ECLI:NL:RBZLY:2012:BW6326

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
10 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/690051-11
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake seksueel misbruik van minderjarige dochter en bedreiging ex-vriendin

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 10 mei 2012 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn minderjarige dochter en bedreiging van zijn ex-vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte is beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het seksueel binnendringen van zijn dochter, die op het moment van de misdragingen nog niet de leeftijd van zestien jaar had bereikt. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en haar stiefmoeder als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die stelde dat deze verklaringen inconsistent waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn dochter gedurende een lange periode heeft misbruikt, wat heeft geleid tot ernstige schade en een gevoel van onveiligheid voor het slachtoffer. De rechtbank heeft ook de bedreigingen van de verdachte aan het adres van zijn ex-vriendin in overweging genomen, waarbij hij haar via sms-berichten heeft geïntimideerd. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.690051-11 (P)
Uitspraak: 10 mei 2012
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte)
geboren (geboorte plaats)
wonende te (adres)
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.J. Baken, advocaat te Emmeloord.
Als officier van justitie was aanwezig mr. M. Kamper.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij in of omstreeks de periode van 12 april 1997 tot en met 2 april 2000 te Almere en/of Lelystad, meermalen, althans éénmaal, met zijn kind, te weten (slachtoffer1), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer 1), hebbende verdachte (telkens)
- zijn vinger(s) in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- zijn penis in haar mond geduw/gebracht/ en/of
- met die penis bewegingen gemaakt in haar mond en/of
- haar vagina gestreeld/betast en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina bewogen/gewreven en/of
- haar zijn penis laten vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen laten maken;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden;
hij in of omstreeks de periode van 2 april 1997 tot en met 2 april 2000 te Almere en/of Lelystad, meermalen, althans éénmaal, met zijn kind, te weten (slachtoffer 1 ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit
- het strelen/betasten van de vagina van die (slachtoffer 1) en/of
- het wrijven/bewegen met zijn, verdachtes penis langs/tegen de vagina van die (slachtoffer 1) en/of
- het laten vastpakken/vasthouden van zijn, verdachtes penis door die (slachtoffer 1) en/of
- het dwingen/instrueren van die (slachtoffer 1) om met haar hand heen en weer gaande bewegingen te maken om zijn, verdachtes penis.
2.
Hij in of omstreeks de periode van 2 april 2000 tot en met 2 april 2004 te Lelystad en/of Almere en/of Amstelveen, meermalen, althans éénmaal, met zijn kind, te weten (slachtoffer 1), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer 1), hebbende verdachte (telkens)
- zijn penis in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- zijn penis in haar mond geduwd/gebracht en/of
- met die penis bewegingen gemaakt in haar mond en/of
- haar vagina gestreeld/betast en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina bewogen/gewreven en/of
- haar zijn penis laten vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen laten maken.
3.
