RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07/630097-09
Uitspraak: 30 mei 2011
(Verdachte)
(Geboortedatum)
(adres)
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2010, 4 februari 2011, 13 april 2011, 9 mei 2011 en 30 mei 2011. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.R. Bordewijk, advocaat te Schiedam.
De officier van justitie, mr. D. Sarian, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte terzake het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde, en voor wat de periode betreft vanaf 1 augustus 2007 tot 8 april 2009, tot een gevangenisstraf voor de duur van 44 maanden met aftrek van voorarrest.
Verder heeft de officier van justitie gevorderd de volledige hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen (slachtoffer 1), (slachtoffer 2), (slachtoffer 3) en (slachtoffer 4) met daarbij oplegging van de maatregel tot schadevergoeding. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij (slachtoffer 5) heeft de officier van justitie gevorderd om deze hoofdelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 8.161,- met daarbij oplegging van de maatregel tot schadevergoeding.
De officier van justitie heeft verder gevorderd dat de op de beslaglijst onder 2 tot en met 12, genummerde voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken.
Voorts heeft de officier van justitie de gevangenneming van verdachte gevorderd.
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging zoals ter terechtzitting gewijzigd)
1.
hij in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeent Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen hem verdachte en/of (medeverdachte 1) en/of (medeverdachte 2) en/of(medeverdachte 3) en/of (medeverdachte 4) en/of (medeverdachte 5) en/of (medeverdachte 6) en/of (medeverdachte 7) en/of (medeverdachte 8) en/of (medeverdachte 9) en/of (medeverdachte 10) en/of (medeverdachte 11) en/of (medeverdachte 12)en/of (medeverdachte 13) en/of (medeverdachte 14) en/of een of meer andere natuurlijke en/of rechtspersonen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen
van misdrijven, namelijk (onder andere):
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van diefstallen als bedoeld in artikel 311 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van opzetheling als bedoeld in artikel 416/1/A wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen plegen van valsheid in geschrifte en/of het gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften als bedoeld in artikel 225 lid 1 en/of 225 lid 2 wetboek van strafrecht en/of
-het tezamen en in vereniging met een of meer anderen witwassen van geld en/of auto's en/of andere goederen en/althans voorwerpen als bedoeld in artikel 420bis lid 1 wetboek van strafrecht, althans het plegen van misdrijven;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of Kampen en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer (hierna genoemde) auto's en/of kentekenbewijzen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die auto's wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof, te weten (onder andere):
-een in of omstreeks de periode van 10 september 2008 tot 17 november 2008 in Frankrijk weggenomen Porsche Cayenne (XXXXXX) (XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 12 december 2008 in Vught weggenomen BMW X5 (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 31 maart 2009 tot 2 april 2009 in Schiedam weggenomen Volkswagen Golf (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 28 tot 30 maart 2009 in Rotterdam Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 11 december 2008 in Alphen a/d Rijn weggenomen Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een op of omstreeks 21 januari 2009 in België weggenomen BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot 8 april 2009 in Frankrijk weggenomen Volkswagen Golf (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 6 tot 8 februari 2009 in Wijk en Aalburg weggenomen BMW, type 320SI (XX-XX-XX) (XX XXX);
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, een of meer (hierna genoemde) (aspirant) kopers van auto('s)/personen heeft bewogen tot de afgifte van (een) (hierna genoemde) geldbedrag(en), in elk geval van enig geldbedrag/goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-een auto (laten) voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e), VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje /instructieboekje en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
-die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl, voor een scherpe prijs te koop aangeboden en/of
-nadat een (aspirant) koper zich, via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging van die auto gemaakt althans laten maken en/of
-nadat de (aspirant) koper de verkoper van de in de advertentie genoemde auto had ontmoet, zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of
-(aan) die (aspirant) koper die/een auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, laten zien en/of
-(daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt dat het in/bij die auto aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje /instructieboekje voor die auto was afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
-(vervolgens), nadat er al dan niet over de prijs was onderhandeld en/of er een verkoopprijs, die al dan niet (aanzienlijk) lager lag dan de werkelijke waarde van die auto, overeen was gekomen, die (aspirant) koper meegenomen naar een postkantoor teneinde die auto op naam van die (aspirant) koper te laten overschrijven en/of
-nadat de auto op naam van de (aspirant)koper was overgeschreven, de bij die auto aanwezige papieren en/of sleutels, aan die (aspirant) koper overhandigd, waardoor die (aspirant) koper (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten met betrekking tot (onder andere):
