ECLI:NL:RBZLY:2011:BU3583

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
27 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/815007-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens deelname aan criminele organisatie en misdrijven met gestolen voertuigen

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 27 oktober 2011 door de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, stond de deelname aan een criminele organisatie en verschillende misdrijven met gestolen voertuigen centraal. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een organisatie die zich bezighield met diefstal, opzetheling, oplichting en valsheid in geschrifte, met als doel het plegen van misdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 betrokken was bij een samenwerkingsverband met meerdere medeverdachten, waarbij verschillende voertuigen werden verworven en verhandeld, wetende dat deze afkomstig waren uit misdrijf.

De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er sprake zou zijn van een burgerpseudokoop. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was voor een dergelijke samenwerking tussen de politie en de TROS, en dat de observaties van de politie niet als een regie van het openbaar ministerie konden worden gekwalificeerd. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging en concludeerde dat de aanhouding van de verdachte rechtmatig was.

Na beoordeling van de bewijsstukken en de verklaringen van getuigen, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wist dat de voertuigen van misdrijf afkomstig waren, en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de beslissing werd openbaar gemaakt op 27 oktober 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige kamer
Parketnummer: 07/815007-09 (P)
Uitspraak: 27 oktober 2011
Vonnis in de strafzaak van het openbaar ministerie
tegen
(verdachte),
geboren op (geboortejaar),
wonende te (adres).
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2010, 21 april 2011 en 13 oktober 2011. De verdachte is niet in persoon verschenen en is ter terechtzitting verdedigd door mr. T. Arkesteijn, advocaat te Rotterdam, die heeft verklaard daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd. Als officier van justitie was aanwezig mr. D. Sarian.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1.
hij in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organi¬satie, te weten een samenwerkingsverband tussen hem verdachte en/of (medeverdachte 1) en/of (medeverdachte 2) en/of (medeverdachte 3) en/of (medeverdachte 4) en/of (medeverdachte 5 en/of (medeverdachte 6) en/of (medeverdachte 7) en/of (medeverdachte 8) en/of (medeverdachte 9) en/of (medeverdachte 10) en/of (medeverdachte 11) en/of (medeverdachte 12) en/of (medeverdachte 13) en/of (medeverdachte 14) en/of een of meer andere natuur¬lijke en/of rechtspersonen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk (onder andere):
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen als bedoeld in artikel 311 Wetboek van Strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van opzetheling als bedoeld in artikel 416/1/A Wetboek van Strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van valsheid in geschrifte en/of het gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften als bedoeld in artikel 225 lid 1 en/of 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen witwassen van geld en/of auto's en/of andere goederen en/althans voorwerpen als bedoeld in artikel 420bis lid 1 Wetboek van Strafrecht, althans het plegen van misdrijven;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
feit 2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Neder¬land, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer (hierna genoemde) auto's en/of kentekenbewijzen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto's wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof, te weten (onder andere):
-een op of omstreeks 24 oktober 2008 in Amersfoort weggenomen blauwe Mini Cooper
(kenteken) en/of
-een in of omstreeks de periode van 6 tot 8 oktober 2008 in Terheijden weggenomen BMW, type 320 (kenteken) en/of
-een in of omstreeks de periode van 30 september 2008 tot 2 oktober 2008 in Poortugaal weggenomen Volkswagen Polo (kenteken) en/of
-een of meer op of omstreeks 26 november 2008 in Tilburg bij autobedrijf (naam bedrijf) weggenomen kentekenbewijzen (kenteken);
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
feit 3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, een of meer (hierna genoemde) (aspirant) kopers van auto('s)/personen heeft bewogen tot de afgifte van (een) (hierna genoemde) geldbedrag(en), in elk geval van enig geldbedrag/goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-een auto (laten) voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e), VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/ instructieboekje en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
-die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl, voor een scherpe prijs te koop aangeboden en/of
-nadat een (aspirant) koper zich, via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging van die auto gemaakt althans laten maken en/of
-nadat de (aspirant) koper de verkoper van de in de advertentie genoemde auto had ontmoet, zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of
-(aan) die (aspirant) koper die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, laten zien en/of