Hij in of omstreeks de periode van 2 april 2004 tot en met 2 april 2006 te Lelystad en/of Almere en/of Amstelveen, meermalen, althans éénmaal, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) zijn kind, te weten (slachtoffer 1) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer 1), hebbende verdachte (telkens) die (slachtoffer 1) gedwongen te dulden dat verdachte
- zijn penis in haar vagina duwde/bracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina duwde/bracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina duwde/bracht en/of
- zijn penis in haar mond duwde/bracht en/of
- met die penis bewegingen maakte in haar mond en/of
- haar vagina streelde/betastte en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina bewoog/wreef en/of
- haar zijn penis liet vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen liet maken
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat
- verdachte de vader is van het slachtoffer en dat zij zodoende in een van hem afhankelijke positie verkeerde en/of
- aan bovenomschreven misbruik vóór haar zestiende verjaardag reeds een lange periode van misbruik vooraf ging, waardoor zij ook nu niet in staat was om hiertegen weerstand te bieden en/of
- verdachte aangaf dat de seksuele handeling(en0 hou dan ook zou(den) plaatsvinden, door wanneer zij niet meewerkte dingen te zeggen als: “als je meewerkt gaat het vlugger”, althans woorden van die strekking, en/of
- verdachte haar manipuleerde door – zakelijk weergegeven – tegen haar te zeggen dat ze niet mocht praten over de seksuele handelingen die zij bij elkaar verrichtten, omdat zij anders hun mooie leventje, hun mooie huis en de vakanties naar Curaçao kwijt zouden raken en dat zij dat dan op haar geweten zou hebben en door haar te vragen of dat wel was wat ze wilde en/of (aldus) voor die (slachtoffer 1) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet to een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2004 tot en met 2 april 2006 te Lelystad en/of Almere en/of Amstelveen, meermalen, althans éénmaal, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, (slachtoffer 1), geboren op 2 april 1988, bestaande die ontucht hierin dat hij (telkens)
- zijn penis in haar vagina heeft geduwd/gebracht en/of
- zijn vinger(s)in haar vagina heeft geduwd/gebracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina heeft geduwd/gebracht en/of
- zijn penis in haar mond heeft geduwd/gebracht en/of
- met die penis bewegingen heeft gemaakt in haar mond en/of
- haar vagina heeft gestreeld/betast en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina heeft bewogen/gewreven en/of
- haar zijn penis heeft laten vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen heeft laten maken.
4.
Hij in of omstreeks in de periode van 1 juni 2009 tot en met 27 juli 2010 te Lelystad en/of Almere, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van (slachtoffer 2) (zijnde de ex-vriendin van verdachte), in elk geval van een ander, met het oogmerk die (slachtoffer 2), in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij die (slachtoffer 2) in die periode een aanzienlijk aantal sms-berichten gestuurd, met daarin onder meer de volgende woorden:
“Je bent een hoer zo ver is duidelijk. Zie je in de hel. Pronto” en/of
“Zo, en nu kan je wie je wilt sturen ik kan niet wachten. Gaat helemaal goedkomen. Je kan beginnen met die lange arrogante lul. Kom hem toch tegen geduld” en/of
“Bitch je krijgt je deel” en/of
“Hoer ben je altijd geweest alleen ik geloofde je leugens. (…) ga maar pijpen voor geld ben je goed in” en/of
“Zelfs als hoer deug je niet, je bent te goedkoop” en/of
Ik ga je straffen reken maar” en/of
Als je een feestje viert met de duivel moet je ook dansen. Zoals ik eens zei, dit jaar groot feest” en/of
“Je hebt (X)l meer dan je denkt verkloot in zijn hoofd. (…) Nu haat ik jou en de hel w8 je” en/of
“Zogenaamd moest je naar klanten en (X) alleen thuis dag en avond, terwijl je ligt te krikken. Achter je kut en geld aanlopen HOER” en/of
“Als mijn schadeafwikkeling niet opgelost wordt kom ik je halen. Nu is het oorlog” en/of
“Je ZAL krijgen wat je toekomt. Al kost het mijn leven. Die duurt toch niet lang meer. IK HAAT JE” en/of
“Ik gun je geen plezier dus ga niet alleen, beloofd is beloofd” en/of
(over de vriend van die (slachtoffer 2)) “Voor het geval hij stoere gedachten heeft, help hem aub uit de droom. Hij gaat neer” en/of
“Ik kan niet wachten op de dag dat je dood neervalt, (…) je krijgt je straf wacht maar! (…) Straks beslis je niets meer!!” en/of
(nadat hij aan de deur was geweest) “Je was er niet, deze keer heb je geluk gehad” en/of
“Naar de klote ga ik, maar jij eerst. Dat beloof ik je! Jou zien creperen daar leef ik voor, en die dag zal komen. Je wordt hard aangepakt” en/of
“Ik slacht je af ik weet alleen nog niet wanneer”,
althans woorden van gelijke aard of strekking
en/of heeft hij meermalen, althans eenmaal, - zakelijk weergegeven – tegen die (slachtoffer 2) gezegd dat hij haar zou vermoorden en/of af zou slachten en/of dat hij zelfmoord wou plegen en dat hij dan niet alleen zou gaan, maar haar mee zou nemen
en/of heeft hij meermalen, althans eenmaal, ’s nachts langs de woning van de vriend van die (slachtoffer 2) gereden.
