ECLI:NL:RBZLY:2011:BR5048

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
16 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.976426-06
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en deelname aan criminele organisatie

Op 16 augustus 2011 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren. De verdachte, geboren in Nigeria, was niet verschenen tijdens de zitting op 2 augustus 2011, maar werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.B. Schmidt. De officier van justitie, mr. G.R.C. Veurink, had gevorderd tot veroordeling van de verdachte voor de ten laste gelegde feiten, waaronder het werven en vervoeren van slachtoffers met het oogmerk van uitbuiting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 24 oktober 2007, samen met anderen, meerdere slachtoffers heeft geworven en vervoerd vanuit Nigeria naar Nederland en andere Europese landen, met als doel hen in de prostitutie te dwingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als toelaatbaar beschouwd, ondanks de bezwaren over mogelijke beïnvloeding door een ervaringsdeskundige. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op ernstige wijze misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van de slachtoffers, die hoopten op een betere toekomst in Europa.

De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 5.000,- aan elk van hen. De rechtbank heeft benadrukt dat mensenhandel ernstige inbreuken maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust in de samenleving veroorzaakt. De verdachte is strafbaar gesteld op basis van de artikelen 273f en 140 van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsstraf gerechtvaardigd geacht.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.976426-06
Uitspraak: 16 augustus 2011
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte A],
geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats] (Nigeria),
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft na diverse schorsingen en hervattingen – laatstelijk –
plaatsgevonden op 2 augustus 2011. De verdachte is 2 augustus 2011 niet verschenen.
De verdachte is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.B. Schmidt, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie, mr. G.R.C. Veurink, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] tot een bedrag van respectievelijk € 40.000,- en € 11.100,-, bij wijze van voorschot en
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot voormeld bedragen.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging, zoals deze luidt na toewijzing vordering nadere omschrijving tenlastelegging)
BEWIJS
Verbatim uitgewerkt gespreksverslag tussen de ervaringsdeskundige en [slachtoffer 1],
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
Op 29 oktober 2010 heeft de rechtbank tussenvonnis gewezen en het onderzoek ter terechtzitting heropend. De rechtbank achtte het onderzoek onvolledig en heeft de rechter-commissaris opdracht gegeven het gespreksverslag tussen de ervaringsdeskundige en voornoemde vermeende slachtoffers uit te laten werken teneinde te kunnen vaststellen of er sprake is geweest van ongeoorloofde druk en sturing tijdens het voornoemde gesprek.
De rechtbank is, na bestudering van de verbatim uitgewerkte gesprekken met de ervaringsdeskundige en de verklaringen zoals zij door de vermeende slachtoffers zijn afgelegd bij de politie, van oordeel dat voornoemde verklaringen niet getuigen van een onevenredig zware sturing door de ervaringsdeskundige waardoor de vermeende slachtoffers in hun verklaren zodanig zouden zijn beïnvloed dat getwijfeld moet worden aan de betrouwbaarheid van die verklaringen.
De rechtbank acht de verklaringen derhalve toelaatbaar.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 primair en 3 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 24 oktober 2007, te Leeuwarden en/of Zuidlaren en/of Baexem en/of Rotterdam en/of Vlaardingen en/of elders in Nederland en/of in Ierland en/of Engeland en/of Italië en/of Noorwegen en/of Nigeria,
tezamen en in vereniging met anderen
a.
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1983 (ook [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2], genoemd), door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2];
en
b.
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1989 (ook [slachtoffer1] genoemd, geboren op [geboortedatum] 1990), heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], terwijl genoemde persoon de leeftijd van 18 jaren nog niet had(den) bereikt;
en
c.
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1983 (ook [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2] genoemd), heeft mede genomen en heeft aangeworven met het oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;
en
d.
