RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer: 185223 / FZ RK 11-1758
datum : 23 mei 2012
beschikking van de enkelvoudige familiekamer
[de man]
wonende te [plaats],
advocaat mr. J.F. Smallenbroek te Zwolle,
hierna als de man aangeduid,
verzoeker,
[de vrouw],
wonende te [plaats],
advocaat mr. S.L. Geeraths te Zwolle,
hierna als de vrouw aangeduid,
belanghebbende.
Het procesverloop
De man heeft op 10 mei 2011 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift tot echtscheiding met een nevenvoorziening ingediend, dat rechtsgeldig is betekend.
De vrouw heeft daartegen op 4 november 2011 een verweerschrift met nevenvoorzieningen ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren op 12 januari 2012.
Verschenen zijn:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en
- H. van de Kamp namens de Raad voor de Kinderbescherming, hierna als de Raad aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- een brief met bijlagen d.d. 23 december 2011 van de vrouw,
- een fax met bijlagen d.d. 4 januari 2012 van de man,
- een brief met bijlage d.d. 2 maart 2012 van de man, en
- een fax met bijlagen d.d. 2 april 2012 van de vrouw.
Vaststaande feiten
De man en de vrouw zijn op [datum] 2006 in de gemeente Hardenberg met elkaar gehuwd.
De minderjarige kinderen van de man en de vrouw zijn:
1. [minderjarige 1], geboren op [datum] 2003 in de gemeente Hardenberg;
2. [minderjarige 2], geboren op [datum] 2005 in de gemeente Hardenberg.
De man en de vrouw bezitten de Nederlandse nationaliteit.
Beoordeling van de zaak
Scheidingsverzoek
De man heeft echtscheiding verzocht op grond van de stelling dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
De vrouw heeft die stelling erkend.
Nu ook overigens aan de wettelijke bepalingen is voldaan, is het verzoek tot echtscheiding voor toewijzing vatbaar.
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap
De man heeft verzocht de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap te bevelen, met benoeming van een notaris en onzijdige personen.
De vrouw heeft dat verzoek niet weersproken.
De rechtbank zal dit op de wet gegronde verzoek toewijzen, een notaris benoemen ten over-staan van wie de verdeling zal plaatsvinden en - nu niet is gebleken van tegenstrijdige belangen - één onzijdig persoon benoemen, als volgens de wet, om de man of de vrouw, indien deze weigert of nalaat aan de bevolen verdeling mee te werken, te vertegenwoordigen.
Ouderschapsplan
De man en de vrouw hebben bij verzoekschrift ieder een concept-ouderschapsplan overgelegd. Zij hebben ieder verzocht hun concept-ouderschapsplan op te nemen in de beschikking. De man en de vrouw hebben - ook in de loop van de
procedure - hierover geen volledige overeenstemming bereikt, zodat geen sprake is van een ouderschapsplan dat aan de wettelijke vereisten voldoet. Partijen verschillen van mening over de vakantieregeling.
De rechtbank zal gelet hierop de verzoeken van de man en de vrouw afwijzen.
Hoofdverblijfplaats minderjarigen
De vrouw heeft de rechtbank verzocht te bepalen dat de minderjarigen na de scheiding hun hoofdverblijfplaats bij haar zullen hebben.
De man heeft dit verzoek niet weersproken.
De rechtbank zal het verzoek van de vrouw toewijzen.
Zorgregeling in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
De vrouw heeft de rechtbank verzocht een zorgregeling vast te stellen tussen de man en de minderjarigen:
- eenmaal per 14 dagen, telkens van vrijdag 17.00 uur tot zondag 18.00 uur, waarbij de man zorg draagt voor het halen en het brengen van de kinderen.
- de helft van de vakanties en de feestdagen, met dien verstande dat de kinderen aan het eind van de vakantie de vrouw verblijven en voorts te bepalen dat de kinderen op bijzondere dagen zoals de verjaardagen van hun ouders, Vader- en Moederdag aanwezig zijn bij die ouder alwaar de bijzondere dag is, waarbij een dergelijke dag bij de man uiterlijk om 18.30 uur eindigt en de minderjarige kinderen hun eigen verjaardag vieren bij de vrouw.