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSMOTIVERING
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting betoogd dat hetgeen onder 1 primair, 2, 3 primair en 4 ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte gevorderd ten aanzien van hetgeen onder voornoemde feiten ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van hetgeen onder 1 primair en subsidiair, 2 en 3 primair en subsidiair ten laste is gelegd. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van (slachtoffer 2) en aangeefster onbetrouwbaar zijn nu zij, wat inhoud betreft, niet consistent zijn en onvoldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank met uitzondering van de aan zijn cliënt ten laste gelegde moordbedreigingen aan het adres van voornoemde (slachtoffer 2) alsmede de omstandigheid dat zijn cliënt bij het huis van de vriend van die (slachtoffer 2) zou zijn langsgereden. De raadsman heeft geconcludeerd dat zijn cliënt van voornoemde aantijgingen dient te worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot de berouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en (slachtoffer 2) overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank overweegt dat het door de raadsman aangevoerde verweer betreffende de onbetrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster en haar stiefmoeder op geen enkele wijze door enig bescheid in het dossier wordt ondersteund. Voorts overweegt de rechtbank dat de enkele omstandigheid dat aangeefster op negenjarige leeftijd haar verhaal over het misbruik heeft ingetrokken en aangeefster en haar stiefmoeder verschillend hebben verklaard over wie op enig moment de hond uitliet, voor de rechtbank onvoldoende reden is om de gedetailleerde verklaring van aangeefster en de verklaring van (slachtoffer 2) als onbetrouwbaar aan te merken.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de raadsman.
Ten aanzien van het onder 1 primair tenlastgelegde
Met betrekking tot het onder 1 primair tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om te komen tot bewezenverklaring van de omstandigheid dat verdachte bij aangeefster ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. De aangifte wordt op dat punt niet ondersteund door andere verklaringen in het dossier.
De rechtbank zal verdachte derhalve van het onder 1 primair ten laste gelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair tenlastegelegde
Met betrekking tot het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen , het navolgende.
Op 4 maart 2009 heeft aangeefster (slachtoffer) bij de politie een verklaring afgelegd omtrent de omstandigheid dat haar vader, verdachte, haar seksueel zou hebben misbruikt vanaf haar 9e tot haar 18e levensjaar .
Zij heeft verklaard dat toen zij in Almere woonden en aangeefster de leeftijd van 9 jaar had bereikt, haar vader met zijn onderlichaam op haar ging liggen en dat zij zag en voelde dat hij zijn penis op haar vagina legde . Zij voelde dat hij zijn harde penis op haar vagina legde en toen ging bewegen.
Voorts heeft aangeefster verklaard dat haar vader, toen zij in Almere woonden, elke vrijdagavond aan haar vagina zat. Voorts heeft zij verklaard dat zij de penis van haar vader aan moest raken en dat verdachte vervolgens tegen haar zei dat zij haar hand op en neer moest bewegen .
Voorts heeft aangeefster verklaard dat zij vanaf haar twaalfde jaar, toen zij in Lelystad woonden, daadwerkelijk seks heeft gehad met haar vader .
Naar verklaring van aangeefster is zij toen zwanger geraakt van haar vader. Zij heeft verklaard dat zij een abortus heeft ondergaan waarna haar vader weer bij haar kwam en haar weer aan ging raken en ook weer seks met haar had. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte dan zijn penis in haar vagina stopte en dat zij dan seks hadden.
