ECLI:NL:RBZLY:2011:BR2916
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie en proceskostenveroordeling in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft eiser [eiser] gedaagde [gedaagde] gedagvaard op 11 maart 2011, met een rolzitting gepland op 23 maart 2011. Gedaagde heeft op 1 april 2011 de zaak op de rol van 13 april 2011 laten inschrijven, waarbij zij ontslag van instantie heeft gevorderd en eiser in de proceskosten heeft willen veroordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding van eiser niet voldeed aan de eisen van een behoorlijke rechtspleging, omdat er geen duidelijke vordering in was opgenomen. De rolgriffier heeft eiser de gelegenheid geboden om de dagvaarding te herstellen, maar eiser heeft hiervan geen gebruik gemaakt en heeft in plaats daarvan een nieuwe dagvaarding ingediend op 19 april 2011, die op 27 april 2011 is ingeschreven.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot ontslag van instantie van gedaagde moet worden toegewezen, omdat eiser niet heeft voldaan aan de procesuele vereisten. De kosten van de procedure zijn aan de zijde van gedaagde begroot op EUR 546,32, bestaande uit explootkosten en het salaris van de advocaat. De rechtbank heeft eiser veroordeeld in deze proceskosten en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug op 22 juni 2011.