De vrouw heeft ter zitting aanvullend verzocht om de krokusvakantie altijd bij haar te laten plaatsvinden in verband met haar verjaardag en de verjaardag van [minderjarige 1] en de mei en de herfstvakantie afwisselend bij de man en de vrouw te laten plaatsvinden
De man heeft bezwaar gemaakt tegen toewijzing van dit verzoek.
Standpunt van de man
De man stelt dat de krokusvakantie om en om bij de man en de vrouw dient plaats te vinden. Zijn nieuwe partner is namelijk niet welkom bij de vrouw voor het gezamenlijk vieren van de verjaardag van [minderjarige 1]. Ter zitting heeft de man nog aangebonden genoegen te nemen met twee weken in de bouwvakvakantie opdat de kinderen in ieder geval de laatste week van de vrouw kunnen doorbrengen en tot rust kunnen komen als voorbereiding op het nieuwe schooljaar. De man stelt dat hij in ieder geval twee weken aaneengesloten in de bouwvak vakantie wenst. De man stelt dat feitelijk de omgang plaatsvindt eenmaal in de twee weken van vrijdag tot zondag tot 19.00 uur.
Standpunt van de vrouw
De vrouw stelt dat het wenselijk is indien de kinderen na een vakantie uitgerust op school kunnen starten. De vrouw stelt dat de kinderen over het algemeen onvoldoende rust krijgen bij de man. De vrouw stelt dat de verjaardagen van de kinderen altijd bij de vrouw werden gevierd. De man is welkom bij de vrouw thuis tijdens de verjaardag van de kinderen. De vrouw komt niet graag bij de man. Bovendien wil de familie niet bij hem komen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal - gelet op het over en weer door de man en de vrouw aangevoerde - de zorgregeling vaststellen, zoals hieronder staat vermeld.
Alimentatie
De vrouw heeft een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen verzocht van € 136,- per kind per maand.
De man heeft verweer gevoerd.
Standpunt van de vrouw
Er is weliswaar sprake van faillissementssituatie aan de zijde van de man, maar op grond van de recofa regels kan rekening worden gehouden met een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De vrouw acht de man in staat om bij te dragen in de kosten van de kinderen.
Standpunt van de man
In het vrij te laten bedrag (VTLB) is geen rekening gehouden met een bijdrage voor de kinderen. Een verzoek tot ophoging is bovendien afgewezen. De man is niet in staat om bij te dragen in de kosten van de kinderen.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de onweersproken stellingen van de man ten aanzien van het faillissement, de brief van de rechter-commissaris waaruit blijkt dat het verzoek tot verhoging van het VTLB is afgewezen is en de laatste jurisprudentie LJN BU 4937 is de rechtbank van oordeel dat de man momenteel niet in staat is een bijdrage te leveren aan de kosten van de kinderen.
De rechtbank zal het verzoek afwijzen.
Geen overeenstemming ouderschapsplan
Het kernpunt waarom partijen niet tot een gezamenlijk ouderschapsplan kunnen komen is de vakantie- en verjaardagsregeling die partijen verdeeld houdt. Ter zitting heeft de rechtbank dit geschilpunt met partijen onderzocht. Daarbij bleek dat de wens van de vrouw om de grote vakantie bij haar af te sluiten opdat kinderen tot rust kunnen komen voor het nieuwe schooljaar onverenigbaar met 3 weken grote vakantie bij de man die gebonden is aan de bouwvakvakantie. Om die reden heeft de man ter zitting nog ter zitting aangeboden genoegen te nemen met 2 weken in de bouwvakvakantie. Voorts bleek het om en om delen van de krokusvakantie een onoverkomelijk geschilpunt. In die vakantie vallen (zeer regelmatig) zowel de vakantie van de vrouw als van [minderjarige 1] en de vrouw wil dat die laatste verjaardag bij haar wordt gevierd waarbij de man welkom is. De nieuwe partner van de man is, zoals onweersproken is gesteld, niet welkom.
