tegenbewijs te leveren dat hij had aangeboden. De rechtbank heeft de verklaringen van de getuigen van gedaagde als onvoldoende beoordeeld, vooral omdat de getuigen van eiser de geleverde werkzaamheden en de tijd die aan de auto is besteed, bevestigden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde de gevorderde hoofdsom van EUR 9.500,00 aan eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 1.731,89. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van partijen in het leveren van bewijs voor hun claims.