ECLI:NL:RBZLY:2011:BR4558

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
30 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/630011-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in complexe strafzaak met criminele organisatie en oplichting

In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 30 mei 2011, stond de verdachte terecht voor meerdere strafbare feiten, waaronder deelname aan een criminele organisatie, opzetheling, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zeven jaar, maar de rechtbank oordeelde dat niet alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele feiten, maar achtte de deelname aan de criminele organisatie en enkele andere feiten wel bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte deel uitmaakte van een gestructureerd samenwerkingsverband dat zich bezighield met het omkatten van gestolen auto’s en het verkopen daarvan aan nietsvermoedende kopers. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 21 maanden, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. Daarnaast werden er maatregelen genomen met betrekking tot de onttrekking aan het verkeer van bepaalde voorwerpen en de teruggave aan de rechthebbende. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk, behalve voor de vordering van slachtoffer 4, die werd toegewezen tot een bedrag van € 8.200,-. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van vertrouwen in het handelsverkeer.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.630011-09
Uitspraak: 30 mei 2011
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte)
(geboortedatum)
(adres)
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 april 2010, 29 juni 2010, 9 september 2010, 9 november 2010, 15 april 2011 en 16 mei 2011. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.J. Silvis, advocaat te Schiedam.
De officier van justitie, mr. D. Sarian, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte terzake het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar met aftrek van voorarrest.
Verder heeft de officier van justitie gevorderd de volledige hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen (slachtoffer 1), (slachtoffer 2) en (slachtoffer 3) met daarbij oplegging van de maatregel tot schadevergoeding. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij (slachtoffer 4) heeft de officier van justitie gevorderd om deze hoofdelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 8.161,25 met daarbij oplegging van de maatregel tot schadevergoeding.
De officier van justitie heeft verder gevorderd dat de op de beslaglijst onder 3 tot en met 12, 16 tot en met 28 en 30 tot en met 36 genummerde voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken, dat het voorwerp genummerd onder 13 verbeurd wordt verklaard en dat de teruggave wordt gelast van het voorwerp genummerd 29 en 37 aan de rechthebbende te weten de RDW.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging zoals ter terechtzitting aangepast)
1.
hij in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen hem verdachte en/of (medeverdachte 1) en/of (medeverdachte 2) en/of (medeverdachte 3) en/of (medeverdachte 4) en/of (medeverdachten 5) en/of (medeverdachte 6) en/of (medeverdachte 7) en/of (medeverdachte 8) en/of (medeverdachte 9) en/of (medeverdachte 10) en/of (medeverdachte 11) en/of (medeverdachte 12) en/of (medeverdachte 13) en/of (medeverdachte 14) en/of een of meer andere natuurlijke en/of rechtspersonen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen
van misdrijven, namelijk (onder andere):
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen als bedoeld in artikel 311 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van opzetheling als bedoeld in artikel 416/1/A wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van valsheid in geschrifte en/of het gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften als bedoeld in artikel 225 lid 1 en/of 225 lid 2 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen witwassen van geld en/of auto's en/of andere goederen en/althans voorwerpen als bedoeld in artikel 420bis lid 1 wetboek van strafrecht, althans het plegen van misdrijven, welke organisatie door hem, verdachte, is opgericht en/of aan welke organisatie door hem, verdachte, feitelijke leiding werd/is gegeven en/of tot het plegen van een of meer van bovengenoemde misdrijven door hem, verdachte,
opdracht is gegeven en/of aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) door
hem, verdachte feitelijk leiding is gegeven;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer (hierna genoemde) auto's en/of kentekenbewijzen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die auto's wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof, te weten (onder andere):
-een in of omstreeks de periode van 10 september 2008 tot 17 november 2008 in Frankrijk weggenomen Porsche Cayenne (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 24 oktober 2008 in Amersfoort weggenomen blauwe Mini Cooper (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 6 tot 8 oktober 2008 in Terheijden weggenomen BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 12 december 2008 in Vught weggenomen BMW X5 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 5 tot 7 februari 2009 in Rotterdam weggenomen Volkswagen Touran (XXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 17 tot 19 december 2008 in Rotterdam weggenomen Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX)van A.R. Scholten (ZD 257) en/of