-een BMW X5 in of omstreeks de periode van 30 januari 2009 tot 1 februari 2009 in Reeuwijk en/of (elders) in Nederland, (slachtoffer 2) (een) geldbedrag(en) van 1000 en/of 20.000 euro (XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI op of omstreeks 2 maart 2009 in Rotterdam, (slachtoffer 5) een geldbedrag van 8200 euro (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf op of omstreeks 20 februari 2009 in Waddinxveen, (slachtoffer 1) een geldbedrag van 12.000 euro (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf GTI in of omstreeks de periode van 14 tot 19 april 2009 in Schiedam, (slachtoffer 4) een geldbedrag van 15.000 euro (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320SI in of omstreeks de periode van 14 maart 2009 tot 2 april 2009 in Capelle aan de IJssel althans in Nederland (slachtoffer 3) een geldbedrag van 15.500 euro (XX XXX);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer kentekenbewijzen - zijnde (een) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op (een) kentekenbewijs/kentekenbewijzen
gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs van (onder andere):
-een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320SI (XX-XX-XX) (XX XXX)
vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven, zulks met het oogmerk om die/dat kentekenbewijzen /kentekenbewijs en/of (aldus) dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een om meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) kentekenbewijs/kentekenbewijzen, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat die/dat kentekenbewijs/kentekenbewijzen bij een of meer te verkopen auto's werd(en) gevoegd en/of werd(en) gebruikt om die auto('s) bij een postkantoor op naam
van de koper te laten overschrijven en/of (vervolgens) na de verkoop van die auto('s) aan de koper(s) werd(en) overhandigd en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die/dat kentekenbewijs /kentekenbewijzen een of meer gegevens te weten (onder andere):
-het typegoedkeuringsnummer en/of
-het kenteken en/of
-het VIN-nummer en/of
-het chassisnummer en/of
-het merk en/of type van de auto en/of
-de kleur van de auto en/of
-de datum afgifte van de/het kentekenbewijzen/kentekenbewijs van (onder andere):
-een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320SI (XX-XX-XX) (XX XXX)
was/waren vermeld terwijl die gegevens (telkens) niet bij die auto('s) hoorde(n) en/of niet voor die auto('s) was/waren afgegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2005 tot 8 april 2009 in de gemeente Raalte en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een of meer auto's
te weten (onder andere)
-een Porsche, type Cayenne (XXXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW X5 (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een Peugeot 207, 1.6 HDI (XX-XX-XX) (XX XXX) en/of
-een BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XXXXXXX) (XX XXX) en/of
-een BMW, type 320SI (XX-XX-XX) (XX XXX)
en/of een of meer geldbedragen (welke door de verkoop van die auto('s) was/waren verkregen) en/of een of meer kentekenbewijzen (welke bij die auto('s) was/waren gevoegd) en/of andere voorwerpen/goederen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van die/dat voorwerp(en), gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
De raadsman van verdachte heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het hem onder 1 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat geen sprake is geweest van een gestructureerd hiërarchisch samenwerkingsverband.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is bepalend of er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen. Van belang is daarbij dat sprake is van een vaste rolverdeling, waarin een zekere hiërarchie valt te ontdekken.
In het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de onderhavige strafzaak, is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam komen vast te staan dat een aantal verdachten zich bezig hield met het dupliceren van auto’s, waarbij gestolen auto’s de identiteit van andere, legale auto’s kregen, en dat er kopers zijn opgelicht door deze omgekatte auto’s aan hen te verkopen. Daartoe werden onder andere kentekenbewijzen vervalst.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of er in de strafzaak tegen verdachte en zijn medeverdachten sprake is van een zodanig gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met als oogmerk het plegen van strafbare feiten, dat van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht kan worden gesproken.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er van een dergelijke organisatie sprake is geweest. Uit het dossier blijkt namelijk dat een aantal verdachten zich gedurende langere tijd op grote schaal en systematisch heeft bezig gehouden met het omkatten van gestolen auto’s en het verkopen van die omgekatte auto’s aan derden. Uit het dossier komt een beeld naar voren van een vaste werkwijze bij het plegen van de strafbare feiten, waarbij verschillende verdachten zich nadrukkelijk bezig houden met verschillende onderdelen van het gehele traject dat de gestolen auto’s afleggen. Zo zijn er verdachten die zich bezighouden met het daadwerkelijk geven van een nieuwe identiteit aan de gestolen auto’s, en er zijn verdachten die zich bij uitstek bezig houden met het gehele verkoopproces. Uit de tapgesprekken blijkt dat er sprake is van een zekere hiërarchie tussen de verdachten.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gesteld dat àlle verdachten in dit onderzoek hebben deelgenomen aan de criminele organisatie, doch wel dat de organisatie werd gevormd door een aantal van hen. De rechtbank rekent in ieder geval de (medeverdachte 5), (medeverdachte 2) en (medeverdachte 4) tot deelnemers aan de criminele organisatie, nu zij zich meer dan andere verdachten structureel hebben bezig gehouden met het plegen van de strafbare feiten, waarvan in deze zaak sprake is. De intensiteit van de contacten tussen deze 3 verdachten alsmede de lange periode gedurende welke er sprake is geweest van deze contacten, heeft aan dit oordeel bijgedragen.
