ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en derdenbeding in woningbouwovereenkomst
In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, betaling van een bedrag van EUR 40.358,00 van de gedaagde, de stichting Woningstichting De Veste. De eiseres stelde dat er een derdenbeding was opgenomen in een overeenkomst tussen de gedaagde en de vennootschap onder firma GEKO, waaruit voortvloeide dat de gedaagde verplicht was om 16 appartementen te verkopen. De rechtbank heeft de procedure in eerste aanleg behandeld en de feiten vastgesteld, waaronder de overeenkomst tussen GEKO en De Veste, die betrekking had op de bouw van woningen in het project Kotermeerstal 2e fase.
De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen partij was bij de overeenkomst tussen GEKO en De Veste, en dat er geen rechtstreekse aanspraken of vorderingsrechten voor de eiseres voortvloeiden uit deze overeenkomst. De rechtbank concludeerde dat de enkele afspraak dat de verkoop van alle woningen via de eiseres zou plaatsvinden, niet voldoende was om te concluderen dat de gedaagde verplicht was om de appartementen te verkopen. De rechtbank wees de vordering van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot EUR 2.969,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 7 december 2011 door mr. M. Willemse.