-(daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt dat het in/bij die auto aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/ instructieboekje voor die auto was afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
-(vervolgens), nadat er al dan niet over de prijs was onderhandeld en/of er een verkoopprijs, die al dan niet (aanzienlijk) lager lag dan de werkelijke waarde van die auto, overeen was gekomen, die (aspirant) koper meegenomen naar een postkantoor teneinde die auto op naam van die (aspirant) koper te laten overschrijven en/of
-nadat de auto op naam van de (aspirant)koper was overgeschreven, de bij die auto aanwezige papieren en/of sleutels, aan die (aspirant) koper overhandigd, waardoor die (aspirant) koper (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten met betrekking tot (onder andere):
-een BMW, type 320 op of omstreeks 19 december 2008 in 's-Gravenhage, (naam) 14.441 euro (xx)
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
feit 4.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer kentekenbewijzen - zijnde (een) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op (een) kentekenbewijs/kentekenbewijzen gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs
van (onder andere):
-een Mini Cooper (kenteken) en/of
-een BMW, type 320 (kenteken) en/of
-een Volkswagen Polo (kenteken)
vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven, zulks met het oogmerk om die/dat kentekenbewijzen/ kentekenbewijs en/of (aldus) dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een om meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) kentekenbewijs/kentekenbewijzen, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat die/dat kentekenbewijs/kentekenbewijzen bij een of meer te verkopen auto's werd(en) gevoegd en/of werd(en) gebruikt om die auto('s) bij een postkantoor op naam
van de koper te laten overschrijven en/of (vervolgens) na de verkoop van die auto('s) aan de koper(s) werd(en) overhandigd en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die/dat kentekenbewijs/ kentekenbewijzen een of meer gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs van (onder andere):
-een Mini Cooper (kenteken) en/of
-een BMW, type 320 (kenteken) en/of
-een Volkswagen Polo (kenteken)
was/waren vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
feit 5.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een of meer auto's
te weten (onder andere)
-een Mini Cooper (kenteken) en/of
-een BMW, type 320 (kenteken) en/of
-een Volkswagen Polo (kenteken)
en/of een of meer geldbedragen (welke door de verkoop van die auto('s) was/waren verkregen) en/of een of meer kentekenbewijzen (welke bij die auto('s) was/waren gevoegd) en/of andere voorwerpen/goederen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft over¬gedragen en/of omgezet, althans van die/dat voorwerp(en), gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmid¬del¬lijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ont¬van¬kelijk moet worden verklaard in de vervolging. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er sprake is geweest van burgerpseudokoop in de zin van 126ij van het Wetboek van Straf¬vor¬dering en dat de voorwaarden die gesteld worden aan het geven van een bevel daartoe niet zijn nageleefd.
Ter onderbouwing van het standpunt dat sprake zou zijn geweest van een burgerpseudokoop heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het voor de verdediging aannemelijk is geworden dat er sprake is geweest van een privaat-publieke samenwerking tussen de TROS en de politie. In dat kader heeft de raadvrouw ter terechtzitting een artikel uit het LIV journaal met betrek¬king tot de LIV-relatiedag d.d. 20 mei 2009 overgelegd, waarin gemeld wordt dat sprake is geweest van ‘samenwerking’. Voorts heeft de raadvrouw gewezen op de verklaringen van getuigen (getuige 1) en (getuige 2) omtrent de aanleiding van de observatie van de Volks¬wagen Polo (zaakdossier 190), welke verklaringen volgens de verdediging tegenstrijdig zijn. Daarbij stelt de raadsvrouw dat het telefoonnummer dat in de advertentie van de Volks¬wagen Polo vermeld staat, op een eerdere datum getapt is door justitie dan de datum waarop de advertentie daadwerkelijk op Marktplaats is geplaatst. De raadsvrouw stelt dat aldus niet controleerbaar is hoe de politie is gestuit op de Volkswagen Polo en dat dat in strijd is met artikel 6 van het EVRM, hetgeen dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Artikel 126ij Wetboek van Strafvordering heeft betrekking op het geval dat de officier van justitie met een burger overeenkomt dat deze bijstand verleent aan de opsporing, door goederen af te nemen van of diensten te verlenen aan de verdachte. Uit HR 23 november 2004, NJ 2005, 193, kan worden afgeleid dat voor burgerpseudokoop kenmerkend is dat het een door de autoriteiten geregisseerde aankoop betreft, waarvoor de autoriteiten een burger inschakelen. Het initiatief tot de koop zal van de opsporingsambtenaren moeten uitgaan. Omtrent de vermeende samenwerking tussen de politie (BRNON/LIV/OM) en de TROS gedurende het opsporingsonderzoek zijn diverse getuigen door de rechter-commissaris verhoord. Deze verhoren duiden naar het oordeel van de rechtbank eerder op scheiding tussen onderzoek door de politie en TROS Opgelicht dan op samenwerking. Van enige regie en initiatief van de zijde van het openbaar ministerie met betrekking tot de aankoop van de Volkwagen Polo is allerminst gebleken.