De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet, is of verdachte ook tot de deelnemers behoort. Die vraag wordt door de rechtbank ontkennend beantwoord.
Uit de bewijsmiddelen is namelijk onvoldoende gebleken dat verdachte een aandeel heeft gehad in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie te weten het verkopen van omgekatte auto’s.
De contacten die verdachte heeft gehad met onder meer de (medeverdachte 5) en (medeverdachte 4) zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende qua frequentie en inhoud om van deelneming aan een criminele organisatie te kunnen spreken. Ook de inhoud van de door de officier van justitie aangehaalde tapgesprekken leidt volgens de rechtbank niet tot de conclusie dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
De verdachte dient evenzeer van hetgeen hem onder 4 primair en subsidiair ten laste is gelegd te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De verdachte dient ook van hetgeen hem onder 2, 3 en 5 voor wat betreft de zaakdossiers 191, 205, 313, 249, en 256 ten laste is gelegd te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank volgt de officier van justitie niet in zijn voorgestelde bewijsconstructie dat verdachte en zijn medeverdachten gezien de nauwe samenwerking voor het realiseren van het uiteindelijke doel, te weten het verkopen van een gedupliceerde auto, over en weer voor elkaars gedragingen aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte zo nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt dat op grond daarvan kan worden aangenomen dat hij de ten laste gelegde feiten, voor wat betreft bovengenoemde zaakdossiers, tezamen en in vereniging met die anderen heeft gepleegd. Het aandeel van verdachte staat naar het oordeel van de rechtbank in een te ver verwijderd verband met deze gepleegde strafbare feiten om dit aandeel in alle ten laste gelegde gevallen als medeplegen te kunnen kwalificeren.
De rechtbank acht hetgeen ten aanzien van zaakdossiers 315, 253 en 254 ten laste is gelegd wel wettig en overtuigend bewezen op de wijze zoals hieronder bij de betreffende feiten is weergegeven. Hiertoe is redengevend dat uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte zelf direct bij deze gevallen betrokken is geweest.
De wetenschap bij verdachte dat de betreffende auto’s van diefstal afkomstig waren is uit de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, genoegzaam af te leiden.
Ten aanzien van de bewezen verklaring van zaakdossier 315 overweegt de rechtbank dat uit een op 3 april 2009 gehouden observatie is gebleken dat verdachte bij de bedrijfshal van (medeverdachte 3) gelegen aan (het adres) kwam aanrijden, dat hij (medeverdachte 13) als bijrijder bij zich had, dat verdachte vervolgens met (medeverdachte 13) en (medeverdachte 2) is weggereden en dat (medeverdachte 6) daarna is weggereden met de, naar uit andere bewijsmiddelen blijkt omgekatte, Volkswagen golf GTI . De rechtbank acht de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij (medeverdachte 6) slechts heeft afgezet in het licht van de overige bewijsmiddelen niet aannemelijk.
Tijdens een doorzoeking in het internetcafé van (medeverdachte 15) is namelijk ook een digitale camera aangetroffen waarop gewiste foto’s van de betreffende auto zijn gevonden. De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat dit niet zijn camera is acht de rechtbank niet aannemelijk, nu de plek waar de camera door de politie is gevonden niet strookt met de plek waar deze camera volgens verdachte al geruime tijd zou hebben gelegen.