Ter zitting heeft de rechtbank erop gewezen dat het nu juist vakanties en verjaardagen kwaliteitsdagen zijn voor ouders in de omgang met hun kinderen en dat het daarom voor de kinderen zeer belastend is als deze dagen steeds beladen zijn met meningsverschillen tussen de ex-echtelieden. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat het bij meningsverschillen daarover het meest eerlijk is dat vakanties in beginsel worden gedeeld en dat er geen claims op bepaalde perioden horen te liggen maar deze eerlijk worden gewisseld over de loop van de jaren. De rechtbank heeft vervolgens partijen verzocht om na de zitting met dit gegeven in onderling overleg alsnog tot een gezamenlijk ouderschapsplan te komen.
Vervolgens laat de raadsvrouw van de vrouw bij brief van 2 april weten dat zij niet kan instemmen met het ouderschapsplan van de man met de volgende motivering: "Gedurende het huwelijk van partijen hebben partijen nimmer enige vorm van luxe gekend. Alle financiële armslag van partijen werd geïnvesteerd in de inmiddels failliete onderneming van partijen. De man zette zich maximaal in voor de onderneming van partijen met als gevolg dat hij nauwelijks tijd had voor zijn gezin, maar zich ook niet leek te interesseren voor zijn gezin. Mijn cliënte heeft derhalve de volledige zorg van de minderjarige kinderen op zich genomen.
Juist op het moment dat het huwelijk van partijen vol stond van de emoties in verband met het verlies van het derde kindje van partijen, heeft mijn cliënte moeten constateren dat de man vreemd ging met zijn huidige partner.
Ondanks de vele verzoeken van de zijde van mijn cliënte om het huwelijk te redden, koos de man voor zijn vrijheid en wilde hij zijn "vleugels uitslaan" zonder het huwelijk van partijen een kans te geven. Mijn cliënte heeft lange tijd in de veronderstelling geleefd dat de man vluchtte voor zijn verdriet en de hang naar vrijheid hieruit voortkwam. Dit zo zijnde bleef mijn cliënte hopen en geloven in de terugkeer van de man. Mede door de bittere samenloop van omstandigheden voelt mijn cliënte zich niet begrepen door de man en uw rechtbank.
Thans heeft de man een nieuwe partner en lijkt een gezin voor de man wel belangrijk. Dit steekt temeer daar partijen in staat van faillissement zijn verklaard. Mijn cliënte heeft een bijstandsuitkering en de man een beperkt inkomen. Mijn cliënte moet alle eindjes aan elkaar knopen. De man daarentegen gaat meerdere malen per jaar, al dan niet met de kinderen van partijen, op vakantie. Mijn cliënte gunt de man en de minderjarige kinderen van partijen dit van harte, maar hoopt dat de man en uw rechtbank zich kunnen voorstellen dat mijn cliënte de minderjarige kinderen enkel bijzondere dagen thuis kan bieden. Mijn cliënte hoopt dan ook dat de man en uw rechtbank oog heeft voor de wensen van mijn cliënte in het belang van de minderjarige kinderen. Voorts hoopt mijn cliënte dat uw rechtbank alle vakanties bij helfte deelt".
De rechtbank stelt vast dat de redenen die de vrouw aanvoert voor het niet kunnen instemmen met een ouderschapsplan met daarin opgenomen een redelijke vakantie- en verjaardagsregeling, gelegen zijn in de pijn van de vrouw over het verloop en mislukken van haar huwelijk met de man. De wetgever heeft de verplichting voor ouders om te komen tot een ouderschapsplan in de wet opgenomen opdat dit ouders dwingt zich rekenschap te geven van de belangen van hun kinderen en verantwoordelijkheid als ouders daarbij en dit los te zien van de overige emoties die zij als ex-echtelieden hebben als gevolg van het mislukken van hun relatie. Uit de toelichting van de vrouw blijkt dat zij deze laatste emoties, ondanks een uitvoerige bespreking ter terechtzitting blijft stellen boven de belangen van de kinderen en haar verantwoordelijkheid als ouder daarin.