Voorts heeft aangeefster verklaard dat zij seks had met haar vader, een keer of 3 per week, vanaf haar twaalfde tot haar zeventiende jaar. Als zij ongesteld was moest zij hem pijpen of aftrekken. Ook heeft aangeefster verklaard dat verdachte af en toe een dildo gebruikte en die in haar vagina stopte .
Aangeefster heeft voorts verklaard dat zij bang was dat haar vader wraak zou willen nemen als zij de politie vertelde wat er aan de hand was . Aangeefster heeft tevens verklaard dat als zij liet merken dat zij niet wilde, verdachte tegen haar zei: “als je meewerkt dan gaat het vlugger” .
Op 16 november 2007 heeft (slachtoffer 2), de stiefmoeder van aangeefster, een informatief gesprek gehad met de politie over hetgeen aangeefster destijds tegen haar had verteld over het misbruik. Uit het proces-verbaal van bevindingen valt op te maken dat de stiefmoeder van aangeefster verdachte heeft geconfronteerd met het misbruik van zijn dochter. Verdachte zou het misbruik niet hebben ontkend en gezegd hebben dat het in het eerste jaar maar een keer of 16 was gebeurd en in het tweede jaar 2 of 3 keer.
Uit gegevens van de huisarts blijkt dat aangeefster op 26 februari 2001 een abortus heeft ondergaan.
Op 12 maart 2009 heeft de stiefmoeder van aangeefster, (slachtoffer 2) , verklaard dat aangeefster haar heeft ingelicht over het misbruik en dat zij verdachte op 5 oktober 2007 daarmee heeft geconfronteerd. Zij heeft verklaard dat aangeefster tegenover haar had verklaard dat zij 4 maal per week seks had met haar vader. Voorts heeft zij verklaard dat verdachte daarop tegen haar zei: “zo vaak in de week was het niet, hoogstens 1 of 2 keer” .
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat de zinsnede
‘en/of heeft hij meermalen, althans eenmaal, ’s nachts langs de woning van de vriend van die (slachtoffer 2) gereden’ niet wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte zal dan ook van dit gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Voor het overige onder 4 tenlastegelegde overweegt de rechtbank dat sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid:
- Proces-verbaal van aangifte door (slachtoffer 2) ;
- Aanvullend proces-verbaal van aangifte door (slachtoffer 2)
- Aanvullend proces-verbaal van aangifte door (slachtoffer 2) ;
- Aanvullend proces-verbaal van aangifte door (slachtoffer 2) ;
- Proces-verbaal van verhoor van verdachte
De rechtbank is op basis van het voornoemde van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte de hem onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 ten laste is gelegd, met dien verstande dat
1 subsidiair.
Hij in of omstreeks de periode van 2 april 1997 tot en met 2 april 2000 te Almere en/of Lelystad, meermalen, met zijn kind, te weten (slachtoffer), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, telkens bestaande uit
- het strelen/betasten van de vagina van die (slachtoffer) en/of
- het wrijven/bewegen met zijn, verdachtes penis langs/tegen de vagina van die (slachtoffer) en/of
- het laten vastpakken/vasthouden van zijn, verdachtes penis door die (slachtoffer) en/of
- het dwingen/instrueren van die (slachtoffer) om met haar hand heen en weer gaande bewegingen te maken om zijn, verdachtes penis.
2.
Hij in of omstreeks de periode van 2 april 2000 tot en met 2 april 2004 te Lelystad en/of Almere en/of Amstelveen, meermalen, met zijn kind, te weten (slachtoffer), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer), hebbende verdachte(telkens
- zijn penis in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- zijn penis in haar mond geduwd/gebracht en/of
- met die penis bewegingen gemaakt in haar mond en/of
- haar vagina gestreeld/betast en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina bewogen/gewreven en/of
- haar zijn penis laten vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen laten maken.
3 primair.
