ECLI:NL:RBZLY:2011:BV7611
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Nieuwenhuis
- F. van der Maden
- J.W.M. Bunt
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in mensenhandelzaak na gebrek aan bewijs
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 1 december 2011, stond de verdachte terecht op beschuldiging van mensenhandel en mensensmokkel. De rechtbank heeft op 17 november 2011 een zitting gehouden, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar wel werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.C. Huisman. De officier van justitie, mr. G.R.C. Veurink, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar en schadevergoeding voor de benadeelde partijen, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de vermeende slachtoffers beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van ongeoorloofde druk of sturing tijdens de gesprekken met de ervaringsdeskundige. De rechtbank vond de verklaringen toelaatbaar, maar oordeelde dat er onvoldoende ondersteunend bewijs was om de tenlasteleggingen te bewijzen. Dit gold voor alle drie de tenlastegelegde feiten, waarbij de rechtbank opmerkte dat de inhoud van de tapgesprekken en vluchtgegevens niet voldoende bewijs boden voor de betrokkenheid van de verdachte bij de vermeende slachtoffers.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlasteleggingen en de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, waarmee de zaak werd afgesloten zonder veroordeling van de verdachte.