ECLI:NL:RBZLY:2012:2164

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
20 december 2012
Publicatiedatum
28 mei 2015
Zaaknummer
204453 / KL ZA 12-368
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende stalking, bedreiging en vernieling

In deze zaak, die op 20 december 2012 door de Rechtbank Zwolle-Lelystad is behandeld, vorderde eiseres een contact- en straatverbod tegen gedaagde. Eiseres en gedaagde kenden elkaar sinds 2010, maar de relatie was verstoord geraakt door gedaagdes gedrag, dat eiseres als bedreigend en stalkend ervoer. Eiseres had meerdere aangiftes gedaan tegen gedaagde, waaronder voor bedreiging en stalking. Gedaagde had op zijn beurt ook aangifte gedaan tegen de zoon van eiseres. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 december 2012 werd de zaak besproken, waarbij mr. J.A. Neslo optrad voor gedaagde.

Eiseres stelde dat gedaagde haar sinds het beëindigen van hun vriendschappelijke relatie lastigviel, haar bedreigde en haar auto vernielde. Gedaagde ontkende de beschuldigingen en beweerde dat hij nooit bedreigend was geweest. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor het gevorderde contact- en straatverbod, gezien de aard van de beschuldigingen en de angst die eiseres ervoer.

De voorzieningenrechter overwoog dat een straat- en contactverbod een inbreuk maakt op het grondrecht van bewegingsvrijheid, maar dat in dit geval de feiten en omstandigheden een dergelijke inbreuk rechtvaardigden. De rechter oordeelde dat gedaagde een contactverbod opgelegd kreeg, evenals een straatverbod voor een jaar, met een dwangsom van EUR 100 voor elke overtreding, tot een maximum van EUR 1.000. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op EUR 1.076,17 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt de ernst van stalking en bedreiging in civiele procedures en de noodzaak om slachtoffers te beschermen tegen verder onrecht.