-een op of omstreeks 11 december 2008 in Alphen a/d Rijn weggenomen Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 21 januari 2009 in België weggenomen BMW 318 (XXX-XXX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 6 oktober 2008 in België weggenomen Volkswagen Crafter (XXXXXX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 30 december 2008 in Frankrijk weggenomen BMW (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 27 oktober 2007 in Alphen aan den Rijn weggenomen Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 3 januari 2009 in Nuenen weggenomen BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een of meer op of omstreeks 26 november 2008 in Tilburg bij autobedrijf (naam) VOF weggenomen kentekenbewijzen (XX XXX);
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, een of meer (hierna genoemde) (aspirant) kopers van auto('s)/personen heeft bewogen tot de afgifte van (een) (hierna genoemde) geldbedrag(en), in elk geval van enig geldbedrag/goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-een auto (laten) voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e), VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/
instructieboekje en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
-die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl, voor een scherpe prijs te koop aangeboden en/of
-nadat een (aspirant) koper zich, via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging van die auto gemaakt althans laten maken en/of
-nadat de (aspirant) koper de verkoper van de in de advertentie genoemde auto had ontmoet, zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of
-(aan) die (aspirant) koper die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, laten zien en/of -(daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt dat het in/bij die auto
aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje voor die auto was afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
-(vervolgens), nadat er al dan niet over de prijs was onderhandeld en/of er een verkoopprijs, die al dan niet (aanzienlijk) lager lag dan de werkelijke waarde van die auto, overeen was gekomen, die (aspirant) koper meegenomen naar een postkantoor teneinde die auto op naam van die (aspirant) koper te laten overschrijven en/of
-nadat de auto op naam van de (aspirant)koper was overgeschreven, de bij die auto aanwezige papieren en/of sleutels, aan die (aspirant) koper overhandigd, waardoor die (aspirant) koper (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten met betrekking tot (onder andere):
-een BMW, type 320 op of omstreeks 19 december 2008 in 's-Gravenhage, (slachtoffer 5) 14.441 euro (XX XXX) en/of
-een BMW X5 in of omstreeks de periode van 30 januari 2009 tot 1 februari 2009 in Reeuwijk en/of (elders) in Nederland, (slachtoffer 2) (een) geldbedrag(en) van 1000 en/of 20.000 euro (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Touran op of omstreeks 4 februari 2009 althans in of
omstreeks de maand februari 2009 in Naaldwijk, (slachtoffer 1) een geldbedrag
van 8000 euro (XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI op of omstreeks 2 maart 2009 in Rotterdam, (slachtoffer 4) een geldbedrag van 8200 euro (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Crafter op of omstreeks 19 februari 2009 althans in of
omstreeks de periode van 26 december 2008 tot 20 februari 2009 in Nuenen en/of
Rotterdam althans in Nederland (slachtoffer 6) een geldbedrag van 13.500 euro
althans enig geldbedrag (XX XXX) en/of
-een BMW op of omstreeks 3 februari 2009 in Nieuwerkerk aan den IJssel althans
in Nederland (slachtoffer 3) een geldbedrag van 16.800 euro (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf in of omstreeks de periode van 16 januari 2009 tot 11
februari 2009 in Delft althans in Nederland (slachtoffer 7) een geldbedrag van
17.500 euro (XX XXX) en/of
-een BMW 320d in of omstreeks de periode van 20 tot 30 januari 2009 in
Reeuwijk (slachtoffer 8) een geldbedrag van 2000 euro (XX XXX);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23
mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meer kentekenbewijzen - zijnde (een) geschrift(en) die/dat bestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of
vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk
en/of in strijd met de waarheid op (een) kentekenbewijs/kentekenbewijzen
gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs
van (onder andere):
-een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Mini Cooper (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Touran (XXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(ZD 257) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Crafter (XXXXXX)(XX XXX) en/of
-een BMW (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX)
vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven, zulks met het oogmerk om die/dat kentekenbewijzen/
kentekenbewijs en/of (aldus) dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een om meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) kentekenbewijs/kentekenbewijzen, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat die/dat kentekenbewijs/kentekenbewijzen bij een of meer te verkopen auto's werd(en) gevoegd en/of werd(en) gebruikt om die auto('s) bij een postkantoor op naam