Hij in of omstreeks de periode van 2 april 2004 tot en met 2 april 2006 te Lelystad en/of Almere en/of Amstelveen, meermalen, door feitelijkheden zijn kind, te weten (slachtoffer) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer), hebbende verdachte telkens die (slachtoffer) gedwongen te dulden dat verdachte
- zijn penis in haar vagina duwde/bracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina duwde/bracht en/of
- een zogenaamde dildo in haar vagina duwde/bracht en/of
- zijn penis in haar mond duwde/bracht en/of
- met die penis bewegingen maakte in haar mond en/of
- haar vagina streelde/betastte en/of
- met zijn penis langs/tegen haar vagina bewoog/wreef en/of
- haar zijn penis liet vastpakken/vasthouden en/of
- haar met haar hand om zijn penis heen en weer gaande bewegingen liet maken
en bestaande die feitelijkheden hierin dat
- verdachte de vader is van het slachtoffer en dat zij zodoende in een van hem afhankelijke positie verkeerde en/of
- aan bovenomschreven misbruik vóór haar zestiende verjaardag reeds een lange periode van misbruik vooraf ging, waardoor zij ook nu niet in staat was om hiertegen weerstand te bieden en/of
- verdachte aangaf dat de seksuele handeling(en) hoe dan ook zou(den) plaatsvinden, door wanneer zij niet meewerkte dingen te zeggen als: “als je meewerkt gaat het vlugger”, althans woorden van die strekking, en/of
- verdachte haar manipuleerde door – zakelijk weergegeven – tegen haar te zeggen dat ze niet mocht praten over de seksuele handelingen die zij bij elkaar verrichtten, omdat zij anders hun mooie leventje, hun mooie huis en de vakanties naar Curaçao kwijt zouden raken en dat zij dat dan op haar geweten zou hebben en door haar te vragen of dat wel was wat ze wilde en/of (aldus) voor die (slachtoffer) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
4.
Hij in of omstreeks in de periode van 1 juni 2009 tot en met 27 juli 2010 te Lelystad en/of Almere, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van (slachtoffer 2) (zijnde de ex-vriendin van verdachte), in elk geval van een ander, met het oogmerk die (slachtoffer 2), in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij die (slachtoffer 2) in die periode een aanzienlijk aantal sms-berichten gestuurd, met daarin onder meer de volgende woorden:
“Je bent een hoer zo ver is duidelijk. Zie je in de hel. Pronto” en/of
“Zo, en nu kan je wie je wilt sturen ik kan niet wachten. Gaat helemaal goedkomen. Je kan beginnen met die lange arrogante lul. Kom hem toch tegen geduld” en/of
“Bitch je krijgt je deel” en/of
“Hoer ben je altijd geweest alleen ik geloofde je leugens. (…) ga maar pijpen voor geld ben je goed in” en/of
“Zelfs als hoer deug je niet, je bent te goedkoop” en/of
Ik ga je straffen reken maar” en/of
Als je een feestje viert met de duivel moet je ook dansen. Zoals ik eens zei, dit jaar groot feest” en/of
“Je hebt (X) meer dan je denkt verkloot in zijn hoofd. (…) Nu haat ik jou en de hel w8 je” en/of
“Zogenaamd moest je naar klanten en (X) alleen thuis dag en avond, terwijl je ligt te krikken. Achter je kut en geld aanlopen HOER” en/of
“Als mijn schadeafwikkeling niet opgelost wordt kom ik je halen. Nu is het oorlog” en/of
“Je ZAL krijgen wat je toekomt. Al kost het mijn leven. Die duurt toch niet lang meer. IK HAAT JE” en/of
“Ik gun je geen plezier dus ga niet alleen, beloofd is beloofd” en/of
(over de vriend van die (slachtoffer 2)) “Voor het geval hij stoere gedachten heeft, help hem aub uit de droom. Hij gaat neer” en/of
“Ik kan niet wachten op de dag dat je dood neervalt, (…) je krijgt je straf wacht maar! (…) Straks beslis je niets meer!!” en/of
(nadat hij aan de deur was geweest) “Je was er niet, deze keer heb je geluk gehad” en/of
“Naar de klote ga ik, maar jij eerst. Dat beloof ik je! Jou zien creperen daar leef ik voor, en die dag zal komen. Je wordt hard aangepakt” en/of
“Ik slacht je af ik weet alleen nog niet wanneer”,
althans woorden van gelijke aard of strekking
en/of heeft hij meermalen, althans eenmaal, - zakelijk weergegeven – tegen die (slachtoffer 2) gezegd dat hij haar af zou slachten en/of dat hij zelfmoord wou plegen en dat hij dan niet alleen zou gaan, maar haar mee zou nemen.
