ECLI:NL:RBZLY:2011:BR5051
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Nieuwenhuis
- F. van der Maden
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 augustus 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte B, geboren in Sierra Leone en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren voor mensenhandel en deelname aan een organisatie die tot doel heeft het plegen van misdrijven. De verdachte was eerder veroordeeld door het Gerechtshof in Leeuwarden voor mensensmokkel, en de rechtbank oordeelde dat de feitelijke handelingen die aan de huidige tenlastelegging ten grondslag liggen, dezelfde zijn als die in de eerdere veroordeling. Dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging voor bepaalde slachtoffers, op grond van het ne bis in idem-beginsel.
Tijdens de zitting op 2 augustus 2011 was de verdachte niet aanwezig, maar werd hij bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.P.J. Tuma. De verdediging voerde aan dat de verdachte geen wetenschap had van de omstandigheden waaronder de slachtoffers naar Nederland waren gebracht en dat hij onder druk van medeverdachten handelde. De rechtbank verwierp deze argumenten en concludeerde dat de verdachte op de hoogte was van de situatie van de slachtoffers en dat hij opzettelijk handelde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de meisjes had opgehaald en afspraken had gemaakt met medeverdachten over hun onderbrenging, wat duidt op opzet en oogmerk.
De rechtbank benadrukte de ernst van mensenhandel en de impact op de slachtoffers, en oordeelde dat een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsstraf gerechtvaardigd was. De rechtbank hield rekening met de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht en besloot dat deze tijd in mindering zou worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De uitspraak werd gedaan in het kader van de artikelen 10, 27, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.