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1989 (ook [slachtoffer1] genoemd, geboren op [geboortedatum] 1990), meermalen , (telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt;
immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar op verschillende tijdstippen, al dan niet met voormeld oogmerk en/of al dan niet opzettelijk (de kwetsbare positie van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] in Nigeria kennende)
voor wat betreft genoemde [slachtoffer 1] (zaaksdossier A10)
-die [slachtoffer 1] in Nigeria opgevangen en/of ondergebracht in een woning en/of beperkt in haar vrijheid en/of
-die [slachtoffer 1] in Nigeria verteld of doen of laten vertellen dat het in Europa beter voor haar was en/of dat zij daar in een winkel zou gaan werken en/of daar goed geld kon verdienen, in elk geval haar verdiensten uit legale werkzaamheden in het vooruitzicht gesteld en/of
-die [slachtoffer 1] in het ongewisse gelaten over de (werkelijke) aard van de door haar te verrichten werkzaamheden en/of
-die [slachtoffer 1] in Nigeria onderworpen of doen of laten onderwerpen aan voodoopraktijken (waarbij lichaamseigen stoffen dienden te worden afgestaan) en/of haar (in dat kader) een eed laten afleggen dat zij niets tegen de politie zou zeggen over haar madam en/of haar meegedeeld dat zij €60.000,-, althans een (groot) geldbedrag, aan haar madam moest (terug)betalen, althans diende af te dragen, en/of dat haar lichaam, wanneer
zij niet zou betalen, in de doodskist naar Nigeria gebracht zou worden en/of
-die [slachtoffer 1] geïnstrueerd of laten instrueren met betrekking tot het verhaal dat zij na aankomst in Nederland diende te vertellen en/of de naam ([slachtoffer 1]) welke zij diende te gebruiken en/of
-voor die [slachtoffer 1] de kosten voor de reis per vliegtuig naar Nederland of enige andere bestemming binnen Europa betaald waardoor er een verplichting tot terugbetaling aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) ontstond en/of
- voor die [slachtoffer 1] een (vals) paspoort / identiteitsdocument geregeld teneinde vanuit Nigeria naar Nederland en/of een ander land in Europa te kunnen reizen en/of haar aan boord van een vliegtuig naar Nederland gebracht of doen brengen en/of
- die [slachtoffer 1] een telefoonnummer verstrekt hetwelk zij moest bellen wanneer zij in een opvangcentrum voor asielzoekers was geplaatst, althans in Nederland was aangekomen, en/of contact met haar en/of mededaders onderhouden en/of
- die [slachtoffer 1] vanuit een opvangcentrum meegenomen of laten reizen naar een woning en/of haar onderdak verschaft en/of haar onderhouden en/of
-die [slachtoffer 1] naar Italië en/of Noorwegen gebracht en/of vergezeld of laten brengen of reizen alwaar die [slachtoffer 1] zich diende te prostitueren en/of
-voor die [slachtoffer 1] in Italië en/of Noorwegen huisvesting geregeld en/of daarbij bemiddeld en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen, althans bewogen, om in de prostitutie te werken en/of om (een deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of
- die [slachtoffer 1] bedreigd en/of bang gemaakt door haar te herinneren aan (de gevolgen van het niet nakomen van) de afgelegde voodoo-eed en/of
- door die [slachtoffer 1] vanuit Nigeria naar Nederland te halen, te laten komen of te (laten) brengen en/of in Nederland onderdak te verschaffen en vervolgens onder te brengen in Italië en/of Noorwegen, terwijl deze geen Nederlands en/of Italiaans of Noors sprak of begreep en/of niet of nauwelijks kon lezen en/of schrijven en/of geen officiële identiteitspapieren en/of geen middelen van bestaan en/of geen (officieel) onderdak had, die [slachtoffer 1] in een zeer afhankelijke positie [van verdachte en/of verdachtes mededader(s) gebracht en/of gehouden;
voor wat betreft genoemde [slachtoffer 2] (zaaksdossier A4)
-die [slachtoffer 2] in Nigeria opgevangen en/of ondergebracht in een woning en/of beperkt in haar vrijheid en/of
-die [slachtoffer 2] in Nigeria verteld of doen of laten vertellen dat zij in Europa in een winkel zou gaan werken en/of haar verdiensten uit legale werkzaamheden in het vooruitzicht gesteld en/of
