3. Dr. Bilo
Op 24 december 2009 rapporteert de forensisch geneeskundige/consulent forensische kindergeneeskunde (naam), zakelijk weergegeven, onder meer:
“(….) De 7 maanden tussen de geboorte van (slachtoffer)op (geboortejaar) en 12 september 2008 (de datum waarop de informatie ten behoeve van deze rapportage stopt) valt uiteen in 3 perioden. (….)
De 1e periode (14 februari tot 21 april 2008) (….)
Bespreking 1e periode
(slachtoffer) heeft van deze periode van ongeveer 9½ week ongeveer 3½ week thuis doorgebracht bij de ouders en 6 weken in ziekenhuizen. Op basis van de beschikbare gegevens blijkt dat (slachtoffer) in de periode dat zij thuis heeft doorgebracht in totaal ongeveer 5 gram is gegroeid, terwijl in een periode van 3½ week een groei van minimaal 450 tot 600 gram verwacht mocht worden.
In de 6 weken in de ziekenhuizen is (slachtoffer) 755 gram (760 gram minus 5 gram groei in de periode dat (slachtoffer) thuis verbleef) gegroeid (op 3 maart 3060 gram en op 21 april 3820 gram), terwijl in deze periode van 6 weken een groei van 900 tot 1200 gram verwacht mocht worden. Deze wat lager dan normale toename van het gewicht in deze 6 weken is vooral te wijten aan de laagnormale groei tijdens de 1e opname (165 gram in 11 dagen). Tijdens de 2e en 3e opname in het zh Hardenberg vertoont (slachtoffer) een volstrekt normale groei van 625 gram in 23 dagen.
De discrepantie tussen de groei in de thuissituatie en tijdens de diverse opnamen is opvallend. Het nauwelijks toegenomen gewicht (5 gram) in de periode thuis tussen 4 en 12 april 2008 is niet goed te verklaren als het voedingsschema zoals gehanteerd in het zh Hardenberg, thuis gecontinueerd is, omdat (slachtoffer) op basis van het in het zh gehanteerde schema, in ieder geval tijdens de 2e opname (en in mindere mate tijdens de 1e opname) wel normaal groeide.
Tijdens de 1e opname in het UMCG werd op basis van echo-onderzoek een pylorushypertrofie uitgesloten. De groei tijdens de 1e opname in het zh Hardenberg, ondanks het feit dat deze aan de lage kant is, sloot een pylorushypertrofie in feite al uit. De getoonde groei tijdens de 1e opname bevestigt dat (slachtoffer) beschikt over een normaal groeipotentieel, mits voldoende en adequate voeding wordt aangeboden.
De 2e periode (21 april tot 25 juli 2008) (….)
Bespreking 2e periode
Tijdens de 2e opname in het UMCG is uitgesloten dat er sprake was van een liggingsafwijking van de maag (maagkanteling, malrotatie). Ondanks mededelingen van beide ouders dat deskundigen in Duitsland en Utrecht de liggingsafwijking hebben bevestigd, worden hiervoor geen aanwijzingen gevonden in de verstrekte gegevens. Kinderarts (naam) van het zh Hardenberg verklaart op 30 juli 2009 bij de rechter-commissaris dat een liggingsafwijking of een pylorushypertrofie als verklaring voor de groeiproblemen zijn uitgesloten.
Tijdens de 2e opname in het UMCG en de daarop volgende opnamen in het zh Hardenberg wordt geen lichamelijke oorzaak gevonden voor de groeiproblemen (afbuigende groeicurve en afname van het gewicht). Volgens het UMCG zou sprake zijn van een adequate intake (op het laatst continue sondevoeding) en zijn geen aanwijzingen gevonden voor extreme verliezen of verhoogd gebruik. Ook is geen sprake van fecesretentie.
Op 13 juli wordt besloten na overleg met het UMCG om te starten met intraveneuze voeding mogelijk om de calorie-opname optimaal te bewaken.
De 3e periode (25 juli tot 12 september 2008) (….)
Bespreking 3e periode
In het UMCG wordt besloten dat het plaatsen van een diepe lijn niet geïndiceerd is vanwege de snelle groei bij sondevoeding. Dit bevestigd bevestigt wederom dat (slachtoffer) een normaal groeipotentieel heeft, mits sprake is van voldoende en adequate voeding.
Evaluatie van eerder onderzoek en nieuw onderzoek gericht op aandoeningen die leiden tot een verminderde opname van voedingsstoffen uit de darmen, een verhoogde behoefte of abnormale verliezen leveren geen aanknopingspunten op. Dit leidt op basis van exclusie van plausibele lichamelijke oorzaken tot het vermoeden dat sprake zou kunnen zijn van een verminderd aanbod van voeding op basis van manipulatie.
(slachtoffer) wordt op 28 juli 2008 opgenomen op de kinderintensive-care. (….) Op de tweede plaats om te komen tot een strikte observatie, omdat het vermoeden bestaat dat de groeiachterstand het gevolg is van manipulatie met de sondevoeding, leidend tot een verminderd aanbod van voedingstoffen. Uiteindelijk wordt op en na 30 juli 2008 herhaaldelijk vastgesteld dat de sondevoeding die voor (slachtoffer) bestemd is verdund wordt.
Op 1 augustus 2008 vindt een interventie plaats door het AMK en de Raad voor de Kinderbescherming. Hierna mogen de ouders slechts onder strikte voorwaarden bij (slachtoffer) begint vanaf 1 augustus te groeien, aanvankelijk op basis van strikt gecontroleerde sondevoeding. Vanaf 6 augustus 2008 drinkt (slachtoffer) normaal uit de fles. Ook daarna blijft (slachtoffer) groeien (zie beide groeicurven).
Conclusie
Bij (slachtoffer) was in de periode vanaf de geboorte op 14 februari 2008 tot 1 augustus 2008 sprake van een ernstige en (volgens het UMCG levensbedreigende) groeistoornis. Er is bij uitgebreid onderzoek, zowel in het ziekenhuis Hardenberg als in het UMCG geen lichamelijke oorzaak voor de groeistoornis gevonden. Een pylorushypertrofie of een liggingsafwijking van de maag konden als verklaring worden uitgesloten. Ook werden geen aanwijzingen gevonden voor aangeboren of verworven aandoeningen met verminderde opname vanuit de darmen, een verhoogde behoefte of abnormale verliezen.
Hierdoor resteert conform de conclusies in het UMCG, op basis van exclusie een groeiachterstand op basis van het onthouden van voldoende en adequate voeding, een zgn. niet-somatische failure to thrive.
De niet-somatische oorsprong van de groeistoornis wordt door drie elementen bevestigd:
1. Het herhaald tonen van een normaal groeipotentieel (met name in de 1e periode - geen
groei thuis, groei in het ziekenhuis - maar ook in het begin van de 3e periode) voorafgaand
aan
2. Het herhaald constateren van verdunde voeding op en na 30 juli 2008
3. Het herstel van de groei met duidelijke inhaalgroei na herstel van een normale
voedingsamenstelling op- en na 1 augustus 2008.”