van de koper te laten overschrijven en/of (vervolgens) na de verkoop van die auto('s) aan de koper(s) werd(en) overhandigd en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die/dat kentekenbewijs/
kentekenbewijzen een of meer gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs
van (onder andere):
-een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Mini Cooper (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Touran (XXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(Zd 257) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Crafter (XXXXXX)(XX XXX) en/of
-een BMW (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX)
was/waren vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een of meer auto's
te weten (onder andere) -een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Mini Cooper (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Touran (XXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(ZD 257) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Crafter (XXXXXX)(XX XXX) en/of
-een BMW (XXXXXXXX)(XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX)
en/of een of meer geldbedragen (welke door de verkoop van die auto('s) was/waren verkregen) en/of een of meer kentekenbewijzen (welke bij die auto('s) was/waren gevoegd) en/of andere voorwerpen/goederen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van die/dat voorwerp(en), gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
GELDIGHEID VAN DE DAGVAARDING
De raadsman van verdachte heeft met betrekking tot het onder 2 en 5 ten laste gelegde aangevoerd dat de dagvaarding nietig is, omdat heling en witwassen elkaar uitsluitende grootheden zijn. In dit kader heeft de raadsman gemotiveerd verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 26 oktober 2010, LJN: BM4440.
De rechtbank verwerpt deze stelling en overweegt daartoe als volgt. Aangezien de bepalingen van de artikelen 416 en 416 bis van het Wetboek van Strafrecht niet hetzelfde belang beschermen bestaat geen grond voor het oordeel dat beide bepalingen niet naast elkaar ten laste kunnen worden gelegd. De helingbepaling beoogt immers tegen te gaan dat iemand profiteert van het misdrijf van een ander terwijl de strafbaarstelling van witwassen strekt ter bescherming van de aantasting van de integriteit van het financieel en economisch verkeer. Hetgeen de raadsman heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
BEWIJS
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van de hem ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken.
Voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is bepalend of er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen. Van belang is daarbij dat sprake is van een vaste rolverdeling, waarin een zekere hiërarchie valt te ontdekken.
In het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de onderhavige strafzaak, is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam komen vast te staan dat een aantal verdachten zich bezig hield met het dupliceren van auto’s, waarbij gestolen auto’s de identiteit van andere, legale auto’s kregen, en dat er kopers zijn opgelicht door deze omgekatte auto’s aan hen te verkopen. Daartoe werden onder andere kentekenbewijzen vervalst.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of er in de strafzaak tegen verdachte en zijn medeverdachten sprake is van een zodanig gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met als oogmerk het plegen van strafbare feiten, dat van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht kan worden gesproken.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er van een dergelijke organisatie sprake is geweest. Uit het dossier blijkt namelijk dat een aantal verdachten zich gedurende langere tijd op grote schaal en systematisch heeft bezig gehouden met het omkatten van gestolen auto’s en het verkopen van die omgekatte auto’s aan derden. Uit het dossier komt een beeld naar voren van een vaste werkwijze bij het plegen van de strafbare feiten, waarbij verschillende verdachten zich nadrukkelijk bezig houden met verschillende onderdelen van het gehele traject dat de gestolen auto’s afleggen. Zo zijn er verdachten die zich bezighouden met het daadwerkelijk geven van een nieuwe identiteit aan de gestolen auto’s, en er zijn verdachten die zich bij uitstek bezig houden met het gehele verkoopproces. Uit de tapgesprekken blijkt dat er sprake is van een zekere hiërarchie tussen de verdachten.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gesteld dat àlle verdachten in dit onderzoek hebben deelgenomen aan de criminele organisatie, doch wel dat de organisatie werd gevormd door een aantal van hen. De rechtbank rekent in ieder geval de verdachten (verdachte), (medeverdachte 2) en (medeverdachte 4) tot deelnemers aan de criminele organisatie, nu zij zich meer dan andere verdachten structureel hebben bezig gehouden met het plegen van de strafbare feiten, waarvan in deze zaak sprake is. De intensiteit van de contacten tussen deze 3 verdachten alsmede de lange periode gedurende welke er sprake is geweest van deze contacten, heeft aan dit oordeel bijgedragen.
