ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2809
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Nieuwenhuis
- F. van der Maden
- J.W.M. Bunt
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in mensenhandelzaak na gebrek aan bewijs
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 1 december 2011, stond de verdachte terecht op beschuldiging van mensenhandel en mensensmokkel. De verdachte was niet verschenen op de zitting van 17 november 2011, waar hij werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.C. Huisman. De officier van justitie, mr. G.R.C. Veurink, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar en schadevergoeding voor de benadeelde partijen. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na een tussenvonnis op 29 oktober 2010, omdat het onderzoek als onvolledig werd beschouwd. De rechtbank gaf de rechter-commissaris opdracht om gesprekken tussen de ervaringsdeskundige en de vermeende slachtoffers uit te werken. Na bestudering van deze gesprekken concludeerde de rechtbank dat er geen sprake was van ongeoorloofde druk, waardoor de verklaringen van de vermeende slachtoffers toelaatbaar waren.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verklaringen van de vermeende slachtoffers waren niet voldoende ondersteund door ander bewijs, zoals tapgesprekken en vluchtgegevens. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, waaronder mensenhandel en mensensmokkel, en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.