Uitspraak

Vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: 204453 / KL ZA 12-368
Vonnis in kort geding van 20 december 2012
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. R.A.1. van Vliet te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. H.M.A.W. Erven te Lelystad.
Partijen zullen hierna ook [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 10 december 2012, waarbij mr. J.A. Neslo, advocaat te
Lelystad, heeft waargenomen voor mr. Erven
- de pleitnota van gedaagde.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eiseres en gedaagde kennen elkaar sinds drie jaar.
In 2010 is gedaagde zijn baan kwijtgeraakt. Daarna heeft eiseres hem wel eens wat te eten
aangeboden. Gedaagde deed in ruil daarvoor klusjes in de tuin of ander kluswerk voor
eiseres, zoals de auto wassen.
Eiseres heeft de volgende aangiftes gedaan jegens gedaagde:
op 23 oktober 2012 ter zake van bedreiging, op 2 november 2012 ter zake van stalking, op 3 november 2012 ter zake van bedreiging, op 5 november 2012 ter zake van stalking en op 4 december 2012 ter zake stalking, bedreiging en vernieling.
Gedaagde heeft op 3 november 2012 aangifte gedaan tegen de zoon van eiseres ter zake van mishandeling.
Gedaagde heeft op 14 november 2012 aangifte gedaan tegen eiseres ter zake van bedreiging.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- gedaagde, gedurende een jaar na betekening van het vonnis, een contact- en straatverbod op te leggen, waarbij het gedaagde is verboden direct of indirect telefonisch, schriftelijk op of andere wijze met eiseres contact op te nemen en zich in de straat [adres] in [woonplaats] te bevinden en binnen een straal van 500 meter daar omheen, althans een zodanig gebied als de voorzieningenrechter vermeent te behoren, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van EUR 500,00 voor iedere keer dat gedaagde niet voldoet aan dit vonnis en een machtiging voor eiseres om het vorenstaande desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen;
- gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2
Hieraan legt zij ten grondslag dat zij met [gedaagde] een vriendschappelijke relatie heeft
gehad en dat [gedaagde] haar, sinds zij hem duidelijk heeft gemaakt dat hij niet meer welkom is bij haar totdat hij hulp heeft gezocht voor zijn drankprobleem, lastig valt, waarbij hij haar bedreigt, stalkt, veelvuldig belt en vernielingen aan haar auto toebrengt. Volgens [eiseres] is [gedaagde] vele malen bij haar aan de deur geweest, waarbij hij doodsbedreigingen uitte over de intercom. Enkele malen, onder meer op 5 november 2012 toen zij op weg was naar de huisartsenpraktijk aan de [adres] in [woonplaats], heeft [gedaagde] haar achtervolgd op de fiets.
Op of omstreeks 30 november 2012 heeft [gedaagde] de voorruit en de motorkap van haar auto
besmeurd met zwarte verf en op of omstreeks 3 december 2012 heeft hij de motorkap en de kofferdeksel van de auto bekrast. Ook heeft hij T-shirts en allerlei afval in de brievenbus van [eiseres] gooien. [eiseres] heeft driemaal haar mobiele nummer doen wijzigen, maar elke keer weet [gedaagde] het nummer te achterhalen. Hij belt soms wel 25 keer per dag. Eiseres is doodsbang voor gedaagde. Zij slaapt erg slecht door de situatie en is bang om alleen de straat op te gaan. De situatie is voor haar niet langer houdbaar.
3.2.
Gedaagde voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1 .
Gelet op de aard van de zaak is sprake van een voldoende spoedeisend belang.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een straat- en contactverbod inbreuk
maakt op het grondrecht van bewegingsvrijheid. Voor toewijzing van een dergelijke
maatregel moet in hoge mate aannemelijk zijn dat er sprake is van feiten en omstandigheden die een dergelijke inbreuk rechtvaardigen.
4.3.
Gelet op het ter zitting verhandelde hebben partijen een volstrekt van elkaar
verschillende zienswijze over de aard van hun relatie en over de voorvallen van de
afgelopen maanden.
Gedaagde heeft verklaard dat het contact tussen partijen langzaamaan is gegroeid tot een affectieve relatie. Hij heeft voorts verklaard dat hij wel gewoon is een aantal borreltjes te drinken, soms een halve fles whisky, maar dat hij eiseres nooit heeft lastig gevallen, laat staan bedreigd. Gedaagde betwist ook de gestelde stalking en vernielingen. Hij erkent wel dat hij eiseres soms meerdere keren per dag heeft gebeld, maar niet zo vaak als eiseres stelt.
Volgens gedaagde heeft eiseres hem regelmatig met de dood bedreigd en heeft zij kwaad
over hem gesproken jegens derden.
Voorts heeft gedaagde verklaard dat hij op 3 november 2012 door de zoon van [eiseres], [naam], is mishandeld, waarbij hij is geslagen en geschopt, en dat [eiseres] hem omstreeks 14 november 2012 een brief heeft gestuurd met een doodsbedreiging.
4.4.
In het onderhavige geding is sprake van aangiftes door partijen over en weer en van
tegenstrijdige visies over de gebeurtenissen. Gezien de tegenstrijdigheid van deze lezingen, terwijl geen van beide nader is ondersteund met objectieve, verifieerbare gegevens, kan thans niet zonder meer worden vastgesteld aan welke lezing meer geloof moet worden gehecht. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter evenwel dat gedaagde in zijn aangifte van 3 november 2012 zelf heeft verklaard dat hij eiseres met de dood heeft bedreigd en ook dat gedaagde ter zitting heeft verklaard dat hij regelmatig alcohol gebruikt, zodat de voorzieningenrechter de visie van eiseres betrouwbaarder voorkomt dan die van gedaagde.
4.5.
Gedaagde heeft ter zitting verklaard dat hij 'niets in het [adres] te zoeken
heeft' en dat hij uit de buurt van eiseres zal blijven. De voorzieningenrechter overweegt dat gedaagde, nu hij aangeeft niet voornemens te zijn zich in of nabij het [adres] op te houden, niet onevenredig zwaar zal worden getroffen door een straatverbod. Gelet ook op de omstandigheid dat met het gevorderde straatverbod de gemoedsrust van eiseres hoe dan ook gediend is, ziet de voorzieningenrechter na afweging van de wederzijdse belangen voldoende aanleiding voor oplegging van het gevraagde straatverbod voor zover dit ziet op het [adres] te [woonplaats] en de aangrenzende straten.
4.6.
De voorzieningenrechter acht een verbod voor gedaagde om zich niet meer te
mogen ophouden binnen een straal van 500 meter rond het [adres] te verstrekkend, aangezien hieronder ook valt het adres van de huisarts van gedaagde en de winkels waar gedaagde zijn boodschappen pleegt te doen.
4.7.
De voorzieningenrechter is tevens van oordeel dat eiseres voldoende aannemelijk
heeft gemaakt dat gedaagde haar telefonisch lastigvalt, dan wel bedreigt. Daarin ziet de
voorzieningenrechter voldoende noodzaak om ook het gevorderde contactverbod op te
leggen.
4.8.
Aan het contact- en straatverbod zal een dwangsom worden verbonden die zal
worden beperkt en gemaximeerd. Daarbij is rekening gehouden met de beperkte financiële middelen van gedaagde. De voorzieningenrechter acht geen termen aanwezig om naast de oplegging van een dwangsom, de gevraagde machtiging om het verbod ten uitvoer te kunnen leggen met behulp van de sterke arm, toe te wijzen.
4.9.
Gedaagde heeft verzocht om een compensatie van de proceskosten, zulks met een
beroep op de vermeende affectieve relatie tussen partijen. De voorzieningenrechter zal dit verzoek niet honoreren, nu in deze procedure niet is komen vast te staan dat er sprake is geweest van een affectieve relatie tussen partijen.
4.10.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten
worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- in debet gestelde explootkosten 69,13 (gerechtsdeurwaarder Janet Bronsvoort te
Almere)
- betaalde explootkosten 23,04
- griffierecht 73,00
- overige kosten 7,00
- salaris advocaat 904,00
Totaal EUR 1.076,17

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] gedurende een jaar na betekening van dit vonnis zich te begeven naar
en/of zich te bevinden in het [adres] en de aangrenzende straten in [woonplaats], zoals
aangegeven op aangehechte plattegrond, die door de griffier is gewaarmerkt,
5.2. verbiedt [gedaagde] gedurende een jaar na betekening van dit vonnis -anders dan via zijn
advocaat- persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met
[eiseres],
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van EUR 100,-- voor
iedere keer dat hij de in 5.1 en 5.2 genoemde verboden overtreedt, tot een maximum van EUR 1.000,-- is bereikt,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot de uitspraak van
dit vonnis begroot op EUR 1.076,17, waarvan een bedrag van € 69,13 te voldoen aan de
griffier nadat [gedaagde] een nota van de rechtbank daarvoor heeft gekregen,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.G. van Arem
20 december 2012.