Zo blijkt uit de door TROS-medewerker (naam) op 17 december 2010 bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring dat hij niet op de hoogte was van het feit dat een observa¬tieteam van de politie aanwezig was op het moment dat de TROS de undercoveractie met betrekking tot de Volkswagen Polo uitvoerde.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de dossierstukken dat het initiatief tot de koop van de Volkwagen Polo is uitgegaan van (medewerkers van) de TROS. Het observatieteam van de politie heeft de ontmoeting op 10 november 2008 slechts geobserveerd, en daarvan een proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de stukken bevindt. Het louter observeren is naar het oordeel van de rechtbank niet te kwalificeren als een samenwerking, laat staan als een rol als regisseur.
De rechtbank is in het licht van het voorgaande van oordeel dat geen sprake is geweest van een pseudo- c.q. burgerkoop, als bedoeld in artikel 126ij Wetboek van Strafvordering. Ook overigens is niet gebleken van een ernstige inbreuk op de beginselen van een goede proces¬orde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Het verweer wordt derhalve verworpen. De officier van justitie is ontvankelijk in zijn vervolging.
Er zijn voorts geen redenen voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSMOTIVERING
Het standpunt van het openbaar ministerie
Ten aanzien van het onder feit 1., 3., 4. primair en subsidiair en 5. ten laste gelegde heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd. De officier van justitie acht het onder feit 2. ten laste gelegde wel bewezen. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat een obser¬vatieteam op 10 november 2008 heeft waargenomen dat verdachte als bestuurder van een Volkswagen Polo (zaakdossier 190) heeft gereden en dat verdachte kort hierna als bijrijder in een Mini Cooper (zaakdossier 196) en een BMW, type 320, (zaakdossier 198) is gezien. Volgens de officier van justitie kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid dat verdachte wist dat de betreffende auto’s van diefstal afkomstig waren. In dit kader heeft de officier van justitie onder meer gewezen op de omstandigheid dat verdachte bij de Volkswagen Polo is weg¬gerend, nadat hij door medewerkers van de TROS was klemgereden en op de omstan¬digheid dat verdachte met medeverdachten in een kort tijdsbestek meermalen van voertuig is gewisseld. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 120 uren, bij niet voldoen te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanhouding van verdachte onrechtmatig is geweest. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de herkenning van verdachte d.d. 27 april 2011 niet blijkt wie op grond van welke informatie in het politieprocessen systeem heeft gezocht en of de zoekcriteria waarmee is gezocht meer treffers opleverden dan alleen verdachte; dat niet is gebleken dat er bij het opvragen van de pasfoto van verdachte bij de gemeente Rotterdam een vordering ex artikel 126nd Wetboek van Strafvordering is verstrekt; dat er geen verificatie met betrekking tot de pasfoto’s heeft plaatsgevonden en dat het proces-verbaal van aanhouding van verdachte d.d. 19 mei 2009 niet voldoet aan de eisen van de wet.
Voorts heeft de raadsvrouw zich gemotiveerd op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie in strijd heeft gehandeld met haar gepubliceerde Aanwijzingen ‘opsporings¬berichtgeving’ en ‘voorlichting opsporing en vervolging’. Deze privacyschending zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting dan wel strafvermindering.
