ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ8977
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening standplaatsvergunning voor bloemenverkoop in Zwolle-Stadshagen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een standplaatsvergunning voor de verkoop van bloemen en planten in het winkelcentrum Stadshagen te Zwolle. Eiseres, Passiflora B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning die aan een derde partij was verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning op 4 maart 2010 was verleend en dat het bezwaar van eiseres op 5 januari 2011 gegrond was verklaard, maar dat de vergunning in stand was gelaten. De rechtbank heeft de relevante bepalingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in overweging genomen, met name artikel 5.2.3.2, dat voorwaarden stelt aan de verlening van een standplaatsvergunning.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht geen weigeringsgrond heeft aangenomen op basis van de APV. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van het 'redelijk verzorgingsniveau voor de consument' aan verweerder toekwam en dat deze beoordeling vanuit het perspectief van de consument moest worden gemaakt. Verweerder had geconcludeerd dat er voldoende mogelijkheden voor consumenten waren om bloemen en planten te kopen, ook zonder de aanwezigheid van eiseres in het winkelcentrum. De rechtbank vond dat verweerder zich binnen zijn beoordelingsvrijheid had gehouden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden.
Eiseres had ook een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete toezeggingen waren gedaan die de vergunningverlening in de weg stonden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de standplaatsvergunning te verlenen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor belanghebbenden.