De rechtbank heeft zich afgevraagd of het in dit geval redelijk is om in casu de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek om echtscheiding. De rechtbank stelt vast dat de man in het belang van de kinderen constructieve voorstellen heeft gedaan om tot een gezamenlijk ouderschapsplan te komen waarbij hij bereid was gegeven de omstandigheden met minder vakantiedagen genoegen te nemen.
Om die reden heeft de rechtbank gezocht naar een andere oplossing die recht doet aan deze situatie met behoud van het dragende idee achter de sanctie van niet-ontvankelijkheid bij het ontbreken van een ouderschapsplan zonder redelijke gronden daartoe. Om die reden zal de rechtbank afwijken van de in het familierecht gebruikelijke compensatie van proceskosten.
Proceskosten
De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat de vrouw (gedeeltelijk) voor tweederde in de proceskosten dient te worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van de man worden door de rechtbank begroot op:
Exploit € 71,84
vastrecht € 71,-
Salarisadvocaat € 904,- (2x tarief II)
€ 1.046,84
Tweederde van dit bedrag is: € 697,89
spreekt de echtscheiding uit tussen de man en de vrouw, op [datum] 2006 in de gemeente Hardenberg met elkaar gehuwd,
beveelt de man en de vrouw om met elkaar over te gaan tot verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap, voor zover aanwezig,
benoemt, tenzij de man en de vrouw binnen 14 dagen na heden anders overeenkomen, tot notaris ten overstaan van wie, op een door hem te bepalen datum en plaats, de verdeling plaatsvindt mr. R.E. Brinkman te Hardenberg, zijn opvolger of degene die zijn kantoor waarneemt,
benoemt tot onzijdig persoon om de man of de vrouw, indien deze weigert of nalaat aan de bevolen verdeling mee te werken, te vertegenwoordigen mr. M. Cupido, advocaat, kantoorhoudende te Hardenberg, of de door de rechtbank daartoe aangewezen vervanger,
bepaalt dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben,
stelt een zorgregeling tussen de man en de minderjarigen vast:
- eenmaal per 14 dagen, telkens van vrijdag 17.00 uur tot zondag 19.00 uur,
- de helft van de vakanties en de feestdagen,
- waarbij in de even jaren bij de vader en de oneven jaren bij de moeder: Koninginnedag, Hemelvaartsdag, het weekend met eerste en tweede Pinksterdag, meivakantie, kerstvakantie eerste week + beide kerstdagen,
- waarbij in de oneven jaren bij de moeder en de even jaren bij de man: voorjaarsvakantie, goede vrijdag, de zaterdag en eerste en tweede paasdag, herfstvakantie, kerstvakantie tweede week + oud- en nieuw,
- de verjaardagen van de kinderen worden gevierd op de plek waar de kinderen volgens de zorgregeling op dat moment verblijven,
- de zomervakantie bestaat uit drie weken waarbij in ieder geval twee aaneengesloten weken in de bouwvakvakantie vallen. Als de bouwvakvakantie valt in week 2, 3 en 4 van de zomervakantie, dan heeft de man de eerste drie weken van de zomervakantie. Als de bouwvakvakantie valt in week 3, 4 en 5 van de zomervakantie, dan heeft de man de laatste drie weken van de zomervakantie,
bepaalt de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen op nihil,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad, behoudens voor zover het de
echtscheiding betreft,
veroordeelt de vrouw in tweederde van de proceskosten, aan de zijde van de man begroot op (in totaal € 1.046,84 waarvan tweederde is) € 697,89,
wijst het meer of anders gevraagde af,
Aldus gegeven door mr. H.F.J.M. Schröder, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Jansen, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 mei 2012