Uit de bewijsmiddelen is genoegzaam gebleken dat verdachte een aandeel heeft gehad in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie te weten het verkopen van omgekatte auto’s. In dit kader verwijst de rechtbank onder meer naar handelingen die verdachte heeft verricht in het kader van de zaakdossiers 001, 198, 249 en 252. Gelet hierop zal een bewezenverklaring ten aanzien van feit 1 volgen zulks met uitzondering van het feitelijk leiding geven. De rechtbank volgt het verweer van de raadman op dit punt dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de criminele organisatie. Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit de inhoud van de door de officier van justitie aangehaalde tapgesprekken weliswaar kan worden afgeleid dat verdachte zich in een aantal gevallen binnen de organisatie als leider heeft gedragen maar dat uit andere tapgesprekken weer een andere rolverdeling blijkt. De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van het feitelijk leiding geven aan de onder 1 bewezen verklaarde criminele organisatie.
De verdachte dient van hetgeen hem onder 2, 3, 4 en 5 voor wat betreft de zaakdossiers
191, 196, 205, 255, 257, 253, 202, 248 en 250 ten laste is gelegd te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank volgt de raadsman in zijn stelling dat de enkele omstandigheid dat er tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte 44 blanco kentekenbewijzen zijn gevonden welke afkomstig zijn uit dezelfde gestolen serie als de kentekenbewijzen die bij de zaakdossiers 202, 250, 255, 257 zijn gebruikt niet tot een bewezenverklaring in deze gevallen kan leiden. Hiertoe overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat verdachte betrokken is geweest bij het plegen van strafbare feiten met betrekking tot de kentekenbewijzen uit dezelfde serie.
De rechtbank volgt de officier van justitie niet in zijn voorgestelde bewijsconstructie dat verdachte en zijn medeverdachten gezien de nauwe samenwerking ten behoeve van het realiseren van het uiteindelijke doel, te weten het verkopen van een gedupliceerde auto, over en weer voor elkaars gedragingen aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte voor wat betreft bovengenoemde zaakdossiers dermate nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt dat op grond daarvan kan worden aangenomen dat hij de ten laste gelegde feiten, tezamen en in vereniging met die anderen heeft gepleegd. Het aandeel van verdachte staat naar het oordeel van de rechtbank in een te ver verwijderd verband met deze gepleegde strafbare feiten om dit aandeel in alle ten laste gelegde gevallen als medeplegen te kunnen kwalificeren.
De rechtbank acht hetgeen ten aanzien van de zaakdossiers 001, 198, 249 en 252 ten laste is gelegd wel wettig en overtuigend bewezen op de wijze zoals hieronder bij de betreffende feiten is weergegeven. Hiertoe is redengevend dat uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte direct bij deze gevallen betrokken is geweest.
De wetenschap bij verdachte dat de betreffende auto’s van diefstal afkomstig waren is uit de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, genoegzaam af te leiden.
