ECLI:NL:RBZLY:2012:BW3197
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.A. Versteeg
- F.E.J. Goffin
- A.M. van der Pal
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van dagvaarding in vuurwerkdelicten
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 6 maart 2012, is de verdachte beschuldigd van het in bezit hebben en verhandelen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik. De tenlastelegging omvatte twee feiten die zich in verschillende periodes en locaties hebben afgespeeld. De rechtbank constateert dat de dagvaarding niet voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat deze niet voldoende duidelijkheid biedt over de specifieke gedragingen van de verdachte. De rechtbank wijst op het gebrek aan details over de hoeveelheid en categorie van het vuurwerk, wat essentieel is voor de verdachte om zich adequaat te kunnen verdedigen. Dit gebrek aan precisie in de tenlastelegging leidt de rechtbank tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden.
De rechtbank oordeelt dat de dagvaarding niet voldoet aan de wettelijke vereisten, waardoor de verdachte niet in staat is om te begrijpen waartegen hij zich moet verdedigen. De officier van justitie had betoogd dat de dagvaarding in samenhang met het dossier gelezen moest worden, maar de rechtbank vindt dat dit niet voldoende is om de onduidelijkheid te verhelpen. De rechtbank verklaart de dagvaarding nietig en heft het bevel tot voorlopige hechtenis op. Dit vonnis benadrukt het belang van een duidelijke en specifieke tenlastelegging in strafzaken, vooral in complexe zaken met meerdere verdachten en feiten.