ECLI:NL:RBZLY:2011:BR1992
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verstekverlening en geldigheid dagvaarding in kort geding bij voorlopige hechtenis
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 18 juli 2011, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Knobben. De gedaagde was niet verschenen, omdat hij in voorlopige hechtenis was genomen. De procedure begon met de dagvaarding en een mondelinge behandeling. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de deurwaarder de dagvaarding op de juiste wijze heeft uitgebracht, ondanks de voorlopige hechtenis van de gedaagde. Volgens artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mag de deurwaarder het exploot aan de woonplaats achterlaten, en in dit geval was het voldoende dat de dagvaarding aan het woonadres van de gedaagde was bezorgd.
De primaire vordering van eiseres was gericht op het verkrijgen van toegang tot de woning van de gedaagde en het terugkrijgen van bepaalde goederen, waaronder sieraden en administratie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 1.261,14, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De rechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagde en gaf eiseres de machtiging om het vonnis ten uitvoer te leggen, indien gedaagde in gebreke zou blijven.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres direct gebruik kan maken van de uitspraak, ook al kan gedaagde in hoger beroep gaan. De rechter heeft ook de nakosten toegewezen, die zijn begroot op EUR 131,00, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. T.R. Hidma.