De verdachte dient van het 4 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen hem verdachte en (medeverdachte 2) en (medeverdachte 4), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen als bedoeld in artikel 311 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van opzetheling als bedoeld in artikel 416/1/A wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van valsheid in geschrifte en/of het gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften als bedoeld in artikel 225 lid 1 en/of 225 lid 2 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen witwassen van geld en/of auto's en/of andere goederen althans voorwerpen als bedoeld in artikel 420bis lid 1 wetboek van strafrecht, althans het plegen van misdrijven.
2.
hij in de periode van 8 oktober 2008 tot 8 april 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen hierna genoemde auto's en kentekenbewijzen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto's wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof, te weten onder andere:
-een in de periode van 6 tot 8 oktober 2008 in Terheijden weggenomen BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een op 11 december 2008 in Alphen a/d Rijn weggenomen Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en
-een op of omstreeks 3 januari 2009 in Nuenen weggenomen BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX) en
-op of omstreeks 26 november 2008 in Tilburg bij autobedrijf (naam) VOF weggenomen kentekenbewijzen (XX XXX);
3.
hij in de periode van 20 januari 2009 tot 8 april 2009 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna genoemde aspirant kopers van auto's heeft bewogen tot de afgifte van hierna genoemde geldbedragen, hebbende verdachte en/of zijn mededaders toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-een auto (laten) voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e), VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/
instructieboekje en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
-die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl, voor een scherpe prijs te koop aangeboden en/of
-nadat een (aspirant) koper zich, via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging van die auto gemaakt althans laten maken en/of
-nadat de (aspirant) koper de verkoper van de in de advertentie genoemde auto had ontmoet, zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of-(aan) die aspirant koper die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
-(vervolgens), nadat er al dan niet over de prijs was onderhandeld en/of er een verkoopprijs, die al dan niet (aanzienlijk) lager lag dan de werkelijke waarde van die auto, overeen was gekomen, die (aspirant) koper meegenomen naar een postkantoor teneinde die auto op naam van die (aspirant) koper te laten overschrijven en/of
-nadat de auto op naam van de (aspirant)koper was overgeschreven, de bij die auto aanwezige papieren en/of sleutels, aan die (aspirant) koper overhandigd, waardoor die (aspirant) koper (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten met betrekking tot:
-een Peugeot 207, 1.6 HDI op of omstreeks 2 maart 2009 in Rotterdam, (slachtoffer 4) een geldbedrag van 8200 euro (XX XXX) en/of
-een BMW 320d in of omstreeks de periode van 20 tot 30 januari 2009 in
Reeuwijk (slachtoffer 8) een geldbedrag van 2000 euro (XX XXX);
4 subsidiair:
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse kentekenbewijzen, - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken telkens hierin dat die kentekenbewijzen bij te verkopen auto's werden gevoegd en/of werden gebruikt om die auto's bij een postkantoor op naam van de koper te laten overschrijven en/of (vervolgens) na de verkoop van die auto's aan de kopers werden overhandigd en bestaande die vervalsing hierin dat (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die kentekenbewijzen een of meer gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs
van:
-een BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en/of
-een BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX)
waren vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto's hoorden en/of niet voor die auto's waren afgegeven;
5.
hij in de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten auto's te weten
-een BMW, type 320 (XX-XX-XX)(XX XXX) en
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX)(XX XXX) en
-een BMW 320d (XX-XX-XX)(XX XXX) en geldbedragen (welke door de verkoop van die auto's waren verkregen) en kentekenbewijzen (welke bij die auto's waren gevoegd) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en) dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
Van het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
1.
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven,
Strafbaar gesteld bij artikel 140 van het wetboek van Strafrecht.
2.
Medeplegen van opzetheling,
strafbaar gesteld bij artikel 416 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht.
3.
Medeplegen van oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht.
4 subsidiair.
Medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst,
strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht.
5.
Medeplegen van witwassen,
strafbaar gesteld bij artikel 420 bis van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden.
Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank rekent het de verdachte ernstig aan dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die als oogmerk had het verkopen van omgekatte gestolen auto’s. Het in georganiseerd verband meewerken aan een dergelijke organisatie vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde.
Daarnaast laat de rechtbank wegen dat verdachte door zijn handelwijze misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat in het handelsverkeer gebruikelijk is. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging voorts gelet op de periode waarin de strafbare feiten zijn gepleegd, de hoeveelheid strafbare feiten, de rol van verdachte binnen de organisatie en de hoeveelheid benadeelde partijen.
Dat verdachte van een aanzienlijk aantal zaakdossiers alsmede van het feitelijk leiding geven aan de criminele organisatie wordt vrijgesproken brengt daarentegen wel mee dat de rechtbank tot een lagere straf komt dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank ziet echter wel aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur op te leggen.
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 3, 5 tot en met 9, 16 tot en met 28, 30 tot en met 36 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer omdat deze voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang dan wel omdat deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de feiten zijn verkregen of met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de op de beslaglijst onder 4, 10, 11, 12 en 13
genummerde voorwerpen aan de rechthebbende, zijnde (medeverdachte 9) (parketnummer 07.630094-09), aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het op de beslaglijst onder 29 en 37 genummerde voorwerpen aan de rechthebbende, zijnde de RDW, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 7 maart 2011;
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 36f, en 56 van het Wetboek van Strafrecht.
Benadeelde partij
Ten aanzien van de benadeelde partijen (zaakdossiers 255, 205 en 248):
De rechtbank zal de benadeelde partijen (slachtoffer 1), (slachtoffer 2) en (slachtoffer 3) niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, omdat verdachte van de feiten ten gevolge waarvan deze benadeelde partijen rechtstreeks schade zouden hebben geleden zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de benadeelde partij (slachtoffer 4) (zaakdossier 249):
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij (slachtoffer 4) rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het ten laste van verdachte onder 3 bewezen verklaarde feit.
De hoogte van die schade is, gelet op het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 8.200,- vermeerderd met de kosten die -tot op heden- worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De vordering van de benadeelde partij (slachtoffer 4) is naar het oordeel van de rechtbank voor wat het meer gevorderde (kosten RDW en rijkosten) betreft niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in die vordering voor dat deel niet ontvankelijk is en dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De rechtbank zal voorts terzake van het onder 3 bewezen verklaarde feit aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom van € 8.200,- ten behoeve van het (slachtoffer 4)
BESLISSING
Het onder 4 primair ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 3, 5 tot en met 9, 16 tot en met 28, 30 tot en met 36 genummerde voorwerpen.
De rechtbank gelast de teruggave van op de beslaglijst onder 4, 10, 11, 12 en 13 genummerde voorwerpen aan de rechthebbende, zijnde (medeverdachte 9) (parketnummer 07.630094-09).
De rechtbank gelast de teruggave van op de beslaglijst onder 29 en 37 genummerde voorwerpen aan de rechthebbende, zijnde de RDW.
Ten aanzien van de benadeelde partij (slachtoffer 4) (zaakdossier 249):
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (slachtoffer 4), wonende te Heemstede, van een bedrag van € 8.200,- (zegge: achtduizend en tweehonderd euro) vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans onder 3 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 2 maart 2009, tot die van de voldoening, hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader/mededaders betaalt/betalen, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 8.200,-, ten behoeve van het slachtoffer (slachtoffer 4), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 76 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader/mededaders heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader/mededaders heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (slachtoffer 4), daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij (slachtoffer 4) voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Ten aanzien van de benadeelde partijen (zaakdossiers 255, 205 en 248):
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen (slachtoffer 1), (slachtoffer 2) en (slachtoffer 3) in hun vorderingen niet ontvankelijk zijn en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
De rechtbank wijst het verzoek om opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis af.
Aldus gewezen door mr. S.M. Milani, voorzitter, mrs. G.P. Nieuwenhuis en mr. A.J. Louter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2011.