ECLI:NL:RBZLY:2012:BV7759
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonvordering in payroll-overeenkomst met betrekking tot werktijdverkorting
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 februari 2012, stond de loonvordering van de eisende partij centraal. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. L.T. den Hollander, vorderde betaling van achterstallig loon, vakantiegeld en niet genoten vakantie-uren van de gedaagde partij, die een dochteronderneming is van USG People N.V. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. S.R. Akster, voerde verweer en stelde dat de arbeidsovereenkomst kwalificeerde als een payroll-overeenkomst, waardoor zij niet verplicht was om loon te betalen bij niet-beschikbaarheid van werk.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij, ondanks de payroll-overeenkomst, gehouden was tot loondoorbetaling. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij de werktijd van de eisende partij eenzijdig had verkort zonder de vereiste ontheffing van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit was in strijd met artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, dat een eenzijdige werktijdverkorting door de werkgever verbiedt. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij recht had op doorbetaling van het loon, omdat de reden voor het niet verrichten van arbeid in de risicosfeer van de gedaagde partij lag.
De vordering van de eisende partij werd toegewezen, met inbegrip van de wettelijke verhoging en rente. De gedaagde partij werd ook veroordeeld om een deugdelijke salarisspecificatie te verstrekken, op straffe van een dwangsom. De gedaagde partij werd als grotendeels in het ongelijk gestelde partij belast met de proceskosten. De uitspraak benadrukt de bescherming van werknemers in payroll-overeenkomsten en de strikte naleving van wettelijke bepalingen omtrent loondoorbetaling.