ECLI:NL:RBZLY:2011:BV0203
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurzaak over de beëindiging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte tussen Bristol B.V. en Bouwinvest Dutch Institutional Retail Fund N.V.
In deze huurzaak tussen Bristol B.V. en Bouwinvest Dutch Institutional Retail Fund N.V. staat de rechtsgeldigheid van de opzegging van een huurovereenkomst centraal. De huurovereenkomst, die oorspronkelijk in 2001 werd aangegaan voor een periode van vijf jaar, werd na de eerste termijn verlengd. Bristol B.V. heeft op 28 oktober 2010 de huurovereenkomst opgezegd, maar Bouwinvest betwist de rechtsgeldigheid van deze opzegging, omdat deze volgens hen te laat zou zijn gedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging met acht dagen is overschreden, maar oordeelt dat deze overschrijding in de gegeven omstandigheden als gering moet worden beschouwd.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat Bouwinvest op de hoogte was van Bristols intentie om de huurovereenkomst te beëindigen en dat zij actief op zoek was naar een alternatieve huurder. De rechter concludeert dat het onredelijk zou zijn om Bouwinvest te laten vasthouden aan de strikte opzegtermijn, gezien de omstandigheden van de zaak. De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de huurovereenkomst per 22 oktober 2011 is geëindigd, en dat de kosten van de procedure tussen partijen worden gecompenseerd.
De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in huurrelaties, vooral wanneer het gaat om de naleving van opzegtermijnen. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de overschrijding van de opzegtermijn niet leidt tot een onherroepelijke verlenging van de huurovereenkomst, gezien de omstandigheden en de communicatie tussen partijen.