ECLI:NL:RBZLY:2011:BR0437

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
11 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
182871 / KG ZA 11-102
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van ouders uit de woning verkocht door eiseres (dochter)

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit eiseres sub 1 en eiser sub 2, de ontruiming van de woning die eigendom is van eiseres sub 1. De woning was verkocht aan derden en de nieuwe eigenaren hadden aangegeven dat zij de woning op 15 maart 2011 in bezit wilden nemen. Gedaagden, de ouders van eiseres sub 1, woonden nog in de woning en waren op de hoogte van de verkoop. Eiseres sub 1 had hen herhaaldelijk geïnformeerd over de verkoop en de noodzaak om de woning te verlaten. De hypotheekverstrekker had hen ook gesommeerd om de achterstand in betalingen te voldoen en had aangekondigd dat er executoriale verkoop zou plaatsvinden als de achterstand niet werd ingelopen.

Tijdens de procedure werd duidelijk dat gedaagden geen rechtsgeldige titel hadden om in de woning te verblijven, aangezien er geen huurovereenkomst bestond tussen partijen. Gedaagden voerden aan dat zij de woning zouden huren, maar dit werd door eisers betwist en er was geen bewijs van een huurovereenkomst overgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagden zonder rechtsgeldige titel in de woning verbleven en dat de vordering tot ontruiming moest worden toegewezen.

