In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 augustus 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres], die een restaurant/hotelschip exploiteert, en de Provincie Flevoland. De eiseres vorderde schadevergoeding van € 6.500,= van de Provincie, omdat zij van mening was dat de bebording tijdens wegwerkzaamheden onduidelijk was, waardoor haar restaurant slecht bereikbaar was. De wegwerkzaamheden vonden plaats van 2 november 2009 tot en met 18 december 2009, en de Provincie had een verkeersbord geplaatst dat de indruk wekte dat de weg volledig afgesloten was voor verkeer, met uitzondering van aanwonenden. Eiseres stelde dat deze onduidelijke bebording klanten afschrikte, wat resulteerde in omzetverlies.
De Provincie betwistte de vordering en stelde dat de wegwerkzaamheden rechtmatig waren. De kantonrechter oordeelde dat de bebording niet onrechtmatig was, omdat er onderborden hingen die aangaven dat aanwonenden en bedrijven bereikbaar waren. De rechter concludeerde dat, zelfs als automobilisten dachten dat er een inrijdverbod gold, dit de Provincie niet kon worden verweten. Bovendien was niet voldoende onderbouwd dat de schade was veroorzaakt door de bebording, aangezien het grote gele bord snel was verwijderd en eiseres niet had aangetoond dat er schade was ontstaan in die korte periode.
Daarom werd de vordering van eiseres afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door overheden tijdens wegwerkzaamheden en de noodzaak voor eisers om schade adequaat te onderbouwen.