Bovendien zijn op een bij de auto behorend RDW formulier dat tijdens de doorzoeking in de woning van (medeverdachte 4) is gevonden sporen gevonden die blijkens uitgevoerd dactyloscopisch onderzoek zijn geïdentificeerd als afdrukken van vingers van verdachte. De verklaring die verdachte hiervoor heeft gegeven, namelijk dat hij in zijn belhuis kopieerwerk heeft verricht en het formulier wellicht in dat kader door zijn handen is gekomen acht de rechtbank, gelet op alle overige bewijsmiddelen, onvoldoende overtuigend.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van zaakdossier 253 overweegt de rechtbank dat op eerdergenoemde digitale camera ook gewiste foto’s van de omgekatte BMW 318 zijn gevonden. Gebleken is dat (medeverdachte 2) op 5 februari 2009 als bestuurder van deze auto is aangehouden.
Voor de bewezenverklaring acht de rechtbank voorts redengevend de inhoud van het op 5 februari 2009 om 09:38 uur getapte telefoongesprek tussen (medeverdachte 5) en (medeverdachte 16) waarin laatstgenoemde tegen (medeverdachte 5) zegt dat hij vannacht een telefoontje had gekregen dat (medeverdachte 2) en (naam) vastzitten in Nootdorp en dat ze met die blauwe waren. Waarop (medeverdachte 5) tegen (medeverdachte 16) zei dat hij hem wel 100 keer heeft gewaarschuwd, dat hij niet wil luisteren en dat hij dat ding heeft geleend van het belhuis.
Daarnaast acht de rechtbank voor de bewezenverklaring onder meer redengevend de inhoud van het op 5 februari 2009 om 14:42 uur getapte telefoongesprek tussen verdachte en (medeverdachte 4) waarin verdachte tegen (medeverdachte 4) zegt : “gisteravond ehh, (naam) belt en vraagt kan hij die blauwe effe lenen, hij zit zonder auto, ik denk ja geen probleem en nu belt die ouwe mij op, kom want die ene is weg. ( .. ) die hele kanker winst van die auto is weg, die auto zou, morgen is alles klaar, hij zou morgen op het internet gaan man. Ja zegt (naam), daar ben je lekker mee dan”, waarop (medeverdachte 4) zegt: “Ja mis je nou 11 koppen, 12 koppen”, hetgeen verdachte bevestigt.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat op grond van de dossierstukken niet kan worden vastgesteld dat verdachte voornoemd telefoongesprek heeft gevoerd. In het verslag van het tapgesprek (dossierpagina 3253095) staat namelijk ‘RUDY (SH)’ vermeld, waarbij “SH” stemherkenning betekent. De rechtbank stelt daarom vast dat het wel degelijk verdachte is geweest die dit gesprek heeft gevoerd.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van zaakdossier 254 overweegt de rechtbank dat op eerdergenoemde digitale camera ook gewiste foto’s van de omgekatte VW Golf zijn gevonden, dat in de aangetroffen auto serviceboeken zijn aangetroffen waarop sporen zijn gevonden die blijkens uitgevoerd dactyloscopisch onderzoek zijn geïdentificeerd als afdrukken van vingers van verdachte en dat is gebleken dat deze serviceboeken bij garagebedrijf (naam) te Hilversum zijn gestolen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij inderdaad samen met (medeverdachte 6) bij deze garage is geweest om daar een auto te bezichtigen maar dat hij daar toen geen serviceboeken heeft gestolen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij niets met zaakdossier 254 te maken heeft, gelet op alle overige bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, niet aannemelijk.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte 2, 3 en 5 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
2.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2008 tot 8 april 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, hierna genoemde auto's heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto's wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof, te weten:
-een in de periode van 28 tot 30 maart 2009 in Rotterdam Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en
-een op 21 januari 2009 in België weggenomen BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een in of omstreeks de periode van 23 november 2008 tot 8 april 2009 in Frankrijk weggenomen Volkswagen Golf (XXXXXXXX) (XX XXX).