-die [slachtoffer 2] in het ongewisse gelaten over de (werkelijke) aard van de door haar te verrichten werkzaamheden en/of
-die [slachtoffer 2] gedwongen of bewogen tot het hebben van gemeenschap en/of seksuele handelingen en/of
-die [slachtoffer 2] in Nigeria onderworpen of doen of laten onderwerpen aan voodoopraktijken (waarbij lichaamseigen stoffen dienden te worden afgestaan) en/of haar (in dat kader) een eed of belofte laten afleggen dat zij niets tegen de politie zou zeggen over haar madam en/of haar meegedeeld dat zij een (groot) geldbedrag, aan haar madam en/of een of meer anderen moest (terug)betalen, althans diende af te dragen, en/of dat zij hartproblemen zou krijgen en/of gek zou worden, wanneer zij niet zou (terug)betalen, en/of
-die [slachtoffer 2] geïnstrueerd of laten instrueren met betrekking tot de reis en/of het inchecken en/of tot het verhaal dat zij na aankomst in Nederland diende te vertellen en/of de naam ([slachtoffer 2], voornoemd) welke zij diende te gebruiken en/of
-voor die [slachtoffer 2] de kosten voor de reis per vliegtuig naar Nederland of enige andere bestemming binnen Europa betaald en/of haar een vliegticket gegeven, (mede) waardoor er een verplichting tot terugbetaling aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) ontstond en/of
- voor die [slachtoffer 2] een (vals) paspoort (op naam van [slachtoffer 2]) geregeld teneinde vanuit Nigeria naar Nederland en/of een ander land in Europa te kunnen reizen en/of haar aan boord van een vliegtuig naar Nederland gebracht of doen brengen en/of
- die [slachtoffer 2] een telefoonnummer verstrekt hetwelk zij moest bellen wanneer zij in een opvangcentrum voor asielzoekers was geplaatst, althans in Nederland was aangekomen, en/of het telefoonnummer van de persoon die haar in Nederland zou (kunnen) ophalen uit het opvangcentrum en/of contact met haar en/of mededaders onderhouden en/of
- die [slachtoffer 2] vanuit een opvangcentrum meegenomen of laten reizen naar een woning in Rotterdam dan wel elders in Nederland en/of haar onderdak verschaft en/of haar onderhouden en/of
-die [slachtoffer 2] in Nederland een (vals of vervalst) paspoort verschaft en/of haar naar Italië gebracht en/of vergezeld of laten brengen of reizen alwaar die [slachtoffer 2] zich diende te prostitueren en/of
-voor die [slachtoffer 2] in Italië huisvesting geregeld en/of daarbij bemiddeld en/of
- die [slachtoffer 2] verteld dat zij €50.000,-, althans een groot geldbedrag, diende terug te betalen en/of haar gedwongen, althans bewogen, om in Italië in de prostitutie te werken en/of om (een deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) dan wel een ander af te staan en/of af te dragen en/of
-die [slachtoffer 2] (daartoe) kleding en/of condooms verstrekt en/of haar verteld op welke wijze, op welke plaats, hoelang en/of tegen welke tarieven zij diende te werken en/of
- die [slachtoffer 2] geslagen en/of aan het haar getrokken en/of haar uitgescholden wanneer zij niet had gewerkt en/of te weinig had verdiend en/of geld had achtergehouden en/of
- die [slachtoffer 2] en/of haar familie in Nigeria (met de dood) bedreigd en/of bang gemaakt door haar en/of haar moeder te herinneren aan en/of te confronteren met (de gevolgen van het niet nakomen van) de afgelegde voodoo-eed/-belofte en/of
- door die [slachtoffer 2] vanuit Nigeria naar Nederland te halen, te laten komen of te (laten) brengen en/of in Nederland onderdak te verschaffen en vervolgens onder te brengen in Italië, terwijl deze geen Nederlands en/of Italiaans sprak of begreep en/of niet of nauwelijks kon lezen en/of schrijven en/of geen officiële identiteitspapieren en/of geen middelen van bestaan en/of geen (officieel) onderdak had, die [slachtoffer 2] in een zeer afhankelijke positie [van verdachte en/of verdachtes mededader(s)] gebracht en/of gehouden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 24 oktober 2007 te Leeuwarden en/of Zuidlaren en/of Baexem en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Rotterdam en/of Vlaardingen en/of elders in Nederland en/of in Ierland en/of Engeland en/of Italië en/of Noorwegen en/of elders in Europa en/of Nigeria, tezamen en in vereniging met anderen,