Daarnaast heeft de raadsvrouw betoogd dat er, bij gebreke van een proces-verbaal iden¬tificatie, geen bewijs is dat NN6 verdachte is en daarom van het onder feit 2. ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken.
Tot slot heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat verdachte wist dat de betreffende auto’s van diefstal afkomstig waren en dat verdachte daarom van het hem onder feit 2. ten laste gelegde feit moet worden vrijge¬sproken.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt het navolgende.
Verweer: aanhouding onrechtmatig:
Het verweer dat de aanhouding van verdachte onrechtmatig is geweest wordt verworpen.
Uit het door de raadsvrouw aangehaalde proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2011 blijkt genoegzaam op grond van welke informatie in het politieprocessen systeem is gezocht. De rechtbank stelt hieruit vast dat niet alleen op de naam ‘xxxx’, maar ook op andere variabelen is gezocht, waardoor naar een specifieke persoonsomschrijving is gezocht.
De stelling dat voor het opvragen van een pasfoto een vordering ex artikel 126nd Wetboek van Strafvordering noodzakelijk zou zijn, is door de raadsvrouw niet onderbouwd en zal derhalve worden gepasseerd. De omstandigheid dat er geen verificatie heeft plaatsgevonden doet niet af aan de constatering van verbalisant (getuige 2) dat de betreffende foto’s gelijkend waren. Deze constatering is vastgelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal.
Voorts constateert de rechtbank dat het proces-verbaal van aanhouding voldoet aan de wettelijke eisen.
Verweer: Aanwijzingen ‘opsporingsberichtgeving’ en ‘voorlichting opsporing en vervolging niet in acht genomen:
De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat het openbaar ministerie de Aanwijzing ‘opsporingsberichtgeving’ niet in acht heeft genomen. Van opsporingsberichtgeving in voornoemde zin is namelijk niet gebleken, nu het publiek niet via het programma van TROS Opgelicht is ingeroepen om voor het opsporingsonderzoek relevante informatie te verkrijgen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de aanwijzing voorlichting opsporing en vervolging in casu evenmin van toepassing. De betreffende aanwijzing beschrijft hoe het openbaar ministerie en de politie de burger desnodig voorlicht over de opsporing en vervolging van concrete onderzoeken en strafzaken. De uitzending van TROS Opgelicht heeft echter tot doel gehad de burger te waarschuwen voor een bepaald type verkoopactiviteiten van auto’s.
Voor bewijsuitsluiting op grond van schendingen van voornoemde Aanwijzingen zoals door de raadsvrouw betoogd bestaat daarom geen aanleiding.
Verweer: geen bewijs is dat NN6 verdachte is:
Het verweer dat er geen bewijs is dat NN6 verdachte is, wordt eveneens verworpen. Hiertoe overweegt de rechtbank dat in het door de bevoegde opsporingsambtenaar (naam 2) op 21 juli 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot zaakdossier 190 op pagina 3190004 staat vermeld: NN6: (naam verdachte)
Voorts overweegt de rechtbank dat ook uit het door de bevoegde opsporingsambtenaar (getuige 2) op 27 april 2011 in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de herkenning van verdachte blijkt dat de persoon afgebeeld op foto 46 verdachte is.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van het voorgaande genoegzaam gebleken dat NN6 verdachte is.
Verweer: verdachte wist niet dat de auto’s van misdrijf afkomstig waren:
De rechtbank honoreert dit verweer. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de bewijsmiddelen inderdaad niet worden afgeleid dat verdachte heeft geweten dat de betreffende auto’s uit misdrijf afkomstig waren. De enkele omstandigheid dat verdachte door een observatieteam als bestuurder dan wel als bijrijder in de betreffende auto’s is gezien is onvoldoende om tot een bewezenverklaring voor wat betreft de wetenschap ten aanzien van feit 2. te komen.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte van de gehele tenlastelegging te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het onder feit 1., 2., 3., 4. primair en subsidiair en feit 5. ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Aldus gewezen door mr. G.P. Nieuwenhuis, voorzitter, mrs. A.J. Louter en S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2011. Mrs. Louter en Lageveen zijn niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.