De voorzieningenrechter heeft de gedaagden veroordeeld om uiterlijk op 14 maart 2011 de woning te ontruimen en de sleutels aan eisers te overhandigen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.A.M. Peper op 11 maart 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: 182871 / KG ZA 11-102
Vonnis in kort geding van 11 maart 2011
in de zaak van
1. [eiseres sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. R.G.N. le Roy te Amsterdam,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
verschenen in persoon.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 5 producties
- de brief met productie 7 van 9 maart 2011 van de zijde van eisers
- de akte eiswijziging
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eisers.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eiseres sub 1 is eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] (hierna: de woning).
2.2. Gedaagden zijn de ouders van eiseres sub 1.
2.3. Op de woning rust een hypothecaire geldlening. Gedaagden hebben garant gestaan voor de hypothecaire geldlening en zijn derhalve medeaansprakelijk.
2.4. Gedaagden wonen in de woning aan de [adres] te [plaatsnaam]. Eiseres sub 1 heeft tot haar huwelijk samen met gedaagden in de woning gewoond.
2.5. Op 13 februari 2010 is eiseres sub 1 in het huwelijk getreden met eiser sub 2. Eisers zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Na het huwelijk zijn eisers in de woning van eiser sub 2 gaan wonen en zijn gedaagden in de woning blijven wonen.
2.6. Bij brief van 22 december 2010 heeft de hypotheekverstrekker, de naamloze vennootschap WestlandUtrecht Bank N.V., eiseres sub 1 en gedaagden bericht dat zij overgaan tot het opstarten van de procedure voor de openbare verkoop van de woning. Voorts schrijft hypotheekverstrekker:
"Echter, wij stellen u tot 1 maart 2011 in de gelegenheid onderhands te verkopen, onder de absolute voorwaarde dat de maandelijkse termijnen voldaan worden. Met andere woorden, de huidige betalingsachterstand van EUR 3.500,46 op leningnummer 98.70531 en EUR 5.004,80 op leningnummer 98.70532, mag niet toenemen. Indien u maandelijks extra kunt voldoen dan laat u dat niet na. U 'koopt' met extra betalingen extra tijd om de woning te verkopen.
Laat u de achterstand oplopen, dan wordt per direct de procedure aangaande executoriale verkoop in werking gesteld. U moet in dat geval rekening houden met een lagere opbrengst."
2.7. Bij deurwaardersexploot van 27 december 2010 heeft de hypotheekverstrekker eiseres sub 1 gesommeerd om de achterstand van EUR 8.416,39 te voldoen en aangezegd dat indien het verschuldigde niet zou worden voldaan, overgegaan zal worden tot het treffen van dwingende rechtsmaatregelen.
2.8. Op 5 januari 2011 hebben eisers de woning onderhands verkocht. In de koopovereenkomst is opgenomen dat de akte van levering zal worden gepasseerd op 15 maart 2011.
2.9. Per e-mail van 13 januari 2011 heeft eiseres sub 1 gedaagden als volgt bericht:
"Zoals beloofd zou ik jullie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen omtrent het huis.
Gisteren is de bedenktijd van de kopers afgelopen. Dit betekent dat het huis nu officieel verkocht is. De kopers hebben laten weten dat ze 15 maart 2011 in de woning willen. Op 28 februari moet het huis leeg en in goede staat zijn achtergelaten.
(...)"
2.10. Op 1 maart 2011 hebben gedaagden de woning niet verlaten.
2.11. Bij brief van 4 maart 2011 heeft de raadsvrouwe van eisers gedaagden gesommeerd de woning binnen drie dagen te verlaten bij gebreke waarvan een spoed kort geding zal worden opgestart.
2.12. Op 7 maart 2011 hebben gedaagden de woning niet verlaten.
3. Het geschil
3.1. Eisers vorderen - na wijziging van de eis - primair gedaagden te veroordelen om uiterlijk maandag 14 maart 2011 om 12:00 uur de woning te ontruimen en subsidiair om de woning binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen.
3.2. Gedaagden voeren verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Eisers hebben ter onderbouwing van hun vordering aangevoerd dat zij als eigenaren van de woning het exclusieve recht hebben de woning te vervreemden en dat dat recht niet door gedaagden mag worden gefrustreerd. Eisers stellen dat gedaagden vanaf aanvang op de hoogte waren dat de woning moest worden verkocht en dat zij alsdan de woning zouden moeten verlaten. Voorts stellen eisers dat zij gedaagden steeds op de hoogte hebben gehouden van het verloop van de verkoop, zodat de verkoop geen verrassing voor hen kan zijn.
4.2. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vast staat dat eiseres sub 1 eigenaar is van de woning. Gedaagden hebben weliswaar aangevoerd dat zij het huis samen met eiseres sub 1 hebben gekocht en dat de woning alleen op naam van eiseres sub 1 is gezet vanwege eventuele aanspraken van de andere kinderen, echter dit verandert niets aan het feit dat uit de akte van levering volgt dat de woning op 30 november 2007 alleen aan eiseres sub 1 in eigendom is geleverd. Eiseres sub 1 is op 13 februari 2010 in gemeenschap van goederen gehuwd met eiser sub 2, waardoor eiser sub 2 eveneens belang heeft bij de gevorderde ontruiming. Het feit dat gedaagden garant (hebben) (ge)staan voor de hypothecaire geldlening, omdat eiseres sub 1 onvoldoende inkomsten had om de woning alleen te financieren, maakt hen niet tot mede-eigenaar van de woning.
4.3. Voorts staat vast dat de woning aan derden is verkocht en dat de levering plaats dient te vinden op 15 maart 2011. Het ter zitting gedane verzoek van gedaagden om de procedure twee weken aan te houden zodat zij kunnen bekijken of zij een financiering kunnen krijgen voor het overnemen van de woning, is dan ook niet meer aan de orde. Immers, de woning is reeds verkocht. De voorzieningenrechter zal hier dan ook aan voorbijgaan.
4.4. Ten slotte hebben gedaagden aangevoerd dat het de bedoeling was dat zij de woning van eisers zouden gaan huren voor een bedrag van EUR 600,- per maand. Ingevolge artikel 7:226 BW doet overdracht van de zaak waarop een huurovereenkomst betrekking heeft, de rechten en verplichtingen van de verhuurder uit de huurovereenkomst overgaan op de verkrijger. Dit betekent dat indien er een huurovereenkomst tussen partijen zou bestaan, de vordering van eisers zou moeten worden afgewezen. Immers, gedaagden zouden alsdan een rechtsgeldig titel, namelijk huur, hebben om in de woning te verblijven. In deze zaak is echter geen sprake van een huurovereenkomst. Eisers hebben betwist dat er een huurovereenkomst tussen partijen zou bestaan. Voorts hebben eisers betwist, de door gedaagden ter zitting getoonde concept huurovereenkomst (waarvan de voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat het een niet ingevulde modelhuurovereenkomst van een woon-zorgcomplex betrof), aan gedaagden te hebben gezonden. Ten slotte hebben gedaagden ter zitting zelf verklaard dat zij geen huur hebben betaald. Nu gedaagden geen nader bewijs van hun stelling hebben overgelegd, kan deze stelling hen niet baten. De voorzieningenrechter zal aan deze stelling dan ook voorbij gaan.
4.5. Nu gedaagden voor het overige niets hebben aangevoerd, leidt het bovenstaande tot de conclusie dat gedaagden zonder rechtsgeldige titel in de woning verblijven. De voorzieningenrechter zal de primaire vordering van eisers tot ontruiming dan ook toewijzen.
4.6. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge art. 556 lid 1 en art. 557 Rv overbodig is.
4.7. Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt gedaagden om uiterlijk maandag 14 maart 2011 om 12.00 uur de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] te ontruimen en ontruimd te houden met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eisers zijn, en de sleutels af te geven aan eisers,
5.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M. Peper en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2011.