een of meer anderen, te weten
-[slachtoffer 4] (zaaksdossier A1) en/of
-[slachtoffer 5] (zaaksdossier A2) en/of
-[slachtoffer 6 ] (zaaksdossier A3) en/of
-[slachtoffer 7] (zaaksdossier A5) en/of
-[slachtoffer 8] (zaaksdossier A7) en/of
-[slachtoffer 3] (zaaksdossier A8) en/of
-[slachtoffer 9] (zaaksdossier A9) en/of
-[slachtoffer 10] (zaaksdossier A11) en/of
-[slachtoffer 11] (zaaksdossier A12) en/of
-[slachtoffer 12] (zaaksdossier A13) en/of
-[slachtoffer 13] (zaaksdossier A14) en/of
-[slachtoffer 14] (zaaksdossier A15),
a.
(telkens) door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die hierboven onder 2. genoemde personen of een of meer van hen door die personen of een of meer van hen tot prostitutie te brengen
en
b.
heeft aangeworven en/of meegenomen met het oogmerk om genoemde personen of een of meer van hen in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
immers heeft verdachte toen aldaar met verdachtes mededaders of een of meer van hen, met voormeld oogmerk bedoelde personen of een of meer van hen –hun/haar kwetsbare positie in Nigeria kennende-
-in Nigeria geworven en/of hen/haar/hem beloofd dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) hen/haar naar een veilige of betere plaats zou(den) brengen en/of hen/haar verdiensten uit legale werkzaamheden in het vooruitzicht gesteld en/of
-hen/haar niet verteld welk soort werkzaamheden zij zou(den) moeten gaan verrichten, en/of
-in Nigeria onderworpen of doen of laten onderwerpen aan voodoopraktijken en/of hen/haar (in dat kader) gezegd dat zij een (groot) geldbedrag diende(n) af te dragen en/of
-voor hen/haar de kosten voor de reis per vliegtuig naar Nederland of enige andere bestemming binnen Europa betaald waardoor er een verplichting tot terugbetaling aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) ontstond en/of
-hen/haar per Nederlands vliegtuig vervoerd en/of doen vervoeren naar Nederland en/of enige andere bestemming binnen Europa en/of
-hen/haar in Nederland uit de opvang voor asielzoekers, waarin zij waren/was geplaatst, vervoerd of doen of laten vervoeren of overbrengen naar door verdachte en/of verdachte mededader(s) opgegeven plaatsen in Nederland en/of ondergebracht in een of meer woningen, zulks terwijl bedoelde perso(o)n(en) geen Nederlands spraken of begrepen en/of geen middelen van bestaan had/(den) en/of geen officiële identiteitspapieren bezat(en) en/of terzake contact onderhouden en/of afspraken gemaakt met bedoelde perso(o)n(en) en/of met een of meer van verdachtes mededader(s) en/of
-hen/haar (vervolgens) naar een of meer andere landen binnen Europa vervoerd of doen of laten vervoeren of overbrengen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 24 oktober 2007 te Leeuwarden en/of Zuidlaren en/of Baexem en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Rotterdam en/of Vlaardingen en/of elders in Nederland en/of in Ierland en/of Engeland en/of Italië en/of Nigeria, tezamen en in vereniging met anderen ,heeft deelgenomen aan een organisatie, waarvan, behalve verdachte, ook [verdachte B] en/of [verdachte B] en/of een persoon, genaamd [naam], en/of een persoon, genaamd “[naam]” of
“[naam]” en/of [naam], en/of een persoon, genaamd “[naam]” en/of een persoon, genaamd “[naam]” (zaaksdossier A4) deel uitmaakte(n) en welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, te weten:
- het (telkens) plegen van mensenhandel (art.273a/273fWvSr);
- het (telkens) plegen van mensensmokkel (art. 197a WvSr);
- het (telkens) plegen van het vervalsen van reisdocumenten (art.231 WvSr);
- het (telkens) plegen van valsheid in geschrifte (art. 225 WvSr);
- het (telkens) plegen van onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag/bevoegd opzicht (art. 279 WvSr),
zulks terwijl, hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen, oprichter, leider en/of bestuurder was van die organisatie.
