Vaststaande feiten3
[slachtoffer] is op 17 juni 2009 geboren. Verdachte is zijn vader en [moeder] (hierna: [moeder]) is zijn moeder. Van 20 september 2009 tot en met 25 september 2009 is [slachtoffer] in het ziekenhuis te Hardenberg opgenomen geweest. [slachtoffer] had problemen met de voeding en spugen. Daarom was hij ter observatie in het ziekenhuis opgenomen. Tijdens deze observatie is geconstateerd dat de fontanel van [slachtoffer] gespannen was. Er was echter geen sprake van koorts of diarree.
Omdat het verloop van de opname gunstig was en [slachtoffer] niet meer spuugde, is [slachtoffer] op 25
september 2009 in een goede conditie ontslagen4.
Van 28 september 2009 tot en met 29 september 2009 is [slachtoffer] opnieuw in het ziekenhuis te
Hardenberg opgenomen geweest5. Bij de opname werd aan een 'restje buikgriep' gedacht. Er
was geen koorts, geen diarree en er waren geen aanwijzingen voor uitwendig letsel. Op 29
september 2009 is [slachtoffer] wederom in goede conditie ontslagen.6 7. In het ziekenhuis is nog
een foto van [slachtoffer] gemaakt waarop hij lachend is afgebeeld8. [slachtoffer] is om ongeveer 12:00 uur
thuis gekomen. Hij was die hele dag vrolijk. Hij sliep goed, dronk goed en hield zijn voeding
goed binnen. Om 22:00 uur is [slachtoffer] naar bed gebracht9.
Op 30 september 2009 tussen 09:00 uur en 10:00 uur is [slachtoffer] wakker geworden. Hij is
vervolgens door zijn moeder uit bed gehaald en tussen zijn ouders in het ouderlijk bed
gelegd. [slachtoffer] was goed te pas. Zijn moeder heeft vervolgens tussen 10:00 uur en 10:30 uur
de woning verlaten om een boodschap te doen en om haar oma te vertellen dat het weer goed
ging met [slachtoffer]10.
Op 30 september 2009 om 11:04 uur is een in de woning aanwezige computer opgestart.
Deze computer is om 11:42 uur in de slaapstand gegaan11.
Op 30 september 2009 om 12:11 uur heeft [moeder] met de 112 meldkamer van de
ambulancezorg gebeld met de mededeling: "Ik ben op dit moment niet thuis maar mijn man
belde net. Mijn zoontje is helemaal slap, geeft geen reactie meer. Als je zijn armpjes in de
lucht gooit dan zakken die weer naar benden. Hij is voor naar zijn manier zegt tie is tie niet
meer bij en we zijn nogal redelijk in paniek (...) Mijn man (...) die belde mij in paniek, die
begon te huilen"12.
Op 30 september 2009 om 12:16 uur heeft een medewerker van de 112 centrale met
verdachte gebeld. Tijdens dit gesprek verklaart verdachte desgevraagd over [slachtoffer]: "hij ademt
heel slecht (...) het is net in een keer plotseling (...) ik eh, ik leg hem in zijn box
neer en eh, ja, ik zit hier gewoon even achter de laptop en in een keer hoor ik uuggh uuggh
uuggh"13.
Nadat de ambulance ter plaatste was gekomen constateerde de ambulanceverpleegkundige
dat [slachtoffer] op zijn zij op de bank lag, dat hij bleek en slap was en dat hij een kreunende
ademhaling had. [slachtoffer] werd vervolgens met spoed naar het ziekenhuis in Hardenberg
vervoerd14. Bij opname daar bleek [slachtoffer] slecht te ademen, bewusteloos te zijn en tekenen
van ernstig neurologisch letsel te vertonen. Bij onderzoek bleek dat [slachtoffer] kneuzingen en
verse en oudere bloedingen in de hersenen had. Vanwege de ernstige toestand is [slachtoffer] met
spoed overgeplaatst naar de kinder intensive care van het Universitair Medisch Centrum
Groningen(UMCG)15. Bij binnenkomst in het UMCG werd de klinische toestand van [slachtoffer]
geduid als "coma door ernstige neurologische schade" en werden bij nader onderzoek de
volgende afwijkingen geconstateerd:
-bloedingen onder het harde hersenvlies (subdurale bloedingen),
-netvliesbloedingen (retinabloedingen) en
-hersenbeschadiging (encefalopathie)
Er werden geen aanwijzingen voor uitwendig zichtbaar letsel gevonden. Uitgebreid
aanvullend onderzoek leverde geen aanwijzingen op voor een onderliggend ziekelijk lijden
(zoals bijvoorbeeld een stollingsziekte, stofwisselingsziekte, infectie of vaatafwijking). Omdat ook een plausibel trauma ontbrak, werd de combinatie van bevindingen door de artsen van het UMCG geduid als passend bij het 'shaken baby syndrom'16.
Vervolgens werd door drs. [naam A], kinderarts, fellow kinderintensive care en dr. [naam B], kinderarts-intensivist van het UMCG een melding van kindermishandeling gedaan
bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling17. Op 6 oktober 2009 heeft [naam C], teamleider bij de Raad voor de Kinderbescherming te Zwolle aangifte gedaan ter zake
van zware mishandeling18.
[slachtoffer] is op 6 oktober 2009 overleden.