ECLI:NL:RBZLY:2011:BW0942
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Wraking
- J.A.O.M. van Aerde
- G.P. Nieuwenhuis
- W.P.M. Elderman
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 29 december 2011 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoekster tegen mr. [A], die als rechter betrokken was bij de hoofdzaak met nummer AWB 11/561 GGH S PRM PGF B. De verzoekster heeft het wrakingsverzoek ingediend omdat zij van mening was dat mr. [A] niet onafhankelijk en onpartijdig was. Dit zou volgens haar blijken uit het feit dat zij bepaalde stukken die relevant waren voor de hoofdzaak niet had ontvangen, ondanks herhaalde verzoeken om inzage in het dossier. De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, waarbij het proces-verbaal van 5 december 2011 en het schriftelijke verweer van mr. [A] zijn betrokken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn en dat er concrete feiten moeten zijn die deze vrees onderbouwen. In dit geval heeft de rechtbank geconcludeerd dat de verzoekster niet voldoende bewijs heeft geleverd dat mr. [A] partijdig zou zijn. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat zij zelf de gemeente had verzocht om aanvullende stukken en dat deze stukken aan de verzoekster zijn doorgezonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verplichting was om de door verzoekster genoemde stukken aan het dossier toe te voegen, en dat de weigering om inzage te geven geen grond voor wraking opleverde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, omdat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de vrees voor partijdigheid van mr. [A] objectief gerechtvaardigd was. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.