ECLI:NL:RBZLY:2012:2171
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over omgangsregeling tussen ouders van minderjarige
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad is behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door de man, die een voorlopige omgangsregeling vordert met zijn minderjarige kind. De man en de vrouw hebben een affectieve relatie gehad van augustus 2010 tot februari 2012 en hebben samen een minderjarig kind, dat door de man is erkend. De vrouw heeft het eenhoofdig gezag over het kind en de hoofdverblijfplaats is bij haar. De man vordert dat het kind elke woensdag en zaterdag bij hem verblijft, met een uitbreiding van de zaterdagse omgangsregeling in de toekomst.
De vrouw verzet zich tegen de vordering van de man en stelt dat er geen spoedeisend belang is. Ze heeft eerder een voorstel gedaan voor een begeleide omgangsregeling, maar de man heeft hier niet op ingegaan. De vrouw maakt zich zorgen over de veiligheid van het kind, gezien het verleden van de man met alcohol- en drugsgebruik. De man heeft echter aangegeven dat hij sinds anderhalf jaar geen drugs meer gebruikt en dat hij zijn alcoholgebruik heeft verminderd.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vordering van de man, gezien het feit dat er al maanden geen omgang heeft plaatsgevonden. De rechter heeft besloten dat de omgang tussen de man en het kind begeleid moet worden door Stichting Roots, omdat deze stichting rapportages kan opstellen die relevant zijn voor de bodemprocedure. De rechter heeft de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 19 december 2012.