ECLI:NL:RBZLY:2011:BW1891
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak met geweldsdelicten
In deze zaak, die betrekking heeft op een wrakingsverzoek, is verzoeker gedagvaard voor een aantal geweldsdelicten, waaronder poging tot doodslag en zware mishandeling. Tijdens de regiezitting op 23 mei 2011 heeft de verdediging aangevoerd dat de aangeefster, die psychische problemen heeft, mogelijk niet betrouwbaar is. De verdediging verzocht om een gedragsdeskundig onderzoek naar de aangeefster. Echter, de rechters, mrs. [A], [B] en [C], hebben dit verzoek afgewezen met de motivering dat een dergelijk onderzoek geen bijdrage kan leveren aan de beoordeling van de bewijsvraag. Dit leidde tot het wrakingsverzoek van mr. A.H.J.G. Voorthuizen, die de rechters beschuldigde van partijdigheid, omdat zij reeds een oordeel zouden hebben over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de vrees voor partijdigheid van verzoeker objectief gerechtvaardigd is. De rechtbank oordeelde dat de rechters zonder voorbehoud hebben uitgesloten dat het verzochte onderzoek enige bijdrage zou kunnen leveren aan de beoordeling van de bewijsvraag. Dit, in combinatie met de psychische problematiek van de aangeefster, leidde tot de conclusie dat de rechters niet onpartijdig konden zijn. De rechtbank heeft het wrakingsverzoek dan ook toegewezen en de rechters gewraakt.
De beslissing is openbaar uitgesproken op 28 juni 2011, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank benadrukte dat de rechters hun oordeel over de noodzaak van een onderzoek beter hadden kunnen onderbouwen, wat de vrees voor partijdigheid had kunnen wegnemen.