Van het onder 1, 2 primair en 3 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
1 en 2 telkens,
mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.
3,
Als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven,
strafbaar gesteld bij artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Mensenhandel valt in de categorie strafbare feiten die ernstig inbreuk maken op de rechtsorde en die in de samenleving gevoelens van onrust veroorzaken. Mensenhandel doorkruist niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in Nederland en illegale binnenkomst en doorreis naar andere landen van de Europese Unie, maar draagt daarmee ook bij aan het in stand houden van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd. Voorts betreft de onderhandse mensenhandel jonge vrouwen, die bij uitstek een kwetsbare groep vormen, waarbij algemeen bekend mag worden verondersteld, de kans op uitbuiting in enigerlei vorm groot is.
Verdachte heeft leiding gegeven aan een organisatie die jonge Nigeriaanse meisjes, die onder slechte omstandigheden leefden in hun land van herkomst en op een betere toekomst hoopten, heeft misleid en hen met behulp van valse papieren naar Nederland heeft laten komen. Verdachte heeft, samen met anderen, de meisjes laten instrueren om in Nederland asiel aan te vragen met de bedoeling om de meisjes naar andere Europese bestemmingen te vervoeren om de meisjes aldaar in de prostitutie te werk te stellen.
Door aldus te handelen heeft verdachte op ernstige wijze misbruik gemaakt van deze meisjes door hen als handelswaar te behandelen teneinde daar zelf, alsmede anderen, financieel voordeel van te trekken.
Op grond hiervan acht de rechtbank een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zonder meer gerechtvaardigd.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat tussen de inverzekeringstelling van verdachte d.d. 22 februari 2008 en de laatste zittingsdatum 2 augustus 2011 bijna 3 jaren en 6 maanden zijn verstreken.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Benadeelde partij
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het ten laste van verdachte onder 2 bewezen verklaarde feit.
De hoogte van die schade is, gelet op inhoud van het “voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces”, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 5.000,- (immateriële schade), vermeerderd met de kosten die -tot op heden- worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] dient voor het meerdere, als zijnde onevenredig belastend voor het strafgeding, niet ontvankelijk te worden verklaard. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom van € 5.000,- ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1].
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het ten laste van verdachte onder 1 bewezen verklaarde feit.
De hoogte van die schade is, gelet op inhoud van het “voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces”, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 5.000,- (immateriële schade), vermeerderd met de kosten die -tot op heden- worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] dient voor het meerdere, als zijnde onevenredig belastend voor het strafgeding, niet ontvankelijk te worden verklaard. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom van € 5.000,- ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2].
BESLISSING
Ten aanzien van de tenlastelegging
Het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 1, 2 primair en 3 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
7 jaren.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
Benadeelde partijen
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], domicilie kiezende ten kantore van mr. A. Koopsen te Alkmaar, van een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend) vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans onder 1 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 1 januari 2006, tot die van de voldoening.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 5.000,-, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 60 hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor wat het meer gevorderde betreft in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], domicilie kiezende ten kantore van mr. W.A. Bruinsma-Woudstra te Leeuwarden, van een bedrag van € 5.000,- (zegge: vijfduizend) vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans onder 1 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 1 januari 2006, tot die van de voldoening.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 5.000,-, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 60 hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor wat het meer gevorderde betreft in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. G.P. Nieuwenhuis, voorzitter, mrs. F. van der Maden en
A.J. Louter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van den Hoek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 augustus 2011.
Mr. F. van der Maden voornoemd was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.