3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2011 tot 8 april 2009 in Nederland tezamen en in vereniging anderen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, een aspirant koper heeft bewogen tot de afgifte van een hierna genoemd geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededaders toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-een auto laten voorzien van een ander, niet bij die auto behorend, VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje /instructieboekje en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
-die auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl, voor een scherpe prijs te koop aangeboden en
-nadat een (aspirant) koper zich, via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging van die auto gemaakt althans laten maken en/of
-nadat de (aspirant) koper de verkoper van de in de advertentie genoemde auto had ontmoet, zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar althans als een te goeder trouw zijnde verkoper en/of
-(aan) die (aspirant) koper die auto, voorzien van (een) ander(e), niet bij die auto behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje/instructieboekje en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, laten zien en/of
-(daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt dat het in/bij die auto aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of onderhoudsboekje /instructieboekje voor die auto was afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
-(vervolgens), nadat er al dan niet over de prijs was onderhandeld en/of er een verkoopprijs, die al dan niet (aanzienlijk) lager lag dan de werkelijke waarde van die auto, overeen was gekomen, die (aspirant) koper meegenomen naar een postkantoor teneinde die auto op naam van die (aspirant) koper te laten overschrijven en
-nadat de auto op naam van de (aspirant)koper was overgeschreven, de bij die auto aanwezige papieren en/of sleutels, aan die aspirant koper overhandigd, waardoor die (aspirant) koper werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten met betrekking tot:
-een Volkswagen Golf op of omstreeks 20 februari 2009 in Waddinxveen, (slachtoffer 1) een geldbedrag van 12.000 euro (XX XXX)
5.
hij in de periode van 23 november 2008 tot 8 april 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten auto's te weten
-een Volkswagen Golf GTI (XX-XX-XX) (XX XXX) en
-een BMW 318 (XXX-XXX) (XX XXX) en/of
-een Volkswagen Golf (XXXXXXXX) (XX XXX)
en geldbedragen (welke door de verkoop van die auto's waren verkregen) en andere voorwerpen, heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
Van het onder 2, 3 en 5 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
2.
Medeplegen van opzetheling,
strafbaar gesteld bij artikel 416 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht.
3.
Medeplegen van oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht.
5.
Medeplegen van Witwassen,
strafbaar gesteld bij artikel 420 bis van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging gelet op de periode waarin de strafbare feiten zijn gepleegd, de hoeveelheid strafbare feiten en de hoeveelheid benadeelde partijen.
Dat verdachte van deelneming aan een criminele organisatie, het gebruik maken van vervalste documenten alsmede van een groot aantal zaakdossiers wordt vrijgesproken brengt met zich dat de rechtbank tot een lagere straf komt dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank ziet echter wel aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 2 tot en met 12 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer omdat deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de feiten zijn verkregen of met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 7 maart 2011;
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van de benadeelde partijen (zaakdossiers 249, 205, 256 en 313):
De rechtbank zal de benadeelde partijen (slachtoffer 5), (slachtoffer 2), (slachtoffer 3) en (slachtoffer 4) niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, omdat verdachte van de feiten ten gevolge waarvan deze benadeelde partijen rechtstreeks schade zouden hebben geleden zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de benadeelde partij (slachtoffer 1) (zaakdossier 254):
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij (slachtoffer 1) rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het ten laste van verdachte onder 3 bewezen verklaarde feit.
De hoogte van die schade is, gelet op het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 12.000,-
De kosten voor rechtsbijstand zijn naar het oordeel van de rechtbank niet aan te merken als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51a, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering geleden door het onder 3 bewezen verklaarde feit, maar komen met toepassing van artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering wel voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank hanteert hierbij dezelfde maatstaf als in civiele procedures. Die kosten worden begroot op € 250,- (zijnde 1 punt als vermeld in het liquidatietarief kantonzaken 2011 voor het opstellen en indienen van het voegingsformulier).
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De rechtbank zal voorts terzake van het onder 3 bewezen verklaarde feit aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom van € 12.000,- ten behoeve van (slachtoffer 1)
Het onder 1 en 4 primair en subsidiair ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 2, 3 en 5 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 2 tot en met 12, genummerde voorwerpen.
De rechtbank heft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op.
Ten aanzien van de benadeelde partij (slachtoffer 1) (zaakdossier 254):
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (Slachtoffer 1) wonende te Katwijk, van een bedrag van € 12.000,- (zegge: twaalfduizend euro) vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans onder 3 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 20 februari 2009 tot die van de voldoening, hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader/mededaders betaalt/betalen, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 250, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 12.000,- ten behoeve van het (slachtoffer 1) , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 95 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader/mededaders heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (slachtoffer 1) in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader/mededaders heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (slachtoffer 1), daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Ten aanzien van de benadeelde partijen (zaakdossiers 249, 205, 256 en 313):
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen (slachtoffer 5), (slachtoffer 2), (slachtoffer 3) en (slachtoffer 4) in hun vorderingen niet ontvankelijk zijn en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. A.J. Louter, voorzitter, mrs. G.P. Nieuwenhuis en S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2011.