ECLI:NL:RBZLY:2011:BU3912
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- J.W.F. Houthoff
- Rechtspraak.nl
Internationale bevoegdheid in kort geding met betrekking tot betalingsvordering
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, vorderde de Italiaanse rechtspersoon Societa per Azioni Otefal (hierna: Otefal) betaling van een bedrag van EUR 73.938,74 van de gedaagde partij, een besloten vennootschap die sandwichpanelen en dak- en gevelbeplating ontwerpt, produceert en levert. De vordering was gebaseerd op onbetaald gelaten facturen die Otefal in 2009 aan de gedaagde had gestuurd. De gedaagde had verweer gevoerd tegen de vordering, en de zaak werd behandeld in kort geding. De procedure omvatte onder andere een dagvaarding, producties en pleitnota's van beide partijen.
De voorzieningenrechter diende te beoordelen of hij bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, waarbij artikel 24 van de EEX-verordening van belang was. Dit artikel stelt dat de rechter bevoegd is om kennis te nemen van vorderingen die voorlopige of bewarende maatregelen betreffen. De voorzieningenrechter concludeerde echter dat de vordering tot betaling van een geldsom niet als een voorlopige maatregel kan worden aangemerkt, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In dit geval was niet aangetoond dat Otefal in staat was een garantie te verstrekken voor een eventuele terugbetaling indien zij in de bodemprocedure in het ongelijk zou worden gesteld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Otefal niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 24 EEX, en verklaarde zich derhalve onbevoegd om van de vordering kennis te nemen. Daarnaast werd Otefal veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot dat moment waren begroot op EUR 1.997,00. Het vonnis werd uitgesproken op 15 juni 2011 door mr. J.W.F. Houthoff.