ECLI:NL:RBZLY:2011:BT2665
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de wettelijke vereffening van een nalatenschap met verzoek tot kosteloze vereffening
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 11 juli 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van de wettelijke vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoekers, vertegenwoordigers van twee minderjarige kinderen, hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard nadat hun moeder en grootmoeder de nalatenschap hadden verworpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke vereffeningsverplichtingen niet aan de erfgenamen kunnen worden opgelegd, gezien de omstandigheden waaronder de nalatenschap is verworpen en de negatieve toestand van de boedel. De verzoekers hebben zowel om opheffing van de vereffening als om een kosteloze vereffening verzocht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het redelijk is om beide verzoeken in één beschikking toe te staan, ondanks dat de wet dit strikt genomen niet toestaat. Dit is gedaan om te voorkomen dat de erfgenamen onnodig worden belast met kosten, terwijl de boedel negatief blijkt te zijn. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de opheffing van de vereffening niet gepubliceerd hoeft te worden en dat het griffierecht ten laste van de Staat komt. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, omdat de kantonrechter voldoende geïnformeerd was op basis van het ingediende verzoekschrift.