ECLI:NL:RBZLY:2012:BW3198
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.A. Versteeg
- F.E.J. Goffin
- A.M. van der Pal
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van dagvaarding wegens onduidelijke tenlastelegging in vuurwerkdelicten
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 6 maart 2012, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk in bezit hebben en/of ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, in de periode van 1 september 2011 tot en met 6 december 2011. De tenlastelegging was echter onduidelijk, omdat deze niet specifiek vermeldde om welke soorten en hoeveelheden vuurwerk het ging. De officier van justitie stelde dat de tenlastelegging in samenhang met het dossier moest worden gelezen, maar de rechtbank oordeelde dat de vagheid van de beschuldigingen de verdachte in zijn verdediging benadeelde.
De rechtbank concludeerde dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat de tenlastelegging duidelijk en begrijpelijk moet zijn. De rechtbank vond het een ernstig gebrek dat de tenlastelegging geen specifieke details gaf over de hoeveelheid en categorieën van het vuurwerk, vooral gezien het feit dat er meerdere verdachten en incidenten waren. Dit gebrek aan duidelijkheid leidde ertoe dat de rechtbank de dagvaarding nietig verklaarde, wat ook betekende dat het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en specifieke tenlastelegging in strafzaken, zodat de verdachte adequaat kan worden geïnformeerd over de beschuldigingen en zich kan verdedigen. De rechtbank wees erop dat de eisen van duidelijkheid en begrijpelijkheid essentieel zijn voor een eerlijke rechtsgang.