Van het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
DE STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Het bewezene levert op:
1 subsidiair.
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen;
Strafbaar gesteld bij de artikelen 247 en 248, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
2.
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
Strafbaar gesteld bij de artikelen 245 en 248, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
3 primair.
Verkrachting, meermalen gepleegd;
Strafbaar gesteld bij de artikelen 242 en 248, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
4.
Belaging;
Strafbaar gesteld bij artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Dit levert de genoemde strafbare feiten op.
DE STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er zijn ook geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is derhalve strafbaar.
OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit, mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met eventueel de oplegging van een contactverbod.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden
waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte,
zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de
na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft gedurende lange tijd, meerdere jaren, met zijn dochter ontuchtige handelingen gepleegd vanaf negenjarige leeftijd tot en met haar vijftiende levensjaar.
Verdachte heeft derhalve zijn dochter ernstig beschadigd in plaats van haar de veiligheid te bieden die een opgroeiend kind naar het oordeel van de rechtbank in een gezin mag verwachten.
Door op die wijze te acteren heeft verdachte voor zijn dochter een jarenlange situatie van onveiligheid en angst gecreëerd.
Zelfs nadat verdachte zijn twaalfjarige dochter had zwanger gemaakt en nadat deze zwangerschap was afgebroken, heeft verdachte misbruik gemaakt van de afhankelijke positie van zijn dochter en heeft hij zich nog herhaaldelijk aan haar opgedrongen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich door deze handelwijze verwerpelijk heeft gedragen en rekent dit verdachte dan ook zwaar aan.
Naar het oordeel van de rechtbank komt de ernst van het bewezenverklaarde onvoldoende tot uitdrukking in de door de officier van justitie gevorderde straf. Het is op deze grond dat de rechtbank de hierna te vermelden zwaardere straf zal opleggen dan door de officier van justitie gevorderd.
De rechtbank acht een zwaardere onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk nu de bewezenverklaarde feiten stelselmatig en over een lange periode hebben plaatsgevonden , het slachtoffer de minderjarige dochter van verdachte was, het misbruik een aanvang heeft genomen op zeer jonge leeftijd van het slachtoffer en verdachte daarbij veelvuldig haar lichaam is binnengedrongen, alsmede dat het slachtoffer op haar twaalfde levensjaar een zwangerschap en een abortus heeft moeten ondergaan. De aard en de ernst van het strafbaar verklaarde zou door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend worden.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank de thans geldende jurisprudentie als uitgangspunt genomen. Dit uitgangspunt rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De officier van justitie heeft haar strafeis geformuleerd met inachtneming van het overschrijden van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank overweegt ten aanzien van die redelijke termijn dat verdachte op 14 februari 2011 ten eersten male is verhoord inzake het misbruik en op diezelfde dag in verzekering is gesteld. De rechtbank is van oordeel dat de inverzekeringstelling van verdachte kan worden aangemerkt als de eerste handeling waaraan verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld.
Anders dan de officier van justitie komt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat de redelijke termijn niet is overschreden. De rechtbank zal derhalve geen strafvermindering als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008 (LJN BD2578) toepassen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank, in positieve zin, rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 28 maart 2012 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
BESLISSING
Het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.
De tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering gebracht.
Aldus gewezen door mr. L.J.C. Hangx, voorzitter, mrs. G.P. Nieuwenhuis en S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van den Hoek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 mei 2012.